-Rowan

2.1K 77 16
                                    

Ik steek mijn handen in mijn zakken en loop een beetje afwezig door. Langzaam kom ik uit bij de grote weg en kijk achter me. De bomen voelen vertrouwd aan en ik kijk weer naar voren. Ik hoor het ritselen van de blaadjes en adem de frisse lucht in. De wind waait een beetje en mijn haren dansen om mijn gezicht. Als ik bij de weg kom, is het er rustig, dus zonder nadenken steek ik de weg over. Als ik aan de overkant ben, loop ik door naar mijn straat, en zucht.

Ik open de deur en schop mijn schoenen uit. Mijn jas hang ik op en ik loop door naar de woonkamer. Ik zie mijn mobiel liggen en zie dat ik twee gemiste oproepen heb. Net als ik ze wil openen klinkt mijn ringtone. Ik neem op en zeg: "Met Rowan." Een zucht, die wordt gevolgd door Julia haar stem: "Rowan, kom zo snel mogelijk naar het ziekenhuis!" Verbaasd wil ik doorvragen, als ik hoor dat ze al heeft opgehangen. Meteen ren ik naar de keuken, slinger mijn autosleutels van het rekje en doe mijn spullen weer aan. Met een ruk open ik de deur, en gehaast sluit ik het slot, waarnaar ik naar,mijn auto loop.

"Rowan!" Julia komt naar me toe en omhelst me. Ik sla kort mijn armen om haar heen en laat haar dan los. "Waar is Annabel?" Ze haalt diep adem en zegt: "Het gaat goed met haar, maar niet met Daan." Mijn ogen worden groot en ik kijk haar aan. "Hij was opeens opgenomen, Annabel us nu bij hem." Ik knik zonder echt besef en we gaan zitten. Zou het goed gaan met Daan? Is alles okay? Hoe zou Annabel zich voelen? Zou ze nog boos op me zijn? Ik leg mijn hoofd in mijn handen en laat mijn ellebogen op mijn knieën rusten, wachtend op wat er komen gaat. Opeens hoor ik allemaal schreeuwende mensen. Ik sta met een ruk op en kijk naar het witte gezicht van Daan, zijn ogen wijd open. Ik wil naar hem toe, als ik een hand op mijn arm voel. Ik kijk om en Julia kijkt me aan. Ik kijk weer naar de dokters die inmiddels uit het zicht zijn. Ik loop naar de wc, sluit de deur en kijk in de spiegel. Ik zet de kraan aan en plens wat koud water in mijn gezicht. Een rilling loopt over mijn rug en ik droog mijn handen en mijn gezicht af, aan een papieren doekje. Ik zucht, haal diep adem en zet mijn hand op de klink. Ik duw hem naar beneden en draai me om, om het weer te sluiten. Ik zie Annabel en wil meteen naar haar toe rennen, haar vastpakken. Ze glimlacht even, maar zo snel als hij er is, verdwijnt hij ook.  Zonder dat ik het doorheb krullen mijn mobdhoeken omhoog. Als ik me bedenk, dat het niet kan, laat ik ze weer hangen en ik kijk haar aan.  Meteen ontstaat er een ongemakkelijke stilte tussen ons. Ik haal mijn hand omhoog en krabt achter mijn hoofd. De ruimte tussen ons is onverdraaglijk en het doet me pijn. Ik wil gewoon bij haar zijn, dat is alles. Ik hoor haar zuchten, en ze bijt op haar lip. Ik kan niet meer en waag het erop: "Annabel ik wil z-" Ik word onderbroken, door Annabel haar armen die ze stevig om me heen slaat. Ik sla mijn armen ook om haar middel en een gelukzalig gevoel gaat door mijn lichaam. Hier verlangde ik naar, haar fijne geur, haar adem die in mijn nek kriebelt. Ik verstevig mijn grip en blijf haar vast houden. Op dit moment besef ik me pas, hoe erg ik haar gemist heb. Hoe erg ik het vond, dat ze boos op me was. Of is. Ik weet het even niet meer, maar wat ik wel weet, is dat ik Annabel, mijn meisje, in mijn armen heb. Ik voel haar snikken en ze begint te huilen. Ik sla mijn armen nog dichter om haar heen en fluister: "Ik ben bij je, er is niks aan de hand." Ze knikt, tegen mijn schouder aan. Ik haal haar van mijn schouder, maar houdt de ruimte beperkt. Haar armen in mijn nek, heb ik zo gemist en ik kijk haar aan. Ik zie dat ze glimlacht en ik kijk haar aan. Ik haal mijn hand omhoog en ga door haar haren. Ik zie dat haar hand richting mijn gezicht gaat, en ze raakt kort mijn wang aan. Een warme tinteling achterlatend op mijn gezicht. Het voelt fijn, zo met Annabel staan. Met Annabel in mijn armen, waar ik haar kan beschermen, waar ik haar kan voelen, waar ik haar kan vasthouden.Ik zucht. "Annabel, het spijt me." Fluistert ik. Langzaam ontstaan er weer tranen achter haar ogen en even denk ik dat het niet meer kan. Ik ga nog altijd door haar haren en waag een laatste poging, mijn laatste. Misschien moet ik haar echt laten gaan.. Ik zucht en voel haar zachte haren, die mijn vingers strelen. "Het spijt me."Fluister ik. Ze kijkt me nog altijd aan en begint met haar hoofd te schudden: "Je hoeft geen sorry te zeggen, ik heb me zo stom gedragen en ik had je moeten vertrouwen. Ik moest natuurlijk aan mezelf denken terwijl jij er misschien heel anders over dacht, ik heb niet naar je geluisterd ofzo en ik wil gewoon dat je weet dat ik het niet zo bedoelt heb en dat ik a-" Ik onderbreek haar door mijn lippen op de hare te zetten. Een schok vult mijn aderen en ik voel me weer gelukkig. Iets wat een seconde of drie duurt, laat zij duren tot ongeveer een uur. Ik weet niet of ik er goed aan gedaan heb, en zeg: "Je praatte te veel." Als ik zie dat ze grijnst, haal ik onopgemerkt adem. Ze grijnst nog steeds als ze zegt: "Serieus." Ik knik, en begin ook te grijnzen. Ik hoor haar ook opgelucht adem halen en voel haar handen weer om mijn nek. Ik neem haar vast, en wrijf over haar rug. Ik voel dat ze het niet meer aan kan, en een seconde na die gedachte begint ze te huilen. "Rowan?" Komt er fluisterend uit. Zonder dat ik het hoeft te horen, weet ik dat ze aan Daan denkt. Ik neem haar nog steviger vast en knik: "Het gaat goed met hem, maak je maar geen zorgen." Ze glimlacht en we laten los. Ik pak haar hand, en zeg twijfelend: "Heb ik weer toestemming je Bella te noemen?" Ze grinnikt, en knikt. Een opgeluchte zucht verlaat mijn mond en we lopen terug. Ik zie Julia en Annabel oogcontact maken en we gaan zitten. Annabel leunt op mijn schouder en ik sla mijn arm om haar heen. "Ik heb je gemist." Fluister ik, en geef haar een kus op haar haren. Ze kijkt eventjes op en zegt: "Je wilt niet weten, hoeveel ik jou gemist heb." Ik glimlach en geef haar heel licht een kus op haar lippen. Als we loslaten voel ik aan Annabel dat ze moe is. Ik ga door haar haren en zeg: "Slaap maar, ik ben bij je. Als er nieuws is, maak ik je wakker." Ze knikt en niet veel later hoor ik haar regelmatig ademhalen.

Ik zit nog altijd, in dezelfde houding als twee uur geleden en het doet me goed dat Annabel wat ontspannen is. Haar schouders gaan regelmatig op en neer en ze is nog niet wakker geworden. Ik ben ook niet van plan het te doen, tenzij er nieuws is over Daan. Ik hoop, met heel mijn hard, dat hij okay is. Ik weet niet wat Annabel haar reactie zou zijn als hij er niet meer was... Dan zie ik zijn lachende gezicht voor me, zijn bruine haren, zijn kuiltjes die me altijd aan Annabel doen denken. Het kan niet, het mág niet. Ik voel Annabel bewegen en ik geef haar een kus op haar voorhoofd. Ik glimlach en blijf maar denken dat ik Annabel terug heb. Ik laat mijn hoofd rustig leunen op de hare en laat alles door me heen gaan. Ik schrik op van Annabel die fluisterd: "Is er nieuws over Daan?" Ik schud mijn hoofd en ze haalt haar hoofd van mijn schouder. Inmiddels is het donker geworden buiten, en je ziet dat de herfst bijna begint. Ze loopt naar het raam en kijkt naar buiten. Ze kruist haar armen voor haar borst en sluit haar ogen. Ik sta op en sla van achteren mijn armen om haar middel. Ze legt haar achterhoofd op mijn schouder, met nog altijd haar ogen gesloten. "Ik wil weten wat er aan de hand is, Rowan." Ik sluit mijn armen rond haar buik en knik: "Ik ook, maar Annabel, het komt goed." Ze vlecht haar handen door de mijne en zo staan we voor het raam, denkend aan Daan. We worden uit onze gedachte gehaald als we een stem horen: "Annabel?" We draaien ons om, en zien de dokter staan. Meteen komen we voor hem staan en Annabel pakt mijn hand, die ze langzaam fijnknijpt.

"Annabel, over Daan..." We kijken hem met grote ogen aan en hij haalt een hand door zijn haren: "Hij is in onstabiele stand, en zou zo weer weg kunnen vallen. Hij heeft het overleeft en we zijn ergens achter gekomen..." Annabel haar ogen beginnen te wateren en ze fluistert: "Wat?" De dokter glimlacht en zegt: "Daan heeft door alle goeie zorg, zijn tumor onder controle gehouden. Hij werd onwel doordat de tumor kleiner is geworden. Er is alleen een klein probleempje. We kunnen de tumor verwijderen, maar we kunnen je ouders niet bereiken. Wat het échte probleem is. Als we hun niet kunnen bereiken kunnen we geen operatie doen, en dat zou Daan fataal kunnen worden." Ik zie Annabel nadenken en ze zegt: "Kan ik toestemming geven? Of Grace?" Hij twijfelt en zegt: "Dan heeft Grace de grootste kans..." "Dan geef ik toestemming." Klinkt Grace haar stem, vastberaden. Ze gaat naast Annabel staan en de dokter knikt klein. "Dat moet lukken."

Hejhejjj, ik post heeeeeel laat, en dat spijt me! Eigenlijk wilde ik pas morgens posten, of zondag, maar speciaal voor @Fraukje16 wat eerder. Het spijt me van je rapport, gewoodoor blijven gaan! Het komt allemaal goed ;)
Lees, comment ,vote
Ciaooo

The boy that i loveWhere stories live. Discover now