-Annabel

1.6K 77 9
                                    

Knipperend open ik mijn ogen. Ik wil me bewegen als ik een gemene steek door mijn hoofd voel gaan. Mijn ogen moeten even wennen aan het weinige licht en ik open mijn ogen helemaal. Als ik even om me heen kijk voel ik iets warms langs mijn nek lopen. Ik haal mijn hand omhoog wat echter niet lukt. ik kijk omlaag en zie dat een dikke touw, striemen achterlaat op mijn polsen. ik kijk naar voren en tref daar Grace en Julia aan, net als ik, vastgebonden. Langzaam borrelt er een paniekerig gevoel omhoog. Ik wil me kunnen bewegen wat alweer niet lukt. ik draai voorzichtig mijn hoofd en zie Kevin en Rowan, bloedend op de grond. Langzaam worden mijn ogen groot als ik me langzaam herinner wat er allemaal gebeurd is. Veel weet ik niet maar wat ik wel weet. is dat we niet meer in het ziekenhuis zijn. Het paniek wordt met de minuut groter en ik weet dat ik nu wat moet doen. Ik hoor een paar stemmen op de gang en draai me langzaam naar het geluid. Een deur gaat open en een lichtstraal zorgt ervoor dat ik meer kan zien. Het felle licht doet me mijn ogen sluiten en vrijwel meteen open ik ze weer. Ik kijk recht in de ogen van een jongen. Zijn blonde haren zitten warrig om zijn gezicht en zijn blauwe ogen hebben iets mysterieus. Zijn blik boort zich dwars door me heen en meteen voel ik me ongemakkelijk. Een grijns vult zijn gezicht en zijn kille stem vult de kamer. Hij kijkt om en zegt tegen een paar andere mannen: "Breng die meiden weg." Zijn stem doet me de rillingen over mijn rug lopen en ik weiger te antwoorden. Langzaam verdwijnt zijn grijns en hij komt de kamer binnenlopen, gevolgd door een man. Hij knipt het licht aan en ik herken zijn stem. "Dus, wakker?" Kippenvel verspreidt zich over mijn lichaam en zonder dat ik het doorheb begin ik te trillen. De jongen loopt naar Kevin en Rowan en hurkt naast ze neer. "Psst, wakker worden jullie, of ik zorg er zelf voor." Ze veroeren echter geen vin en de jongen pakt Rowan ruw bij de arm. Een kreet vult de kamer en langzaam opent hij zijn ogen. Een donkere gloed, vol woede. Rowan zijn haren zitten vastgeplakt door het opgedroogde bloed, zijn schouder ziet er niet best uit en een wond loopt over zijn achterhoofd, door naar zijn nek. Een steek van verlangen gaat door me heen en ik  klem mijn kaken op elkaar. Rowan ziet me zitten en kijkt me aan. Een schuldgevoel vindt een weg naar mijn gedachtes en ik bijt op mijn lip. Een zwakke glimlach doet bij mij mijn mondhoeken omhoog krullen en in een fractie van een seconde hoor ik een doffe klap. Rowan grijpt naar zijn wang en kauwt aan de binnenkant van zijn wang. Weer slaat de jongen hem en ik gil. Mijn stem klinkt schor en gebroken en ik zie hoe Rowan zich laat vallen op de koude, harde vloer. De man staat maar verveeld voor zich uit te staren en als hij me opmerkt grijnst hij kort. Ik draai mijn hoofd weg en kijk naar de grond. De eerste tranen rollen over mijn wangen en ik blijf naar de grond kijken, totdat ik twee vingers onder mijn kin voel. Een rilling gaat over mijn rug van deze aanraking en langzaam wordt mijn hoofd gedwongen opgeheven. "Schoonheden huilen niet." Fluistert hij en hij buigt zich naar me toe. Zijn lip raakt mijn oor en ik huiver. "Als je meegaat, laten we hun met rust." De tranen stromen over mijn wangen en ik sluit mijn ogen. Ik voel hoe hij zich terug buigt en ik open mijn ogen weer. Rowan ligt bewegingloos op de vloer met Kevin naast zich. Ik zie hoe de jongen weer naar hun toe loopt en hij haalt uit. Voordat hij Kevin raakt schreeuw ik zo hard als ik kan: "Stop." Met een grijns draait de jongen om en hij zegt: "Goeie keuze schoonheid." Ik knars mijn tanden en sis: "Noem me niet zo." Hij grinnikt, wat eerder lijkt op het gekras van een groep vogels. "Laten we je vriendjes het nieuws even melden, dan kunnen we gaan." Ik slik moeizaam en hij komt naar me toe lopen. Hij maakt me los en meteen haal ik uit. Zijn wang wordt langzaam rood en hij grijnst. "Wat aardig weer. Maar wek je vriendjes en zeg dat het tijd is om te gaan." Ik sta op en ga dreigend voor hem staan. Ik draai me om en snel me naar Rowan en Kevin. Langzaam maak ik ze wakker en ze openen hun ogen. Rowan komt moeizaam overeind en omhelst me vrijwel meteen. "Annabel." Fluistert hij. De tranen stromen weer over mijn wangen, als ik zijn stem hoor. Ik laat hem los en raak langzaam zijn lippen. Ik laat weer los en hij kijkt me aan. Hij denkt precies hetzelfde als ik.

Het is nog niet voorbij,

het is pas net begonnen.

Zo sorry van de late update! Maar hier een hoofdstukje! Ik hoop dat het niet saai is of dat jullie het boek vergeten zijn!
XxMy

The boy that i loveWhere stories live. Discover now