-Rowan

2.4K 89 7
                                    

Haar hoofd ligt op mijn borst en ik geniet van haar warmte. Ik verstevig mijn grip en ik voel haar glimlachen tegen mijn borst aan. Ik kus haar op haar kruin. Ze kijkt op en kijkt me glimlachend aan. "Ik hou van je." Zegt ze terwijl haar ogen oplichten. Elke keer als ik naar haar kijk zie ik die blik in haar ogen. Ik kus haar op haar neus en zeg: "Ik laat je nooit meer gaan." Haar ogen worden waterig en ik schrik. Ik strijk een verdwaalde lok uit haar haren en kijk haar aan. "Gaat het?" Fluister ik. Er rolt een traan over haar wangen en ik veeg hem weg. Ik laat mijn hand op haar wang rusten en blijf naar haar kijken. Ze knikt en glimlacht. Ik vraag niet door en druk heel licht een kus op haar lippen.

Haar hand haalt ze omhoog en strijkt door mijn haren. Ze kijkt me met een heldere blik aan en ik voel de warmte van haar afkomen. Er klinkt een beltoon en Annabel loopt naar haar tas. Ze haalt haar mobiel eruit en neemt op.

"Hallo?"

....

"Ja, daar spreekt u mee."

....

"Bent u serieus?"

....

"Ja dankuwel!"

....

"Dag!"

Ze gooit haar mobiel neer en komt op me af met haar armen gespreid. Ik vang haar op en zwier haar in het rond. Ik leg haar weer neer en ze kijkt me lachend aan. "Ze hebben verder onderzocht en er is een kans dat ik kan gaan voetballen." Ik kijk haar met grote ogen aan en omarm haar. Ze houdt me stevig vast en ik ga een paar keer door haar haar. "Dat is geweldig, kunnen we nu naar het ziekenhuis?" Vraag ik. Ze knikt en zegt: "Ik zeg het tegen Kef en Juul."

We zitten in de auto op weg naar het ziekenhuis. Ik ben zo blij voor haar! Ik zoek een parkeerplaats en haal de sleutels eruit.

Kevin en Julia staan al bij de ingang en samen lopen we naar binnen. We lopen naar de vrouw aan de balie en die zegt dat we even moeten wachten.

We nemen plaats en kletsen wat als we een stem horen. "Mevrouw Graven?" Annabel staat op en we lopen achter haar aan. We lopen de wachtkamer binnen en gaan zitten. De dokter begin te vertellen: "Een goede dag Annabel ik heb goed nieuws voor jou, wij hebben namelijk verder onderzocht wat er met jou aan de hand kan zijn en hebben iets aan jou nier gevonden. Wij zijn dus tot de conclusie gekomen dat als jij een goeie donor heb jij weer kunt gaan voetballen maar er is een probleem, het kan namelijk niet iemand van jou familie zijn dus moet iemand met dezelfde bloedgroep als jij een nier doneren." Meteen zijn Julia, Kevin en ik alert. "Dus wij kunnen haar helpen?" Zegt Kevin. De dokter knikt. "Als jullie het willen proberen kunnen wij meteen kijken of je een match hebt." Annabel knikt en kijkt ons een voor een aan waarnaar ze fluistert: "Nee. Ik hoef het niet. Ik wil niet dat een van mijn vrienden een operatie moet ondergaan alleen maar omdat ik een nier nodig heb. Nee, dan voetbal ik maar niet meer." De dokter trekt een bedenkelijk gezicht en er valt een stilte. "Annabel, jij wilt het niet maar we zijn je vrienden en wij helpen je. Dokter wat moeten wij doen?" Zegt Julia. "Nee! Nee! Echt nie-" Kevin onderbreekt haar: "Annabel, wij gaan jou helpen of je dat wil of niet." Ze zucht en ik zeg: "Annabel, wij zijn er voor je." Ze pakt mijn hand en ik geef er een kneepje in. Ze kijkt de dokter aan en knikt.

We lopen door een lange gang en staan uiteindelijk voor een deur. De klink gaat naar beneden en we lopen naar binnen en ik zie allemaal naalden. "Wie eerst?" Ik steek mijn hand op en ga zitten. Ik stroop mijn mouw op en voel de tocht op mijn arm. Hij doet de band om en steekt de naald in de ader van mijn arm. Langzaam vult hij een paar buisjes. Na een paar buisjes verwijdert hij de naald en zet er een pleister op. Ik sta op en Annabel kijkt me met een het-spijt-me-zo blik aan. Ik loop naar haar toe en geef haar een snelle kus op haar lippen. "Next?" Zegt de dokter. Kevin loopt ernaar toe en de dokter doet hetzelfde bij hem als dat hij bij mij gedaan heeft. Hij staat op en Julia gaat zitten. Ze pakt de hand van Kevin en de naald gaat door haar arm. Ze blijft de hele tijd naar Kevin kijken die haar kalmeert. Als ook Julia klaar is pakt Kevin haar hoofd tussen zijn handen en kust haar op haar voorhoofd. Annabel zucht en fluistert: "Het spijt me zo." Ik sla mijn armen om haar heen. Ik laat haar weer los en Julia omarmt haar ook en Kevin geeft haar ook een knuffel. "Het komt allemaal goed." Hoor ik hem zeggen. Ze knikt tegen zijn schouder aan en loopt weer naar mij toe. Ze pakt mijn hand en vlecht haar vingers door de mijne. We lopen achter de dokter aan terug naar waar wij vandaan gekomen zijn.

We zitten weer in de wachtruimte en de dokter komt weer naar buiten. "Is het goed als  jullie morgen terugkomen?" We knikken, groeten hem en lopen naar buiten. Ik voel hoe gespannen Annabel is. Ik laat haar hand los en sla mijn arm om haar heen. Ik trek haar dicht tegen me aan en voel hoe ze zich een beetje ontspant. "Rowan, wij zijn ervandoor. Wij zijn morgen bij jullie om 10:00." Ik knik en we zwaaien ze na.

Annabel kijkt op en zegt: "Zullen we even naar de plek lopen voor we naar huis gaan?" Ik glimlach en knik. We slaan een bospaadje in en lopen door de bomen. "Rowan, denk je dat het lukt?" Ik knik en zeg: "Zeker weten." Ze stopt en draait zich naar me om. Ik sla mijn armen om haar nek en voel hoe haar handen een weg naar mijn heupen vinden. Zo blijven we even staan en ze zucht. "Je bent echt het beste wat me is overkomen Rowan." Mijn hart smelt van deze zin en ik glimlach: "En ik kan niet meer zonder jou." Ze maakt zich los uit de omhelzing en drukt een kus op me lippen. Ik voel dat ze zich terug wilt trekken maar ik plaats mijn hand onder haar kin waardoor ik de kus rek. Ze gaat er in mee en ik speel met haar onderlip. Mijn andere hand plaats ik in haar nek. Haar armen houden zich stevig vast aan mijn onderrug en ik kan het niet laten om een zacht beetje in haar lip te geven. Ze kreunt zachtjes en ik voel de wind een beetje waaien. Ik trek haar dicht tegen me aan en voel hoe ze de kus heftiger maakt. Verlangen speelt bij ons altijd een rol en ik kus haar terug. Ik krijg het warm maar wil niet stoppen totdat ik een fietsbel hoor. Gefrustreed laat ik los en draai me naar de persoon om.

Megan.

"Sorry, ik wilde jullie niet storen maar jullie staan midden op de weg." Ik zet een stap opzij en laat haar erdoor. Ik kijk haar verbaasd na als ik haar hoor mompelen: "Jij wordt de mijne." Annabel draait zich verschrikt om en zegt: "Wat bedoelt ze daar mee?" Ik schud mijn hoofd en fluister: "Ik weet het niet..." Ze pakt mijn hand en we lopen door. "Annabel, wat Megan jou ook gaat zeggen, alsjeblieft, ik smeek je. Luister er niet naar." Zeg ik. Ze knikt en geeft me een kneepje in mijn hand.

The boy that i loveWhere stories live. Discover now