O81 • You're not sorry...

3.8K 219 13
                                    

Nog steeds overstuur van wat er net was gebeurd zat ik naast Harry voor Dumbledore zijn bureau. Haast Onthoofde Henk had op verzoek de donkerharige jongen voor mij gehaald zodat wij samen naar Professor Dumbledore konden gaan.
'Professor, wat is er mis met mij?' vroeg ik hem wanhopig en keek de oude man recht in zijn ogen aan. Hopeloos voor een antwoord.
Dumbledore zuchtte en keek even naar zijn handen die hij in elkaar had gevouwen. 'Je begint een nieuwe kracht te ontwikkelen.'
'Wat is dit voor een kracht?' vroeg ik de man verward. Ik kon nu al raden dat dit hoogst waarschijnlijk één van mijn minst favoriete krachten zou gaan worden.
'Het hemels oog; zoals het kunnen zien van goden en geesten, hemels en hellen.' legde Dumbledore mij uit. 'Maar de geesten die jij ziet zijn niet de geesten zoals Haast Onthoofde Henk.'
'Hoe bedoelt u?' vroeg Harry hem die wat rechter op zijn stoel ging zitten en even naar mij keek. Ik betrapte mijzelf erop dat ik stiekem Harry zijn emoties door mijn aderen liet stromen. De jongen was nieuwsgierig, maar ook angstig voor wat hij zou gaan horen. Ik voelde precies het zelfde.
Ik keek even naar Dumbledore die leek te merken wat ik aan het doen was. Hij glimlachte zwakjes en keek toen even naar Harry die de oude man nog steeds doordringend aankeek.
'De geesten die jij ziet, Audrey, zijn veel krachtiger. Zij hebben het vermogen om ons aan te kunnen raken.' begon Dumbledore. 'Maar deze geesten zijn niet door iedereen te zien omdat zij niet gezien willen worden. Zij hebben de rust niet kunnen vinden toen zij stierven.'
'Zijn al deze geesten slecht?' vroeg ik de man angstig. Ik kreeg direct het beeld van de jongen terug in mijn hoofd en huiverde.
'Ja, of we moeten over goden spreken.' legde hij uit. 'De geesten die niets duisters bezitten zijn goden. De rest zijn allemaal duivelse wezens van de nacht.'
'Maar wat kan ik met deze kracht?' vroeg ik Dumbledore in de war.
'Iemand met een goed hart als jij, niet veel. Maar iemand als Voldemort, die duistere plannen heeft, kan hier wel degelijk wat mee.' Dumbledore klonk ernstig. 'Op deze manier zou Voldemort bijvoorbeeld compromissen met de doden kunnen sluiten, aangezien zij wel het vermogen hebben om ons aan te kunnen raken.'
'Dus Voldemort zou via mij met deze wezens kunnen communiceren?' vroeg ik hem ongelovig.
'Ja zeker. Hij zou grootste dingen kunnen doen. Aangezien ze al dood zijn zijn ze dus onverwoestbaar.'
'Maar dat betekent dus dat zij mensen zouden kunnen moorden, zonder dat iemand het ook maar door heeft?!' vroeg Harry hem ongelovig. 'Niemand kan ze zien!'
'Nee, niet helemaal.' mompelde Dumbledore zacht. 'Ze kunnen niet zomaar moorden. Wel verwonden, maar niet moorden.'
'Hoe?' vroeg ik hem in de war.
'Ze moeten toestemming krijgen van de dood om te kunnen moorden.' legde Dumbledore mij uit. 'En die macht licht bij jou.'
'U bedoelt-?'
'Inderdaad.' knikte Dumbledore toen hij mijn ernstige blik zag. 'Jij bent hun leider, Audrey.'
'Maar waarom wilde die jongen mij dan vermoorden?'
'Daarom zijn ze nou duister. Ze willen wraak nemen. Moorden op die gene die het leven van hun hebben afgenomen. Maar dat kunnen ze niet zonder jouw toestemming.' Dumbledore zijn helder, blauwe ogen boorde zich diep in die van mij. 'Jij hebt misschien niet de kracht om ze te kunnen sturen, maar wel de kracht om te doden.'
'Onmogelijk.' mompelde ik en schudden enkel met mijn hoofd. Ik wilde niet geloven dat ik de leider was van een stel duistere wezens. Geesten. Demonen. Ik wilde het niet.
'Audrey, ik wil dat je nu heel goed naar mij luistert.' zei Dumbledore met een toon die mij abrupt weer liet opkijken. 'Ik wil dat je je zoveel mogelijk afzijdig houd van deze gaven. Geef er geen gehoor aan wanneer het duister verschijnt, en laat je niet misleiden door de macht die het bezit.'
'Natuurlijk, Professor.' zei ik vlug. 'Ik wil niets, maar dan ook echt niets met deze gaven te maken hebben.'
'Dat zal helaas niet helemaal gaan. Maar onthoud goed: wanneer de geesten van het kwaad contact met je proberen op te leggen, wat ze je ook aanbieden en vertellen, weet dat zij voor het kwaad hebben gekozen en nooit meer het licht zullen zien.' De ernst was in zijn stem ze horen. Ik kon de oude man zijn angst voelen. Dit was de eerste keer dat ik angst bij de man bespeurde. 'Het licht dat ze bezaten is samen met hun bestaan verdorven en gestorven.'
'Professor,' Mijn stem was zo zacht dat het mij niet zou verbazen als alleen Harry mij had kunnen horen. 'als wij sterven, komen wij dan net als één van hun terug?'
Dumbledore glimlacht echter. 'Dat is een vraag die ik niet kan beantwoordde. Maar ik geloof dat wij tijdens onze sterf dag zelf de keuzen maken of wij in het licht of in het duister besluiten rond te dwalen.'

You're Not Sorry [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu