O98 • You're not sorry...

3.5K 197 13
                                    

Een felle lichtstraal verscheen van achter mij. Met een ruk draaide Bartemius zich om waardoor zijn grip om mij verslapte. Ik volgde de man zijn voorbeeld en werd toen verbaasd door de aanblik van de man met het lange, donkere haar en gehavende gezicht.
'Jij blijft uit de buurt van mijn peetzoon.' siste Sirius die vervolgens zijn toverstaf trok en Bartemius door de ruimte slingerde. De hele orde was verschenen en er barstte direct een gevecht uit tussen de Dooddoeners en de leden van de Orde van de Phoenix.
'Harry ik wil dat jij de rest hier weg haalt.' zei Sirius buitenadem toen hij vlug wegdook voor een lichtstraal die onze kant op kwam.
'Nee, ik blijf bij jou!' opperde Harry die achter een steen dook en mij mee trok.
'Je hebt het geweldig gedaan maar laat ons het van hier af aan nu maar overnemen. Het is te gevaarlijke.' schreeuwde Sirius nu boven alle herrie uit en sprong toen achter de steen vandaan om Bartemius te vervloeken.
Harry en ik volgde zijn voorbeeld en hielde allebei onze toverstaf in de aanslag. Een andere Dooddoener was achter ons verschenen en zo snel als ik kon draaide ik mij om om zijn vervloeking af te weren. Ik zag vanuit mijn ooghoek hoe Sirius en Harry druk bezig waren met Bartemius terwijl ik vluchtig de Dooddoener ontdeed van zijn toverstaf.
'Reducto!' Er ontstond een ontploffing toen de Dooddoener geraakt werd en vervolgens door de ruimte werd geslingerd. Ik draaide mij vlug weer om zodat ik de andere kon helpen maar zag net hoe Bartemius hemzelf ook door de ruimte werd geslingerd.
'Avada Kedavra!' De schrille stem van een vrouw sneed door de ruimte, gevolgd door een groene lichtstraal die Sirius vol in zijn borst trof. De man sperde zijn ogen wijd open en greep naar de plek waar hij getroffen was waarnaar hij langzaam uit balans raakte en door de stenen poort viel en zijn lichaam verdween.
'Nee...' mompelde ik geschrokken en keek toen om naar Harry die enkel met zijn mond open naar de poort staarde.
'SIRIUS!' Zijn kreet van wanhoop was zo pijnlijk dat het net leek alsof mijn hart door midden werd gescheurde. Hij wilde aanstalten maken richting de poort maar werd weerhouden door Remus die hem vlug vast greep zodat Harry zijn peetvader niet door de poort heen kon volgen.
'NEE!' Harry schreeuwde het uit terwijl de tranen over zijn wangen stroomde. Ik kon enkel toe kijken hoe de jongen verging van de pijn en ik kon enkel zijn pijn door mijn aderen voelen stromen. Zijn pijn was zo heftig dat mijn lichaam er verlamt van raakte.
De schrille hysterische lach van Bellatrix klonk vlak achter mij. Harry wist te ontkomen uit Remus zijn greep en in plaats van op de poort af te stormen ging hij achter Bellatrix aan die de ruimte uit vluchtte.
'Harry, nee!' Zijn woedde stroomde door mijn aderen en zonder erbij na te denken rende ik achter de jongen aan.
'Crusio!' schreeuwde hij en trof de donkerharige vrouw vol in de rug. Een pijnlijke kreet klonk door de grote ruimte die ik niet kende en ze viel op de grond. Ze begon hevig te kronkelen van de pijn terwijl ze het bleef uitschreeuwen. Plots stopte de pijnlijke kreten en hield ze op met kronkelen.
'Harry, je moet het menen.' Die zelfde kille stem van uit mijn visioen galmde door mijn hoofd. 'Ze heeft hem vermoord. Ze verdient het.'
Ik hield mijn adem in en keek naar Harry terwijl hij met een blik vol krankzinnigheid op Bellatrix neerkeek. Hij liet de staf in zijn hand ronddraaien terwijl hij haar enkel aanstaarde met die blik in zijn ogen, niet wetend of hij het nou wel of niet moest doen.
'Je kent de spreuk.' siste de stem. Plots verscheen de gedaante van een man in een zwarte gewaad. De man zijn huid was zo wit als sneeuw en hij was volledig kaal. Hij had geen neus en zijn ogen waren zo rood als bloed. Ik hapte naar adem toen ik mij besefte wie deze man wel niet was. Lord Voldemort.
Ik voelde hoe twee armen mij plots naar achteren trokken uit het zicht van de drie mensen. 'Blijf hier!' beval Professor Dumbledore mij. 'Zorg dat hij je niet ziet. Kom in geen enkele omstandigheid tevoorschijn!'
Ik kon enkel verbijsterd knikken terwijl ik toe keek hoe de oude man op de drie afstapte. 'Het was niet zo slim van je om hier te komen, Tom.' zei Dumbledore kalm. 'De minister is al onderweg.'
Voldemort richtte zijn blik op de oude man en ik kon zien dat zijn gezicht lichtelijk betrok. Tot mijn grote verbazing voelde ik zijn angst door mijn aderen stromen. 'Bij de tijd dat zij hier zijn ben ik al weg,' glimlachte hij met zijn kille stem. 'en ben jij dood.' En er verschenen plots twee felle lichtstralen die tegen elkaar op botste wat voor een harde explosie zorgde.
'Harry,' zei ik tegen de jongen die maar enkele meters bij mij vandaan stond. Hij keek verbaasd om en kwam toen vlug mijn kant opgelopen toen hij mij achter de stenen wand zag staan. 'Ik moet hier zo snel mogelijk weg.'
Harry knikte ernstig. 'Ik weet het, maar hoe?' Hij keek schichtig om zich heen, opzoek naar een mogelijk uitgang.
'Wacht, ik heb denk ik een idee.' mompelde hij en liep toen om de twee vechtende mannen heen. Dumbledore slingerde een spreuk op Voldemort af die zo krachtig was dat Harry terug naar achter geslingerd werd door de kracht van de spreuk.
'Idiot.' siste ik tegen de jongen terwijl ik hem stilletjes overeind hielp. 'Het is te gevaarlijke om daar nu langs te gaan.'
'Ik denk dat er dan niets anders op zit dan hier te wachten.' zuchtte Harry die naast mij plaats nam op de grond. We keken toe hoe de twee mannen vochten met spreuken die ik nog nooit eerder gehoord had. Spreuken die zo krachtig waren dat ik ze zelfs van mijn plek kon voelen.
'Ik ga hem helpen, ik kan dit niet aanzien.' zei Harry spijtig die opsprong en richting Dumbledore holde.
'Nog stommer dan het achterwerk van een koe.' mompelde ik in mijzelf terwijl ik toe keek hoe Harry opnieuw door de ruimte werd geslingerd, maar ditmaal door Voldemort hemzelf.
Plots lichtte alle Tovenaarshaarden op die in de ruimte stonden en verschenen er allemaal tovenaars die ik niet kende, op één na.Cornelius Fudge, de Minister van Toverkunst.
De man liep in vlotte passen door de ruimte heen maar hield plots halt toen hij de gedaante van de Heer van het Duister zag. Met grote ogen staarde hij de gevreesde man aan die enkele seconden later in het niets verdween. En eindelijk leek het tot de oude Minister door te dringen dat zowel Harry als Dumbledore hemzelf al die tijd de waarheid hadden gesproken.
'Hij is terug.'

You're Not Sorry [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu