-Annabel

1.5K 66 7
                                    

Ik volg de gang waar Beau en Dave in verdwenen zijn en hoop hun stemmen te kunnen horen. Ik hoor Jack nog roepen maar ik loop stevig door. Mijn handen zijn tot vuisten gebald en ik loop boos te zoeken naar Beau. Wie is Mia? Had Dave zich vergist met iemand die hij kent? De vragen blijven zich opstapelen en ze blijven allemaal onbeantwoord. Als Jack hier is, waar is mijn moeder dan? Ik schud mijn hoofd en zie een deur. Zonder na te denken duw ik de klink naar beneden en wil de deur open zwaaien als iemand me tegenhoudt. Zijn hand ligt over die van mij en hij zorgt ervoor dat ik geen kracht zet. "Wat the-" "Annabel, niet vloeken." Ik kijk omhoog en zie Beau. "Als ik mijn hand weghaal, doe jij het ook." Zegt hij op milde, maar strenge toon. "Sure, wat jij wilt." Antwoord ik en hij laat mijn hand los. Langzaam laat ik mijn hand van de klink glijden en leun ik met mijn schouder tegen de muur aan. "Beau, wat doet mijn vader hier?" Hij kijkt me aan en rekt zijn armen even uit. "Annabel, dat is een lang verhaal. Hij is in ieder geval niet de man die je dacht dat hij was. Hij is het nooit geweest, als ik het zo mag zeggen." Zijn ogen boren zich door me heen en ik kan niks anders doen dan hem aankijken. "Hij heeft niet jarenlang gewerkt voor een 'geheime' dienst. Hij heeft al die tijd zijn schulden proberen af te lossen. Aangezien het niet is gelukt heeft hij zich weer bij ons aangemeld en hoeft hij ze niet meer te betalen." Ik kijk hem verward aan en schud met mijn hoofd. "Dat-Dat is onmogelijk. Hij heeft me jarenlang naar school gebracht, hij heeft me alle grepen geleerd om iemand van me af te slaan en dan kom je met dit verhaal. Hij is gewoon een man die een vader is voor zijn kinderen." Ik schud steeds heftiger met mijn hoofd en ik hoor Beau vol medelijden zuchten. "Annabel, ik herken mezelf hierin, alleen heb ik geen moeder waar ik heen kan." Ik kijk naar de grond en verwerk de woorden in mijn gedachten. "Beau, wie is Mia?" Meteen schiet mijn hoofd omhoog en zie ik al zijn kleur langzaam wegtrekken.
"Waar heb je dat gehoord?" Komt er kil uit zijn mond. "Maakt niks uit, wie is dat?" Opeens pakt Beau me bij mijn arm en trekt hij me mee. Verbaasd van zijn actie laat ik me meetrekken en voor ik het weet staan we in een kamer en heeft hij de deur dichtgegooid. Zo te zien is het een grote bibliotheek en staan er metershoge kasten vol met boeken, nog meer dan in de kamer waar ik de laatste tijd veel tijd heb doorgebracht. Hij draait zich naar me om en bekijkt me van top tot teen. Schuddend met zijn hoofd zegt hij: "Je lijkt zo veel op haar." Hij gaat een keer door zijn haren en zegt: "Mia, was mijn vriendin." Ik zie dat deze woorden hem pijn doen en hij doet moeite om niet in elkaar te storten. "Was..?" Komt er twijfelend uit mijn mond. Meteen kan ik mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Hij glimlacht zonder gevoel en hij zegt: "Ze is." Hij zucht en gaat verder: "Dood." Meteen schrik ik en zeg: "Het spijt me." Schuldgevoel kruipt omhoog en hij schudt zijn hoofd. "Is niks, kon je niet weten." Ik haal mijn schouders op en ik zeg: "Beau, wat is er toch allemaal aan de hand?" Hij haalt zijn handen omhoog en gaat door zijn haren, waarnaar hij ze ze daar laat liggen. "Annabel, het is te ingewikkeld allemaal." Ik zet een stap in zijn richting en zeg: "Waarom doe je dit Beau? Wat doen jij en Dave hier?" Hij legt zijn hoofd in zijn nek, nog steeds met zijn handen in zijn haar en hij klemt zijn kaken op elkaar. "Beau." Opeens schreeuwt hij door de kamer: "Ik weet het niet!" Hij kalmeert en fluistert: "Ik weet het écht niet." Hij gaat zitten op één van de stoelen en legt zijn hoofd in zijn handen. "Ik wil hier zo graag weg, ik wil dat Dave naar school gaat, een goed leven heeft. iets van zijn leven maakt! Niet als ik, niet als mijn leven. Annabel, je snapt het niet. Mijn vader, is Jack. De vader die zich jarenlang heeft voorgehouden als jouw vader is míjn vader. Maar hij verdient het niet om vader genoemd te worden." Hij laat zijn tanden zien en bijt zo hard dat zijn tandvlees langzaam zijn kleur verdient. Zijn knokkels worden ook wit en hij fluistert zo kil, dat de rillingen over mijn rug lopen. "Hij is een moordenaar." Mijn gezicht trekt wit weg en even denk ik dat mijn benen het begeven. Zonder dat ik het doorhad heb ik mijn hele wang opengekauwd en proef ik de ijzeren smaak van mijn bloed. "Beau i-ik snap het niet." Ik pak een stoel en schuif hem zo dat ik tegenover hem eindig. "Alsjeblieft Beau, vertel het me." Ik kijk naar hem en hij haalt zijn hoofd omhoog. "Annabel, als ik je dit vertel." Hij kijkt nog een seconde naar me en dan weer naar de grond. "Overleef je dit niet." Ik knijp mijn ogen stijf dicht en zeg: "Beau, dat maakt niks uit, vertel het me. Ik moet het weten!" Na een lange stilte komt er heel zacht uit zijn mond: "Okay, ik vertel het je." Hij gaat recht zitten en schraapt zijn keel.

The boy that i loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu