*hoofdstuk 38*

317 14 2
                                    

pov Chloé

Voor het eerst in jaren voel ik me onwijs zenuwachtig. 

Ik speel met mijn vingers terwijl ik achter woorden zoek hoe ik het hem het best kan vertellen. 

'Ik weet niet waar te beginnen.' Begin ik. 

Bemoedigend neemt River mijn hand vast en geeft er een kneepje in. 

'We hebben tijd.' Glimlacht hij me toe. Ik glimlach klein terug. Hij buigt wat naar voren en drukt zijn lippen op de mijne. 

Rustig zoen ik terug. Elk detail van zijn lippen wil ik voelen en opslaan, want het kan misschien onze laatste kus zijn. 

Langzaam verlaten onze lippen elkaar terug. 

'Toe maar.' Moedigt hij me aan. Plaatst nog kort een zoen op mijn wang en leunt dan terug naar achteren. Zuchtend ga ik in kleermakerszit zitten.

'Ik ben dochter van een maffia baas.' De eerste woorden zijn eruit. Ik bijt op mijn lip en luister naar de reactie van River, want hem aankijken durf ik niet.

Ik hoor hem lichtjes naar adem happen maar daar blijft het bij. Opnieuw knijpt hij in mijn hand en vertel ik verder.

'Ik ben hier omdat ik een missie moet afronden. Elke nacht moet ik naar het hoofdgebouw en vertellen over de nieuwe info die ik over het doelwit verzameld heb.' 

Bijtend op mijn op mijn lip staar ik naar het meer. 

De duim van River wrijft geruststellend over de rug van mijn hand.

'Ik groeide op in een heel normaal gezin. Mijn vader ging gaan werken maar we wisten niet concreet wat hij deed van werk. We waren rijk en woonden in en groot huis, vaak waren kinderen jaloers op ons huis en wilden ze enkel vrienden met ons worden omdat we veel geld hadden.' Vertel ik verder.

'Mijn broer en ik waren twee handen op één buik. We konden alles tegen elkaar vertellen en konden altijd bij elkaar terecht. Zo ook wanneer onze moeder ons plots had verlaten en spoorloos verdwenen was. Ik was toen tien. Jaren hebben wij niets van haar gehoord. We leven verder met ons drieën en dat was oké. Mijn moeder was een persoon die-' Hoofdschuddend zoek ik achter de juiste woorden.

'Ze moest altijd haar zin krijgen, ze voelde zich heel wat omdat ze vrouw van was. Elke keer toen mijn vader op zakenreis was, wat toch ons vertelt werd eigenlijk moest hij weg voor zaken van de maffia, kwam er altijd een andere man. Die hing dan altijd met mijn moeder rond in haar slaapkamer. Ik weet nog dat we vaak vluchten toen we geluiden uit de kamer hoorden. We vluchten altijd naar hier. Dit was onze plek. We hebben hier zoveel gedaan. Gezwommen, geschaatst, spelletje gespeeld. Altijd als er ruzie was, en goh, wat hadden wij veel ruzie.' Ik grinnik aan de herinneringen die mijn gedachten binnendringen. 

Naast me hoor ik River ook lachen maar dan weer serieus naar me kijken. 

'Kwamen we altijd naar hier om onze ruzie uit te praten. Dat deden we altijd. Elke dag. Tot mijn broer zestien werd, ik was toen veertien bijna vijftien. De dag dat onze vader ons vertelde wat hij echt deed. Dat hij de maffia baas was en dat de vijand het op ons gemunt had. We moesten gaan trainen. We moesten leren schieten en mes werpen, leren hoe we ons kunnen verdedigen tijdens een gevecht.' 

Ik schud mijn hoofd en knipper de opkomende tranen weg.

'Ik was veertien en moest leren hoe je kon schieten enzo omdat onze eigen moeder ervandoor was gegaan met de vijand en wraak wou. Die man die iedere keer kwam, was de grootste vijand van mijn vader. Mijn vader had eens zijn opslagplaats vol met drugs en wapen in brand gestoken en daarom wou de vijand wraak. Zo gaat het nou eenmaal.' 

'Op een dag was er een missie gepland waarbij we iemand moesten terugbetalen voor iets wat hij gedaan had. Het was onze eerste echte missie waarbij we zouden oog in oog staan met de vijand zelf. Meestal deden we gewone en moesten we gewoon een verlaten gebouw binnen gaan en in brand steken.' 

Moeilijk slik ik als ik de emoties van toen terug voel. Het lijk of ik precies terug dat meisje ben van veertien. Ik zie het nog voor me hoe mijn broer voor me knielde en me in de ogen keek.

'Mijn broer stond erop dat ik thuis bleef, ik was daar nog niet klaar voor zei hij. Het zou te gevaarlijk zijn. Hoe ik ook protesteerde mijn broer vertrok en ik bleef alleen achter in de deuropening.' 

Meerdere tranen verlaten mijn ogen. Vlug veeg ik ze weg en vermand mezelf. 

'Het moest een gewone missie zijn, een missie wat die mannen al zo vaak gedaan hadden. Maar dat was niet. Mijn broer is alleen doorgegaan zijn voor een check-up op de bovenverdieping. Het was al te laat doen de mannen hem vonden. Mijn eigen broer is doodgeschoten geweest en die persoon is kunnen gaan lopen. Die persoon die op nog geen amper twintig meter van mijn kamer vandaan zit. De persoon die mij heeft aangeraakt en gezoend, is de moordenaar van mijn broer.' Zeg ik en probeer de brok in mijn keel weg te slikken.

'Gilles.' Hoor ik River zeggen. Ik knik.

'Gilles heeft mijn broer vermoord in opdracht van mijn moeder denken we. Mijn moeder was samen met meneer Debuyze. Onze grootste vijand, maar ook de vader van Gilles.  Onze wraak is Gilles vermoorden, maar het belangrijkste is weten waarom dat hij mijn broer vermoorde. Wat dat mijn moeder daarmee te maken heeft, waarom mijn broer. Daarom ben ik hier. Na vijf jaar gewacht te hebben is het zo ver. Volgende week donderdag is het exact vijf jaar gelden en vallen we het huis in van Gilles en krijgen we eindelijk antwoorden om onze vragen.' 

'Het was nooit de bedoeling dat ik jou zou tegen komen.' Begin ik terug na een stilte.

'Ja, tuurlijk zou ik je wel tegen komen maar het was niet geplant in hoever ik jou zou leren kennen. Maar je maakte het mij zo verdomd moeilijk River. Ik probeerde je constant weg te duwen maar iedere keer als ik je zag zitten leek het of mijn hersenen niet meer werkten. Ik heb geen spijt van die seks zaterdag, absoluut niet.' Ik neem zijn hand vast en zet me zo zodat ik hem kan aankijken.

'Maar ik was zo kwaad om mezelf. Ik wou je niet het gevoel geven dat wij meer konden zijn. Binnen tien dagen ben ik weg en ik had geen zin om je achter te laten met gevoelens. De maffia is een wereld waar ik je liever buiten hou. Het is een erge wereld, waar ik je niet in wil betrekken.  Daarom duwde ik je van me weg. Als de vijanden weten dat wij wat hebben loop je gevaar. Ze zullen jou gebruiken als wraakmiddel en je ontvoeren en opsluiten ofzo. Dat wou ik je besparen, maar de simpson dat je bent ben je zo koppig.' 

Zachtjes grinnikt hij met een glimlach op zijn gezicht.

'Tuurlijk weet ik dat dit meer is. Ik kan geen genoeg van je krijgen maar ik wil dat je veilig bent. En dat ben je niet bij mij.  Daarom is het beter als we afstand houden. Ik vertrek binnen een paar dagen dus vroeg of laat-' Ik maak mijn zin niet af.

Voor ik van gedachten verander sta ik op.

'Je bent een fantastische jongen River. Je verdient iemand goeds, lief, knap. Iemand waar je van houd en waarmee je een veilig en rustig leven kan leiden. Iemand die je alles kan geven wat ik je niet zal kunnen geven.' Fluister ik. Mijn stem trilt en nieuwe tranen ontsnappen uit mijn ogen. 

'Sorry.' Ik draai me om en begin terug te wandelen. 

Langzaam voel ik dat het begint te druppelen. 

Opnieuw zijn het de tranen van God die op me neer vallen. 

Opnieuw zijn het de teleurgestelde tranen van God.

Opnieuw. 

--------------------------

Hey, hey! Hoe vinden jullie het tot nu toe?

Ik schrijf met veel plezier dit verhaal en hopelijk lezen jullie het ook met veel plezier! 

Het doet mij echt een plezier om de reacties te lezen en de stemmen te zien. Thanks!

Oké nu hou ik mijn mond en kunnen jullie rustig verder lezen.☺

👋👋👋

Comment 💬

vote ⭐

and follow 💙

XOXO

Welcome to the world of the maffia ✔Where stories live. Discover now