Hoofdstuk 14

3.8K 59 1
                                    

-Belle

‘Goedemorgen slaapkop.’ Zeg ik als Senna de keuken in komt lopen. Ze wrijft in haar ogen en doet haar slaaphemdje goed. Gelukkig had ze eraan gedacht een BH aan te doen voordat ze de keuken in kwam lopen.

‘Goedemorgen.’ Zegt ze met een halve glimlach. ‘Ben je ontbijt aan het maken?’

‘Ja, ik verveelde me.’ Zeg ik met een glimlach. Het is inmiddels al bijna elf uur, en ik ben al drie uur wakker. Waarom ik zo vroeg wakker werd weet ik ook niet.

‘Wat eten we?’ Vraagt Senna. Ze loopt naar een grote witte kast in de hoek van de keuken waar al mijn bestek en borden in staan. Ze pakt twee borden , twee vorken, twee messen en twee glazen uit de kast en zet ze op de kleine eettafel die in de woonkamer staat naast de bank. Ze loopt terug naar de koelkast, pakt melk en appelsap en schenkt onze glazen vol.

Ik snap niet hoe een persoon melk kan drinken, ik vind het zo ranzig! Maar Senna is er blijkbaar gek op, dat is ook echt de enige rede dat ik het in de koelkast heb staan.

‘Scrambled Eggs.’ Zeg ik. Ik duw de laatste stukjes ei uit elkaar met een spatel en loop dan met de pan naar de eettafel. Ik leg ei op onze borden en zet de pan dan in de gootsteen. Ik haal de boterhammen uit de broodrooster, en leg ze op onze borden. Senna komt tegenover me zitten, en we beginnen te ontbijten. Na een tijdje begint Senna te praten.

‘Hoe was het eigenlijk hier voordat ik kwam? Ik bedoel, ontbeet je dan altijd alleen?’ Vraagt ze.

‘Het was eenzaam.’ Mompel ik onder het eten door. ‘Ik at vaak alleen ja. Of ik ging naar Subway, om me niet eenzaam te voelen.’

Ik besef me nu pas hoe triest dat eigenlijk wel niet klinkt. Senna kijkt ook een beetje medelevend.

‘En je familie?’ Vraagt ze.

‘Nou, zoals je weet heb ik geen broers of zussen, en mijn ouders willen niks meer met me te maken hebben. Ik weet niet eens waar ze zijn. Misschien nog in Frankrijk, misschien ergens anders, misschien…’

Ik maak mijn zin niet af, maar we weten allebei dat ik wilde zeggen “misschien wel dood”. Senna zucht diep.

‘Ik snap dat gewoon niet. Waarom zouden ze in godsnaam vinden dat het jou schuld is wat er in Frankrijk is gebeurd? Ze zijn niet helemaal goed bij hun kop.’

Ik zucht diep en haal mijn schouders op. Ik heb geen zin om erover te janken, dat heb ik al genoeg gedaan. Het liefst heb ik het er gewoon niet meer over. Dat merkt Senna wel: ze gaat iets rechter op zitten en tovert een glimlach op haar gezicht.

‘Ik ga komende Maandag op zoek naar mijn familie.’ Zegt ze. Ik kijk verbaast op.

‘Echt? Weet je waar ze zijn dan?’

‘Nee, geen idee. Maar het wordt tijd om daar achter te komen, vind je niet?’ Zegt ze. Ik moet glimlachen van haar optimisme.

‘Dus, wat ga jij vandaag doen?’ Vraagt Senna als we klaar zijn met ons ontbijt. We nemen onze borden mee naar de keuken en zetten ze in de vaatwasser.

Wat een geweldig apparaat is dat toch, een vaatwasser. Het maakt het leven zo veel makkelijker.

‘Ik ga werken.’ Antwoord ik Senna. ‘Op het postkantoor, weet je nog? Daar werk ik al een paar maanden.’

‘O ja, het postkantoor van je vader. Nou ja, vroeger dan.’ Zegt Senna. Ik knik. Vroeger had mijn vader dat postkantoor, voordat we naar Frankrijk terug verhuisde.

Zo is mijn leven gegaan: Frankrijk, Nederland, Frankrijk, Drama, Nederland.

Ik moet even glimlachen om mijn eigen gedachte en loop dan door naar mijn kamer. Senna komt me achterna en gaat op de rand van mijn bed zitten, haar voeten op het matras op de grond waar zij slaapt.

Carry Me Home (B-Brave fanfiction)Where stories live. Discover now