Hoofdstuk 43

3.6K 55 2
                                    

-Floor

‘I bet, this time at night you’re still up. I bet, you’re tired from a long hard week. I bet, you’re sitting in your chair by the window, looking out at the city and I bet… sometimes you wonder about me.

And I just wanna tell you, it takes everything in me, not to call you. And I wish I could run to you, and I hope you know that, every time I don’t… I almost do, I almost dooooo…’ Zingt Samuel. Belle en ik zitten tegenover hem op de grond midden in onze kamer, hij heeft een gitaar op zijn schoot en speelt een liedje van Taylor Swift. Cassius ligt op zijn rug op zijn bed.

‘I bet, you think I either moved on or hate you. Cause each time you reach out there’s no reply. I bet, it never ever occurred to you, that I can’t say Hello to you, and risk another Goodbyeeeee…

And I just wanna tell you, it takes everything in me, not to call you. And I wish I could run to you, and I hope you know that, every time I don’t… I almost do, I almost dooooo…’

Samuel speelt nog even verder en stopt dan.

‘Verder ken ik hem niet.’ Zegt hij met een glimlach. Ik glimlach terug, en Belle en ik staan op. We gaan op onze bedden zitten, in onze kleine simpele kamer.

We slapen weer in dezelfde groepen als in het chique hotel, dus ik slaap weer bij Samuel.

Onze kamer is klein, en er staan twee stapelbedden. In de hoek staat één kleine kledingkast, en we hebben een wasbak, precies zoals Belle had verteld. De muren zijn simpel bruin en niet geverfd, de vloer is van hout. Op de bedden ligt simpel donkerblauw beddengoed.

‘Cassius en ik gaan even eten halen.’ Zegt Belle dan. Cassius springt van zijn bed en pakt Belle haar hand.

‘Gaan jullie mee?’ Vraagt hij.

‘Nee, ik ben moe van het vliegen.’ Mompel ik terwijl ik op de rand van Samuel zijn bed ga zitten. Hij ligt onder, en ik lig boven. In werkelijkheid moet ik even bijkomen van de constante angst die ik heb gehad in dat vliegtuig. Nog steeds voel ik me een beetje licht in mijn hoofd.

‘Dan blijf ik bij Floor.’ Zegt Samuel. Hij legt de gitaar op de grond en schuift hem onder het bed waar ik op zit. Die gitaar heeft hij gejat bij de gevonden voorwerpen, zodra hij hem zag nam hij hem mee, in de naam van “Hergebruik”.

‘Oké, totzo.’ Zegt Cassius. Hij loopt met Belle de kamer uit, en sluit hem achter zich. Samuel en ik zitten stilletjes op het bed naast elkaar. Ik beweeg wat met mijn tenen en staar voor me uit naar de muur tegenover me, waar een klein stoffig raam is. Samen met de simpele lamp aan het plafon zijn dat de enige lichtbronnen in de kamer.

‘Dus.’ Zegt Samuel dan.

‘Dus.’ Herhaal ik.

‘Zijn we nu weer terug bij awkward?’ Vraagt hij. Ik trek mijn wenkbrauwen en kijk opzij naar hem.

‘Nee, tuurlijk niet. Tenminste ik hoop het niet.’ Mompel ik.

Samuel glimlacht even naar me en staat dan op van het bed. Hij loopt een beetje rond de kamer en gaat dan tegen het kastje aan staan leunen.

‘Niet te geloven wat er de afgelopen twee dagen is gebeurd.’ Mompelt hij. ‘Niet te geloven waar ik nu ben. O ja, en niet te geloven hoe bang jij bent in een vliegtuig.’

‘Ik was niet báng.’ Zeg ik en rol met mijn ogen. Samuel moet lachen.

‘Ik moest met je mee naar de wc.’ Herinnerd hij me.

‘Hou op.’ Zeg ik. Ik sta op, loop naar hem toe en ik ga vlak voor hem staan. Ik zet mijn handen naast die van hem, en leun tegen hem aan. Ik ga op mijn tenen staan en leun met mijn voorhoofd tegen dat van Samuel aan.

Carry Me Home (B-Brave fanfiction)Where stories live. Discover now