Hoofdstuk 1

5.5K 83 10
                                    

-Senna

Ik trek mijn hoodie tot over mijn kin en duw mijn pet omlaag. Herkent worden is nu wel het laatste wat ik wil. Ik zit op de achterbank van een taxie, de chauffeur trekt zijn wenkbrauwen naar me op.

‘Est-ce bien?’ Vraagt hij. Of het goed met me gaat. Wat een typische vraag op dit moment. Maar dat kan hij natuurlijk ook niet weten.

‘Oui.’ Zeg ik kortaf. We rijden over Avenue de Stalingrad, richting Arnouville. De taxichauffeur trapt het gaspedaal hard in, waarschijnlijk chagrijnig dat hij met zo iemand als ik in de taxie moet zitten. Ik staar uit het raam en zie de dorpen aan me voorbij vliegen. We rijden Autoroute du Nord op, de snelweg. Na een paar minuten slaat hij af de Route de la commune weg op.

Als we de weg af zijn gereden staat de taxie stil voor de inkomsthal van Charles De Gaulle, de grootste airport van Europa. Ik bedank de taxichauffeur, betaal hem en haal dan mijn koffer uit de achterbak.

Het is grappig hoe mijn hele leven in één koffer past, denk ik verbitterd. De taxie trekt achter me op en ik loop de inkomsthal in. Charles De Gaulle is enorm, dus ik moet goed opletten. Ik check mijn bagage als eerste in, en ga dan door de douane.

Veel tijd om rond te lopen heb ik niet, mijn vlucht gaat al over een half uur en deze airport is echt gigantisch.

Ik loop in snel tempo langs alle winkeltjes naar mijn vertrekhal. Dan sta ik opeens in één klap stil als ik een bekende geur ruik. Achter me botst een vrouw tegen me op.

‘Faites attention où vous marchez!’ Roept ze kwaad. Ik bijt op mijn onderlip, ze zei dat ik moest uitkijken waar ik loop. Na al mijn tijd hier heb ik de taal inmiddels wel onder de knie.

‘Désolé.’ Verontschuldig ik me mompelend. Ik loop snel het winkeltje in. Het ruikt er heerlijk naar Macarons, een echte fransen delicatesse. Ik ben er absoluut gek op.

Ik loop door naar de vrouw die achter de balie staat. Onder haar zijn bakken met verschillende smaken, allemaal hun eigen kleur. Ik vraag een doosje aan haar en kies er tien uit, allemaal een andere smaak.

‘Huit euros.’ Zegt ze. Ik geef haar het geld.

‘Au revoir.’ Mompel ik en loop het winkeltje uit. Ik voel hoe ze me nastaart, ik geef haar geen ongelijk. Ik zie er ook niet uit met mijn haar in een slordige knot, een dikke trui aan, een spijkerbroek met gaten (niet op de trendy manier) en een pet op die half over mijn ogen valt. Zeker omdat het zomer is…

Maar waarom maak ik me druk om wat zij vind? Ze kent me niet eens.

Ik loop snel door, en kijk dan even op mijn horloge. Nog een kwartier, en ik ben bijna bij de aankomsthal. Als ik eigenlijk aangerend kom zijn de meeste al aan het instappen. Ik sluit achteraan aan en wacht tot ik aan de beurd ben.

‘Avoir un vol agréable.’ Zegt de vrouw achter de balie. Ze glimlacht vriendelijk naar me en ik ben blij vandaag voor het eerst een vriendelijk gezicht te zien. Ze wenste me een fijne vlucht. Het idee dat ik hier weg ga is zo super dat ik zeker een fijne vlucht zal hebben.

‘Merci beaucoup.’ Zeg ik en glimlach terug. Ik loop door de slurf die aan het vliegtuig vast zit, en zoek daarna mijn plaats uit.

Na een half uur zie ik Frankrijk onder me voorbij vliegen. Ik staar uit het raampje en zeg nog één keer in mijn gedachte gedag tegen Frankrijk. Die hel ben ik eindelijk ontsnapt.

-Valerie

‘Aawh kom op meisje.’ Zegt Milan. Ik duw zijn hand van mijn bovenbeen en staar uit het raam.

Carry Me Home (B-Brave fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu