Hoofdstuk 51

3K 81 20
                                    

-Kaj

Als ik eindelijk samen met Cassius en Dioni bijna bij het einde ben, zijn mijn armen lam van het dragen. Dioni is niet meer bij bewustzijn, en zijn gezicht is ontzettend bleek. Cassius is ook bleek, maar hij zet door. Bij elke stap die hij zet raakt zijn gezicht een klein beetje meer betrokken, ik hoop dat hij het red tot het einde.

Ik kijk voor me in de verte, en zie dan twee personen. Ik schrik van de eerste, maar ben meteen gerustgesteld als ik de tweede herken als Samuel. Ik stap snel door, met Dioni als een lappen pop in mijn armen, en Cassius achter me.

‘Sam!’ Roep ik. Samuel kijkt opzij naar mij, nu pas zie ik dat hij een pistool op de jongen heeft gericht.

‘Ambulance en politie komt er zo aan!’ Roept hij terug. Ik loop snel door, en kom bij Samuel. Dan ga ik op de grond zitten, en leg Dioni voorzichtig neer. Cassius komt naast me zitten, en houd zijn schouder stevig vast.

‘Hoe gaat het?’ Vraagt Samuel, en knikt naar Dioni.

‘Hij is al een paar minuten buiten bewustzijn.’ Mompel ik. ‘Z’n wond stopt niet met bloeden.’

Ik wikkel langzaam het eerste shirt van zijn been, dat helemaal rood is gekleurd. Daarna mijn hoodie, en het tweede shirt. Mijn hoodie is deels doorweekt, dus druk ik de droge stukken tegen de wond. Zelf draag ik niks meer om mijn bovenlichaam dan mijn jack, waardoor ik het ijzig koud begin te krijgen.

‘Cass, hou je het nog vol?’ Vraagt Samuel. Cassius knikt dapper, maar zegt niks. Hij heeft niet eens tranen in zijn ogen. Hoe kan iemand zo sterk zijn?

‘Met Dioni komt het ook wel goed, maar dan…’

‘Stil eens.’ Onderbreekt Samuel me. Ik hou meteen mijn mond dicht.

‘Hoor je dat?’

Ik luister zo goed als ik kan, en in de verte hoor ik zachtjes het geluid van sirenes. Ze zijn er!

‘Jezus.’ Zeg ik. ‘Godverdomme.’

Ik weet niet wat ik anders moet zeggen, het is het enige wat ik er nu uit krijg. De sirenes worden steeds harder, en verderop zie ik blauwe en rode lichten de donkere nacht verlichten. Dan komen er opeens allemaal ambulancebroeders en politieagenten aanrennen. Het gaat allemaal zo belachelijk snel.

Samuel legt snel het pistool op de grond. Daarna arresteren ze de jongen tegenover hem, en ook Samuel zelf.

‘Wat doen jullie?!’ Roep ik uit. Ik sta op en wil naar Samuel rennen, maar ik wordt tegengehouden door agenten.

‘Hij was in het bezit van een vuurwapen.’ Zegt een van de agenten in het Engels.

‘Doe niet zo debiel hij is juist een held!’ Schreeuw ik woedend.

‘Dat zal dan blijken uit het verhoor.’ Zegt een andere agent. Ik wil hem voor zijn bek slaan, maar Samuel stelt me gerust.

‘Kaj, help Dioni en Cass! Ik red me wel!’ Roept hij naar me. Met zijn handen vastgemaakt op zijn rug wordt hij meegevoerd, weg van ons.

‘Hallo? Jij bent een vriend van Jai?’ Vraagt een vrouw in politiekleding dan die aan komt lopen. Naast me zie ik dat ze Cassius meevoeren achter Samuel aan. Een ambulancebroeder tilt Dioni op, en neemt hem ook mee.

‘Ja.’ Antwoord ik de vrouw snel. ‘Waar is Jai?’

‘Hij is naar een andere straat met wat agenten, hij zei iets over meisjes die aangevallen zouden worden.’ Zegt ze. In haar ogen zie ik medeleven. Dan legt ze een hand op mijn arm.

‘Gaat het? Heb je ergens pijn?’

Uit het niks begin ik te janken. Daar sta ik dan: grote jongen van negentien, jankend als een klein kind in een bos in Frankrijk. De vrouw slaat haar armen om me heen en ik leg mijn hoofd op haar schouder. Ik huil nog harder als ik merk dat ze naar mijn eigen moeder ruikt.

Carry Me Home (B-Brave fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu