*hoofdstuk 32*

342 13 1
                                    

Pov Chloé

Zenuwachtig trommel ik op mijn stuur en wacht tot de zware, zwarte poort open genoeg is zodat ik er door kan.

Vlug geef ik gas en rijd de oprijlaan op. Ik frons als ik Chase zie staan aan de deur.

Vlug pak ik mijn tas, stap uit en doe terwijl ik naar Chase loop mijn auto op slot.

'Wat is er?' Bezorgt kijk ik Chase aan.

'Kom.' Zijn stem klinkt zacht. 

'Zeg me wat er aan de hand is Chase.' Zeg ik dwingend en blijf koppig staan in de deuropening.

Hij zucht en mijdt mij blik.

'Chase.' Mijn dwingende stem zorgt ervoor dat hij me aankijkt.

'Ze wachten boven op je. Meer mag ik je niet vertellen.'

'Je weet meer.' 

'Ik mag het niet Chloé, maak het nou niet moeilijker voor me.' Smekend kijkt hij me aan.

Ik zucht en knik dan. Ik trek hem nog vlug in en knuffel en geef hem een geruststellend kneepje in zijn hand voor ik naar de boven loop.

Ik loop naar het kantoor van mijn vader, maar zie daar niemand. Ik loop terug en vindt mijn vader in de vergaderruimte. 

Niet alleen mijn vader zit er, ook mijn nonkel, tante, neef, mijn oma en opa. De familie kant van mijn vader. Allemaal kijken ze me bezorgt aan.

'Wat is er aan de hand vader.' Vraag ik.

'Neem plaats Chloé.' 

Ik doe wat hij zegt en kijk hem nog steeds afwachtend aan.

'Wat is er nu?' Vraag ik wanneer het stil blijft.

Mijn vader werpt een blik op mijn nonkel, neef en tante die in de zetel tegenover me zitten voor hij me weer aankijkt.

'Ik weet niet zo goed hoe ik dit aan je moet zeggen.' Begint hij.

Zoekend naar woorden kijkt hij mijn oma en opa aan. 

'Ze is terug.' In een ruk draait mijn hoofd de kant op van mij neef waarna ik naar mijn vader kijk die zijn blik op de grond houdt.

'Wat.' Vraag ik ongelovig. 

'We zijn bang dat ze je gaat opzoeken.' Zegt mijn oma die naast me zit. 

Ze neemt mijn hand vast en geeft er een kneepje in. 

'En we weten niet zeker of ze dat op een normale manier zal doen.'

'Hoe-.' De woorden blijven steken in mijn keel.

Mijn vader smijt een brief of tafel. 

Ik open de enveloppe en haal er de handgeschreven brief uit. 

Mijn ogen lezen de woorden maar mijn hersenen begrijpen ze niet helemaal. 

"Dag Chloé, ik ben het."

"Ik heb je gemist."

"Ik kom je gauw opzoeken."

"We hebben veel tijd in te halen."

"Ik zal goed voor je zorgen." 

"Maak je geen zorgen alles komt goed."

"Liefs, en tot gauw, je moeder."

Met opborrelende woede smijt ik de brief terug op de kleine, lage tafel. 

'Dat mens denkt toch niet dat ik met haar ga meegaan.' Ik sta op en ga voor het raam gaan staan met mijn rug naar hen toe.

Welcome to the world of the maffia ✔Where stories live. Discover now