-Annabel

1.5K 69 17
                                    

Ik hap meteen naar adem als ik Beau en Dave zie op gaan in verschroeid hout. Ik knijp in Rowan zijn hand en ik kijk vlug om me heen. Langzaam vult mijn neus zich met rook en ik begin te hoesten. Mijn hoofd begint te draaien en de hitte komt in aanraking met mijn huid. Het voelt alsof alles wegschroeid en ik kijk benauwd om naar Rowan. De vlammen komen steeds dichterbij en beetje bij beetje begint het hout in te zakken. In een fractie van een seconde klemt Rowan zijn hand om de mijne en trekt hij me mee. Mijn nek is nat van het zweet en Rowan zijn hoofd glimt van de zweetdruppels die er langs lopen. We rennen door de gangen die ondertussen vol zitten met vlammen. Aan het einde van de gang is een deur en meteen laat Rowan mijn hand los. Hij gooit zichzelf tegen de deur aan en hij kraakt. Ik kom naar hem toe als ik opeens een verstikkend gevoel krijg. Ik begin te hoesten en ik voel me licht worden. Mijn adem verzwakt en ik hoor vaag op de achtergrond het kraken van de deur en de beuk van Rowan zijn schouder. Ik buig voorover en voel de hitte. De vlammen. Ik leg mijn handen op mijn knieën en hoest zo hard als ik kan. Ik hoor een knal en weet dat Rowan de deur heeft opengebroken. 
Hij pakt mijn hand en we lopen naar binnen. Rowan gooit de deur weer dicht en we staan in een kamer. Ik hoest nog wat en ik hoor Rowan ook af en toe met zijn keel schrapen. Deze kamer is nog niet bezaaid met vlammen en verderop zien we een raam. Ik kijk de kamer rond als ik een boek zie. Ik loop ernaartoe als Rowan zegt: "Annabel, geen tijd, kijk." Hij wijst naar de deur en ik zie hoe de deur weg schroeit. Ik hap naar adem en neem het boekje vast. Ik loop naar Rowan als er opeens een man uit een hoekje komt. Hij heeft een mes en komt regelrecht op me af. Ik deins achteruit en het boekje valt op de grond. Rowan aarzelt geen moment en stort zich op de man. Inmiddels zijn de vlammen aangekomen in de kamer en ik schreeuw: "Rowan, we moeten gaan!" Rowan geeft de man een klap en meteen valt hij neer. Het mes klettert neer en ik kijk naar het boekje dat inmiddels aan het wegbranden is door de vlammen. Mijn longen vullen zich met rook en ik kijk naar de man. Als we hem hier zo laten liggen gaat hij een gruwelijk dood tegemoet. Ik open het raam en ik voel meteen de frisse lucht. Beneden zien we allemaal ambulances, politie auto's en een trampoline. Meteen komen de brandweermannen in actie en beginnen ze te seinen. Ik draai me naar Rowan en hij heeft de man vast gepakt. Langzaam komt de man weer bij en hij kijkt Rowan met grote ogen aan. "Niet kijken, springen." Zegt Rowan tegen de man en hij gooit hem uit het raam. Hij belandt op de trampoline en meteen wordt hij opgenomen door een paar mensen die uit de ambulance zijn gestapt. De trampoline is weer vrij en ik kijk naar Rowan. De vlammen komen steeds dichterbij en ik kijk naar het kozijn die langzaam in aanraking komt met het laaiende vuur. Rowan tilt me op het kozijn en ik kijk nog een keer naar hem om. Hij drukt kort zijn lippen op de mijne en ik voel zijn warme hand voor een laatste keer tegen mijn wang.

En ik spring.

De plotselinge wind doet mijn longen dubbel klappen en ik zie hoe de trampoline langzaam naar me toe komt. Ik slinger mijn benen naar voren en ik wacht tot de terugkaats. Mijn voeten raken het verende kleed en meteen word ik opgevangen. Mijn hele lichaam trilt na en ik voel een hand op mijn schouder. Ik word van de trampoline afgehaald en ik kijk omhoog. Rowan wilt op het kozijn stappen als hij opeens wordt opgeslokt door alle vlammen.

Ik hap naar adem en begin te gillen. Zo hard als ik kan. "Rowan!" Ik probeer om me heen te kijken en kijk weer omhoog. "Rowan! Rowan spring door de vlammen!" Schreeuw ik. Ik zie hoe hij terug de kamer in gaat en ik begin nog harder te gillen.
Hij overleeft dit niet.
"Rowan!" De tranen beginnen over mijn wangen te rollen en ik voel een paar sterke handen om me heen. Ik word getrokken in een omhelzing als ik me los probeer te wringen. Ik duw de persoon van me af en kijk blind omhoog. Ondertussen staat het hele huis in brand en zie ik alle brandweermannen in de weer om te proberen het vuur onder controle te krijgen. Mijn ogen worden groot en ik gil.
Nog erger dan ik ooit heb gegild.
Ik voel weer een paar armen en ik sla ze weg. Ik wil naar het huis toe lopen als ik word vastgepakt. Ik probeer me los te rukken maar het lukt niet. "Rowan! Rowan!" Gil ik in de hoop dat hij me hoort, maar dat... Kan niet meer.
Ik voel een paar armen om me heen en ik begin te huilen. Zo hard dat ik niet eens weet of het gezond is. Ik begin te hoesten en ik knijp mijn ogen hard dicht. "Iedereen de ambulances in!" Schreeuwt iemand. Ik duw me van de persoon weg en ik kijk op.
"Mama?" Fluister ik. "Mam, waar is Rowan." Ik kijk naar haar en haar kleren zijn kapot. Schrammen lopen over haar ontblote armen en benen. Ik zie niks meer helder door alle tranen die over mijn wangen lopen en ik weet dat zij hetzelfde antwoord heeft als dat de realteit is. Ik kijk omhoog en ondertussen is het vuur onder controle. Ik kijk naar het raam waar ik net uitgesprongen ben en mijn moeder pakt mijn hand. Ze knijpt en meteen denk ik aan het moment van net dat Rowan mijn hand vast had. Hij moet het overleeft hebben. Dit kan niet. Hij kan niet weg zijn. Hij was net bij me. 
Ik druk mijn nagels in mijn handpalmen en ik fluister nog één keer zijn naam. "Rowan." Mijn hart valt uit elkaar en ik laat me op mijn knieën zakken. Ik leg mijn hoofd in mijn handen en ze worden nat van de tranen die mijn lichaam afgeeft. "Rowan." Snik ik. Mijn hoofd begint te bonzen en ik denk niet meer helder na. Het enige wat door mijn hoofd stroomt.

Hij heeft het niet overleeft.

Wow jongens, pfff heftig dit hoofdstuk omg. Maar ik wilde zeggen! Mijn boek is gewoon bijna uit! Hij is echt bijna uit gewoon omg. Ik besef het haast niet. Volgende hoofdstuk komt zo snel mogelijk. En tja het einde van dit hoofdstuk... :$ 
Ik hoop dat jullie het wat vinden, want ik moet weer weg! Enjoy, en tot snel! :D

The boy that i loveWhere stories live. Discover now