17. Post

49 3 2
                                    

Pov Amber
Ik open rustig mijn ogen en zie mijn kamer wazig. Ik kreun zachtjes en wrijf met mijn rechterhand in mijn ogen. Mijn kamer is nog een beetje donker, maar er schijnt wel al zon binnen door mijn gordijnen. Ik geeuw een keertje zachtjes en leg mijn arm op mijn zij. Ik hef hem meteen terug op als ik voel dat Dagmars arm er al ligt. 

Hij kreunt zachtjes en trekt me dichter tegen zich aan, waardoor zijn hand op mijn buik ligt. Ik kan niet weg zonder hem te wekken, dus besluit nog niet op te staan.Ik leg mijn linkerarm onder mijn hoofdkussen en sluit terug mijn ogen. 


-


'Amber?' Fluistert een schorre stem. Ik mompel iets wat op 'ja' moet lijken en draai me om. Mijn hand belandt tegen een ander - warmer - hand. Ik open mijn ogen en kijk Dagmar glimlachend aan. 

'Goeiemorgen,' grijnst hij. Ik knik en ga rechtop zitten. Ik geeuw en strek me uit.

 'Goed geslapen?' Vraag ik. Hij kijkt me even aan. 'Zeker, zeker,' grijnst hij. Ik begrijp waar hij op doelt en ik voel me blozen. 

Ik stap met moeite uit bed en loop naar de badkamer. 

'Ines kwam binnen en maakte me wakker. Ze zei dat je mama pannenkoeken maakt en of we zouden komen,' hoor ik Dagmar zeggen vanuit mijn kamer. Hij komt naast me staan en we kijken elkaar aan via de spiegel.

 'Lekker,' mompel ik. Ik draai de kraan open en maak een kommetje met mijn handen. Ik splet alles in mijn gezicht en schud mijn hoofd. Ik voel me meteen een stuk wakkerder. Zachtjes dep ik het water weg met een klein handdoekje. Ik neem nog een borstel en haal hem snel door mijn haren. Daarna loop ik naar mijn inloopkast en trek mijn onesie aan. Ik ga echt niet in pyjama aan de ontbijttafel zitten. 

Dagmar komt, nog steeds met enkel een onderbroek, aanlopen en grinnikt. 'Schattig,' zegt hij. Ik krijg een idee en loop terug in mijn kast. 'Wat doe je?' Vraagt Dagmar achterdochtig. 

Ik grinnik alleen. Ik heb wat ik zoek gevonden en gooi het naar hem toe. Hij houdt het voor en grijnst. 'Oké!' Zegt hij vastberaden en begint de onesie aan te trekken. Ik bijt op mijn lip om niet te lachen. Hij is klaar en draait zich naar me toe.

 'Bang van me?' Vraagt hij, terwijl hij een gek gezicht opzet. Ik kan het niet meer houden en schiet in de lach. Ik hoor hem grinniken. 

'Je bent een prachtige draak, Dagmar.'



Ik spring over de drie laatste treden en beland veilig op de grond. Ik grinnik en zie een groen draakje van de trap huppelen. 'Cutie,' zeg ik. Hij kijkt me grijnzend aan. We komen samen binnen en iedereen kijkt ons verward aan.

 'Goedemorgen!' Groet ik hen. Ik negeer de blikken die op me branden en ga naast Ines zitten. Dagmar schuift naast mij aan tafel. 'Smakelijk,' zegt mijn moeder stil. 

Iedereen neemt een pannenkoek en begint met eten. 'Mama, ze zijn overheerlijk!' Mompel ik en steek nog een stukje in mijn mond. 'Bedankt, schat,' glimlacht ze. Ik zie mijn vader naar me kijken en kijk naar hem: hij heeft een moeilijke blik in zijn ogen. Ik kijk hem vragend aan en zijn blik verschuift naar Dagmar.

 Serieus? Is hij zo achterdochtig? 

Ik kijk naar Dagmar en krijg spontaan een glimlach op mijn gezicht. Hij steekt een stukje pannenkoek in zijn mond en praat met mijn nonkel. Ze komen heel goed overeen en het is geweldig om te zien. Maar het is ook bijna onmogelijk om Dagmar niet sympathiek te vinden. 


-


Pov Dagmar
'Ik ga maar eens, denk ik,' beslis ik. Ines en Amber kijken me aan.

 'Waarom?' Vraagt Amber. Ines zet de tv op pauze. 'Ik ga naar huis. Morgen moet ik werken en ik moet het huis nog poetsen,' vertel ik. Ze knikt en Ines glimlacht. Ik sta op uit de zetel en trek mijn kleren recht.

 'Ik laat je wel uit,' zegt Amber. Ze springt uit de zetel. Ik geef Ines een knuffel en loop naar de gang. Daar doe ik mijn jas en schoenen aan. 'Alles mee?' Vraagt ze. Ik check mijn zak en knik. 'Oké... Tot de volgende keer?' 

Ik knik en omhels haar. Ze gaat op haar tippen staan en slaat haar armen om mijn nek. Ik trek haar dichter tegen me aan en geniet van haar geur. Ze ruikt zo lekker... 

We laten elkaar los en ik open de voordeur. 'Dag meneer en mevrouw Delafortier!' Roep ik nog. 'Daag!' Hoor ik gedempt terug.

 Ik ga buiten staan en draai me om naar Amber. Ze staat bijna te bevriezen. 

'Dag dan maar,' glimlach ik, stiekem een beetje verdrietig dat ik moet gaan. Ze komt op de rand staan en geeft een kus op mijn wang. 

'Doei,' zegt ze. Ik grinnik en draai me om. Ik hoor de deur dichtslaan en nog geen minuut later gaat de poort open. 


Ik spring op mijn fiets en rijd de oprijlaan af, door de poort en dan naar links. Takken van bomen dansen mee op de ijzige wind en de buitenwereld is stil. De ketting van mijn oude fiets is wat de stilte doorbreekt. Ambers gezicht flitst voor mijn ogen. Mijn rode wangen gloeien. Mondhoeken krullen omhoog.

Mijn zwarte haren waaien voor mijn ogen. Mijn handen grijpen het stuur stevig vast. Rem. Rechterbocht. De huizen worden kleiner. De weg smaller en slechter. De landschappen en mooie oprijlanen maken plaats voor constructiewerken en schamele brievenbussen. Mensen van alle rassen zwerven op de straten naast de vele rijhuizen. Fietsen, auto's, bussen en voetgangers. Dit deel van de stad bezoekt niemand zonder reden.   


-


Ik gooi mijn sleutels op de tafel en trek mijn jas uit. Ik draai de verwarmingsknop hoger en zucht. Mijn huis is immens klein vergeleken met Ambers villa. Ik kan alleen maar dromen van zoveel geld. Ik loop naar de gang, hang mijn jas op, schop mijn schoenen uit en kijk in het bakje van de brievenbus die aan mijn deur hangt. Reclame, reclame, krant, reclame, een brief van het ziekenhuis en de rekeningen. 

Ik haal een hand door mijn haar en zucht. Ik neem de brieven mee en ga aan de eettafel zitten. Ik scheur degene van het ziekenhuis open en laat mijn ogen over de letters glijden. Dan zie ik het bedrag en zucht opgelucht. Het valt best mee. Ik leg de brief weg en neem de waterrekening: ook niet zo veel. Elektriciteit: al wat meer. Nu nog de huur van het huis... Dit wordt mijn dood.

 Ik kan het gewoon niet betalen. Ik tel alle getallen op en schrik van de uitkomst. Ik vis mijn gsm uit mijn broekzak en zoek de persoon die ik nodig heb.

 'Hey,' zeg ik. Ik krijg een begroeting terug. 'Nee. Hetzelfde als altijd. Is er nog plaats voor vanmiddag?'

 Ik luister aandachtig en bijt op mijn lip. 'Ja. Rond zes uur is er een nieuwe shift. Kun je de late nemen?' 

Ik denk even na. 'Ja,' beslis ik snel. 





In hun ogenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu