12. December

58 3 2
                                    

Pov Amber
'Kom je?' 

Zijn stem is zachter dan anders. Zijn haren liggen meer op orde dan normaal en hij draagt een net t-shirt in plaats van een graphic tee

Ik schrik op uit mijn gedachten en knik. Dagmar neemt mijn hand vast en trekt me zachtjes mee. We zijn in het ziekenhuis voor zijn moeder. Haar toestand is wat achteruit gegaan en moet voor een tijdje in het ziekenhuis blijven. Morgen is het Kerstmis, dus wou Dagmar naar haar toe. 

Doordat hij zo veel moet werken en nu alleen thuis is, zit hij ontzettend vaak bij mij of bij Vincent. Of ik zit bij hem thuis. De eerste keer dat hij bij me thuis kwam, waren m'n ouders er niet zo voor. Maar ondertussen hebben ze ermee leren leven. Ze hebben ook best wel medelijden met hem door zijn thuissituatie. 

Het is ondertussen al vier maanden geleden dat ik mijn eerste schooldag op de academie had. De tijd is gevlogen. Mijn vrienden zijn me erg dierbaar geworden in deze korte periode. Ik zou ze voor geen geld op de wereld inruilen. 

Onze winterexamens zijnook  super goed gegaan en we hebben beide heel goede punten op alle vakken. Buiten op Fysica. Dagmar en ik kunnen echt geen fysica. We begrijpen er helemaal niets van. 



We wandelen door een lange gang naar kamer 317. Als we daar aankomen laat Dagmar mijn hand los. Plots is  alle warmte uit mijn lichaam gegleden. Ik glimlach zwak naar hem en open de deur. Hij gaat naar binnen en ik volg. De kamer is klein, maar knus ingericht. De blauwe muren zijn exact wat je verwacht. 

 'Dagmar..' Mompelt zijn moeder. Ik loop verder en zie Dagmar op de rand van haar bed zitten. Zijn moeder hangt vast aan draadjes en baksters en buisjes... Het ziet er verschrikkelijk uit. Ik kan me niet voorstellen hoe mijn beste vriend zich moet voelen.

 'Fijne kerst, mama,' glimlacht hij. Hij buigt naar voren en drukt een kusje op haar voorhoofd. Zijn moeder schenkt hem een duidelijke glimlach. 

'Amber, kom toch dichter. Je bent even goed mijn dochter, zo voelt het toch,' zegt ze. Ik grinnik en loop naar haar toe. Ik ben vaak meegekomen naar hier. Ook toen zijn mama nog thuis was, heb ik haar ontmoet. Het is een geweldige vrouw.

 'Gaat het wat beter?' Vraag ik, doelend op hoe slecht ze vorige keer was. Ze glimlacht, maar ik zie de pijn in haar bruine ogen. 'Nu wel,' fluistert ze en steekt haar hand uit. Ik neem hem vast. Haar hand is ijskoud en ik krijg een rilling over mijn rug. Haar dunne duim strijkt voorzichtig over de rug van mijn hand. Ik schenk haar nog een glimlach, maar kan het verdriet niet onderdrukken. 

Ik leef mee met Dagmar en zijn moeder. Hij blijft zo sterk door dit alles. Ik zou helemaal gebroken zijn in zijn plaats. Ik geef om hem, heel veel. Hij is zo ontzettend vrolijk voor iemand die dit alles moet meemaken. Hij lijkt zorgeloos. Maar God weet dat het niet het geval is.

De laatste vier maanden zijn we enorm hecht geworden. Elke dag praten we uren aan een stuk. Soms blijven we express op tot midden in de nacht om te praten. Het is leuk bij hem en ik voel me goed als hij in de buurt is. Hij laat me veilig en gewild voelen. 

-

'Bedankt,' mompelt Dagmar. Ik draai me vragend naar hem om. 'Om mee te gaan,' zegt hij. 

Ik knik. 'Tuurlijk. Altijd,' glimlach ik. 

Hij trekt me tegen zich aan en ik glimlach. Hij laat me pas los als de bus er is. We stappen op, tonen ons betaalbewijsje en zoeken naar een plekje. Ergens achteraan in de bus zijn er twee plekken naast elkaar vrij en Dagmar gaat zitten. De bus vertrekt en ik vlieg op hem. 

Ik duw me ongemakkelijk van hem af en hij houdt mijn polsen vast zodat ik niet weer val. Ik zie zijn grijns groter worden als ik begin met blozen. 'Sorry,' kuch ik beschaamd. Ik ga maar snel hem zitten en hij laat me dan los. 

Ik zie in mijn ooghoek hoe hij zit te grijnzen. Ik voel mijn wangen branden. Wat lacht hij nu?
Ik schenk hem kort een vragende blik maar hij lacht alleen wat. Ik rol mijn ogen en zucht overdreven. Hij grinnikt en duwt met zijn schouder tegen de mijne. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. 


-



'Ik ben thuis!' Roep ik in de hal. Geen antwoord. Ik haal mijn schouders op en sluit de voordeur achter Dagmar. 'Iets drinken?' Vraag ik. 

'Heb je ijsthee? Daar heb ik zin in!'

 Ik denk even na. 'We kunnen het wel maken,' glimlach ik. Ik loop naar de gigantische frigo en zoek naar alles wat we nodig hebben. Ik spring op het aanrecht en open de kast waar de theezakjes liggen. 

'Dagmar? Vangen!' 

Ik gooi een paar zakjes thee over mijn hoofd en hoor hem grinniken. Ik draai me onhandig om en glimlach als ik ze in zijn handen zie. Ik sluit de kast, wankel even en spring van het aanrecht. 

'Wat zijn we een goed team zeg,' grinnik ik. We geven elkaar  een highfive en beginnen. 



Pov Dagmar
We schieten beide in de lach door de grappige uitspraak van de man op tv. Het programma is afgelopen en we zetten ons wat rechter in de zetel. 'Ik denk dat onze creatie nu wel koud genoeg is,' zegt Amber. Ze springt uit de zetel en loopt naar de keuken. Plots komen er wel twintig berichtjes binnen op haar gsm. Ik neem hem van de tafel en kijk ernaar: enkele snapchats, messengers, een paar berichten en twee gemiste oproepen van haar moeder.

 'Amber?' Roep ik.

 'Ja?!' Schreeuwt ze terug. Ik sta op en loop naar de keuken. Ze schenkt net twee glazen in.

 'Je hebt veel meldingen,' zeg ik. Ze haalt haar schouders op en schenkt verder. 'Je moeder belde twee keer,' verduidelijk ik mezelf. 

Ze stopt abrupt met schenken en zet de kan neer. Ze sprint naar me toe en grist haar gsm uit mijn hand. Ze tikt wat en houdt dan haar gsm bij haar oor. Typische reactie wanneer je ziet dat je moeder je probeerde bereiken. Schok van je leven. 


'En?' Vraag ik als ze haar gsm weglegt. 'Ze komen vanavond niet naar huis. Ze blijven bij mijn tante slapen in Hasselt. Ik moet voor morgen alle voorbereidingen doen voor het feestje,' vertelt ze. Ze zucht.

 'Ik kan helpen,' zeg ik. Haar ogen schitteren. 'Wil je dat doen?'

 Ik knik en ze omhelst me. 'Je kan vanavond blijven slapen, zodat we genoeg tijd hebben morgenvroeg,' stelt ze voor. Dan lijkt ze te schrikken van haar woorden. Haar ogen schieten naar de mijne. Ze bloost, wat er weer verdomd schattig uitziet.

 'I- ik bedoelde niet dat je... Euhh.. Ik- het... Je moet niet!'

 Ik begin te lachen en ze kijkt me verward aan. 'Ik blijf hier wel,' zeg ik. We drinken onze ijsthee op met wat koekjes en dan fiets ik snel naar huis voor kleren te halen voor morgen. Ik moet er op mijn best uitzien! Het is Kerst, dus heb ik ook een cadeautje gekocht voor mijn beste vriendin.

 Ik hoop nu maar dat ze het leuk vind...

En is het normaal dat ik zo stress om de nacht in haar huis door te brengen?


In hun ogenWhere stories live. Discover now