16. Nog één keer

58 4 2
                                    

Pov Amber
'Daag!' Roep ik nog. Ik zwaai en wacht tot de auto van onze oprit rijdt. Ik zucht en sla de deur dicht. Ik draai me om, wandel naar de woonkamer en plof naast Dagmar in de zetel. Dat waren de laatste. 

'Moe?' Lacht hij. Ik grinnik, knik en leg mijn hoofd in mijn nek. 

'Amber? Ik mag blijven!' Roept Ines als ze binnen komt. Ik spring recht en omhels mijn nichtje. Mijn tante, nonkel, Ines en haar broertje Milan blijven hier slapen. 

'Er is wel een klein probleempje,' zegt mijn vader. Iedereen kijkt hem aan. 'We hebben maar drie extra kamers, dus iemand zal bij Amber moeten,' zegt hij. Ik kijk naar Dagmar, maar draai snel mijn hoofd weg.

 'Dagmar kan toch gewoon bij haar. Dan slaap ik bij mijn broer,' stelt Ines voor. Ambers vader schudt meteen zijn hoofd. 

'Absoluut niet,' beslist hij. Ergens vind ik het jammer, ik denk aan deze nacht. Hoe ik in zijn armen lag, met mijn hoofd op zijn blote borst. Er komt een raar gevoel in mijn maag, maar ik negeer het.

 'Het is wel de beste optie,' zegt mijn tante. Ik voel me blozen en glimlach lief naar mijn vader. 

'Het is goed, voor ik me bedenk,' zegt hij snel en wandelt daarna de keuken uit. Ines grinnikt. 

'Amber: maak de bedden,' beveelt mijn moeder me. 'Ja!' Roep ik en trek Ines en Dagmar mee. Boven geef ik iedereen een stapel lakens. Ik neem de grootste kamer, waar straks mijn tante en nonkel gaan liggen en begin met het onderlaken. Ik heb speciaal een klassiek laken gekozen voor hun. 


Ik ben klaar en strijk er nog een keer over met mijn hand. 'Amber?' Hoor ik Ines roepen. Ik loop de kamer uit en ga naar de kleinste slaapkamer van het huis. Ines klungelt met het donsdeken. Ik grinnik en help haar.

 'Zeg eens op,' begint ze. Ik kijk op. 


Pov Dagmar
'Hoe zit het nu tussen jou en Dagmar?' Hoor ik Ines vragen. Ik stop met lopen en kijk in de kamer waaruit de stemmen komen. De deur staat voor een kwartje open en ik kan ze net zien.

 'Wat b- bedoel je?' Vraagt Amber. Zelf enkel aan haar stem hoor ik dat ze nerveus is. 

'Amber...' zucht Ines.

 'Er is niets tussen ons, écht! We zijn beste vrienden, niets meer,' zegt ze. Ines mompelt wat. 'Maak dat de kat wijs. Kom op, Amber! Hij is blijven slapen, jullie hebben het superdupermegagezellig samen, zelfde humor, blozen beide aan tafel als ze zeggen dat jullie een koppel lijken en de blikken die jullie elkaar geven... Om nog maar te zwijgen over het kettinkje en jullie gezicht toen Dagmar bij jou mocht liggen,' somt Ines op. 

Ik voel me blozen. 'En je gaat me niet zeggen dat hij gisteren niet bij jou heeft geslapen,' grijnst ze. Ik moet moeite doen, maar zie Amber blozen. 

'No way! En de 'we hebben niet gezoend' is ook gelogen?' 

Amber schrikt. 'Nee! Dat is waar! Echt!' Verdedigt ze zichzelf. 

'Gekust dan?' Probeert Ines. Amber schudt wilt haar hoofd.

 'Niet,' fluistert ze. Met een ruk trekt ze het laken goed en maakt aanstalten om naar de deur te komen. Snel loop ik door naar de kamer waarvoor ik moest zorgen. 

In hun ogenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu