*hoofdstuk 47*

308 12 0
                                    

pov Chloé

Ik draai mij om en kijk Chase aan die in de deuropening is blijven staan.

'Wat is dit?' Vraag ik, maar ik betwijfel of ik die vraag aan hem stel of meer aan mezelf.

'Ik weet het niet Chloé, ik weet het niet.' Zuchtend loop hij naar mij toe en slaat zijn armen om mijn heen. 

Stevig sla ik zijn armen om zijn nek en sluit mijn ogen. 

Het beeld van mijn broer en Gilles al zoenend verschijnt voor mijn netvlies.

'Ik wil hier weg, we gaan terug naar het hoofdgebouw en zoeken daar verder uit waar hij kan zitten.' Besluit ik en laat hem los.

Chase knikt en samen lopen we terug de trap af.

'Oké, dus jullie hebben hem niet gevonden?' Vraag ik nog eens voor de zekerheid.

'Nee.' 

'Goed, dan gaan we terug naar huis en kijken daar verder. Ik wil hem vandaag nog vinden.' Besluit ik. 

We lopen terug de woonkamer uit en lopen het huis terug uit.

Net als ik het trapje van de voordeur wil aflopen uit een stem me tegen.

'Wacht.' 

Ik verstijf in mijn pas en blijf met mijn rug naar de hal staan.

'Chloé, wat is er? Ben je-' Chase stop midden in mijn zin als hij ook Gilles heeft opgemerkt bovenaan de trap. 

Meteen richt hij zijn wapen op hem.

Ik draai mijn hoofd en zie Gilles langzaam trede per trede de trap afkomen.

'Kom geen stap dichter, klootzak.' Dreigt Chase hem. 

Gehoorzamend blijft Gilles staan die enkel oog voor mij heeft.

'Vijf jaar.' 

Ik draai me volledig, hem zo het teken geven om verder te spreken.

'Vijf jaar gelden heb ik iets gedaan waar ik enorm veel spijt van heb. Elke dag sta ik op en leef ik met een onleefbaar gevoel.' Begint hij.

'Haat. Haat voor mezelf.' Hoor ik daar nu zelfmedelijden?

'Je leeft anders nog, dus het moet zijn dat die haat nog leefbaar is. En hoe kan je nu spijt hebben van iets als jij de oorzaak daar van bent. Hoe kan jij spijt hebben. Het was tenslotte jij die de trekker overhaalde.' Vuur ik op hem af. 

'Ik wou het niet, echt niet maar ik moest.' Smekend kijkt hij me aan.

Ik schud mijn hoofd. 'Niemand heeft je verplicht om hem te vermoorden.' 

'Jawel, je moeder. Ik. Luister naar me Chloé, ze zijn iets van plan en jij bent het doelwit.' 

'Momenteel ben jij dat, dat besef je toch.' Zegt Chase tegen hem.

'Wat waren jullie.' Zeg ik, beide de vraag van Chase negerend.

'Wij waren samen.' Zijn blik wordt wazig en een glimlach komt op zijn gezicht.

'Luke was een fantastische jongen. Hij had zo'n groot hart. Hij vertelde veel over jou. We hielden onwijs veel van elkaar maar we wisten dat we nooit onze liefde openbaar konden maken hier, dus gingen we vaak weg.' 

Vragend kijk ik hem.

Lachend schudt hij zijn hoofd.

'Luke en ik waren helemaal niet mee op schoolreis.' 

Ik frons mijn wenkbrauwen en afwachtend staar ik hem aan.

Welke schoolreis?

'In het begin van het schooljaar, in het vierde middelbaar. De acht dagen Parijs? Zegt je niets?' 

Welcome to the world of the maffia ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu