4. Bewondering

65 6 1
                                    

Pov Dagmar
'Amber, wil jij eerst?' Vraagt de lerares. Een meisje met een dot van lichtbruine haren komt in het midden staan. Iedereen schuifelt aan de kant. Sommige meisjes kijken haar vuil aan, waarschijnlijk wouden zij als eerst. Ik kijk naar het meisje dat in positie staat. Als je haar in groep zou zetten, valt er niets aan haar op: normale grote, normale lichaamsbouw, geen abnormale kleur haar, lichte huidskleur... Wat er mij opvalt zijn haar ogen. Ze trekken me aan.

 Ik zie een schittering in haar ogen die je niet bij vele ziet: oprecht geluk. De muziek begint en ze doet precies wat de lerares vraagt. Mijn ogen blijven op haar ogen hangen. Ze concentreert zich en ongelijk anderen, die gekke gezichten trekken of fronsen, blijft er bij haar een klein glimlachje hangen dat congrueert met haar schittering. Ik zet een klein stapje naar voor en bekijk haar gezicht. Haar prachtige helderblauwe ogen zijn gefocust op een enkele plek op de muur. Haar lange, zwarte wimpers krullen een perfecte boog zodat de vorm van haar ogen goed te zien is. Haar ogen lijken bijna getrukeerd. Ze lijken bijna niet mogelijk: te perfect. Ze zijn zó ontzettend blauw. 


Hannes stoot me aan en dan pas heb ik door dat ik naar haar staarde. De muziek stopt en hij stuurt me een vragende blik. Ik haal mijn schouders op en ga terug aan de bar staan. We doen de oefeningen die het meisje met de prachtige ogen voordeed. Ik zie in gedachte hoe sierlijk zij alles deed, dat probeer ik ook. Ik focus me op dezelfde plek op de muur en het helpt heel hard. Ik voel me goed en ik besef dat er ook een glimlachje op mijn gezicht kleeft. 'Heel goed, Dagmar. Fantastisch!' Fluistert de lerares. Ik grinnik kort en concentreer me dan terug.

-

'Wie speelt er meerdere instrumenten?' Vraagt de muziekleerkracht. Ik steek twijfelend mijn hand op, samen met nog wat anderen in de klas. 'Hoe heet je?' Vraagt de docent. Ik wijs naar mezelf en zie hoe hij knikt. 'Ik heet Dagmar,' zeg ik stil. 

'En Dagmar? Welke instrumenten speel je?' Vraagt hij. Ik voel hoe alle ogen op mij gericht zijn, inclusief het mooiste paar. Ik schraap mijn keel: 'Ik speel gitaar, piano, cello, altviool en bugel,' antwoord ik. 'Dat is een waslijst,' grapt de leerkracht, maar niemand lacht. 'Meisje met bruin haar?' Wijst de leerkracht aan. 

'Amber, meneer. Ik speel piano, gitaar en viool,' zegt ze. Hij knikt en gaat nog wat andere kinderen ondervragen. 


'Jullie gaan allemaal tegen volgende week een cover brengen met een instrument dat je nog niet perfect kan bespelen. Je mag er een duet van maken, maar laat dit dan op voorhand aan me weten. Als je hulp nodig hebt of een vraag wilt stellen: je kan me altijd vinden in dit lokaal. Geniet nog van jullie dag.'

Na de les loop ik met Vincent en Hannes naar de aula. We nemen plaats aan een tafel en bespreken wie wat wilt eten of drinken. Mijn gedachten schieten om een aantal minuten weer naar het meisje... Amber. Ze is zo aantrekkelijk. Haar blik, alles aan haar. Ik sta op, verzamel het geld en ga in de rij staan voor drie broodjes te bestellen. Daarna ga ik naar het drankautomaat, waar ik drie blikjes cola uithaal. Ik kijk naar het overige geld: nog twintig cent. Dit kan ik dus niet elke dag doen, het is veel te duur. Ik zal thuis in het vervolg een lunch maken.

Ik zucht en ga terug aan tafel zitten, wanneer ik Amber voorbij zie lopen. Haar golvende haren vallen mooi over haar schouders. Er is iets aan haar dat ik niet kan uitleggen. 

Ik moet haar leren kennen. 


-

In hun ogenWhere stories live. Discover now