*hoofdstuk 18*

384 15 0
                                    

pov River

Met een grijns rennen we als twee wilde dieren door de gangen van school. Alles wat op onze weg in de weg ligt duwen we aan de kant, wat ons boze blikken oplevert van de mensen maar daar heb ik nu geen oog voor.

Het enige waar ik oog voor heb zijn die lange, krullende haren die in een taart zitten en vrolijk heen en weer mee bewegen, op die lange, slanke benen die snel afwisselend heen en weer bewegen.

Af en toe werpt Chloé me geamuseerde blikken toe.

Ze daagt me uit, waar ik me enorm aan opjaag want we zijn hier nu al zeker de helft van de pauze achter elkaar aan het rennen als twee idioten. Ze slaat af naar rechts en gaat de trappen op.

'Ook dat nog.' Mompel ik en begin hijgend aan de trappen en ga ze per twee op.

Ik weet niet hoe ze het doet maar ze rent de trappen op per vier en de afstand tussen ons wordt groter en groter. Uiteindelijk sta ik hijgend stil met mijn handen op mijn knieën. Hoe kan ze zo snel zijn. Haar conditie is uitstekend.

Dat is ook exact wat me steeds naar haar blijft aantrekken. Ze weet mij steeds te verbazen. Ik wil meer van haar ontdekken en zolang ik steeds dingen blijf ontdekken zal ik haar niet met rust laten. Ook al ontdek ik dan dingen via onze "koude oorlog" die we nu spelen.

'Wat is er Jacksons? Al moe?' Een geamuseerde stem doet mij opkijken, maar ik zie ze niet staan. Ik frons mijn wenkbrauwen.

Ik sta helemaal boven aan de trap, je kan niet nog een trap hoger nemen. Ik draai een rondje rond mijn as en zoek de zolder van school af.

'Zoek je me? Wie zoekt die vindt, maar als ik je vind dan eet ik je op.' Ze probeert het intimiderend te zeggen. Ik grinnik en loop de ruimte verder in, via mijn ooghoek hou ik nog altijd de deur in de gaten.

'Waar heb je die vandaan?' Lach ik. 'Van een sprookje. Of is dat van een mop?' Ik wil antwoorden maar merk dat ze het meer tegen haar zelf heeft.

'Komaan Chloé, waar zit je.' Geïrriteerd draai ik nog eens een rondje rond mijn as vanop de plaats waar ik nu sta. Ik heb al zeker zes keer de zolder afgezocht maar het lijkt of ze stof is geworden.

'Geef je al op? En ik maar denken dat jij een doorzetter was.' Geïrriteerd trap ik een beeldje omver.

'Wow, doe rustig dat beeldje deed niets mis.' Hoor ik haar stem opnieuw. Dat wil dus zeggen dat ze mij ziet.

'Jawel het stond in de weg.' Ze weet me goed te irriteren.

Ze weet het dat ze me irriteert met haar gedrag, dat hoor ik aan haar stem.

Ze speelt een spel met me, terwijl ik dat eerst aan het doen was.

Vaag hoor ik de bel gaan maar ik besteed er geen aandacht aan.

Ik moet en zal Chloé te pakken krijgen.

Ik loop naar het midden van de ruimte en draai nog eens een rondje.

'Chloé, dit is niet grappig. Als je wilt dat ik je minder zal straffen dan moet je nu tevoorschijn komen.' Probeer ik dreigend te zeggen.

'Euh nee, wat denk je dat ik nu gezellig met mijn handen in de lucht naar je toe kom en mij gewonnen geef. Dacht het niet. En is verstoppen zodat de zoeker u niet vindt juist de bedoeling van verstoppertje?' Ik hoor dat ze geamuseerd is.

Geïrriteerd zeg ik: 'Volgens mij spelen wij geen verstoppertje.'

'Nee?'

'Nee.' Zucht ik.

'Dan zeg ik dat we nu verstoppertje spelen. En jij bent de zoeker.' Een geïrriteerde kreun verlaat mijn mond.

'Komaan, ga je je de hele dag verstoppen voor me? Ooit me je wel tevoorschijn komen. Voor eten, wc ofzo.'

Welcome to the world of the maffia ✔Where stories live. Discover now