34. Dans voor eindexamen

47 4 7
                                    


Pov Amber
Mijn wangen gloeien. Mijn haar zwiept mee met mijn bewegingen. Dagmars handen ondersteunen mij wanneer hij me optilt. Zijn adem klinkt heerlijk in mijn oren. 

Dagmar laat me zakken en ik maak een laatste pirouette. De muziek stopt en we staan stil. Dan klinkt er geklap. Een brede glimlach komt op mijn gezicht en ik omhels hem stevig.

 'Prachtig! Echt heel goed gedaan!' Roept de lerares. We bedanken haar en trippelen van de dansvloer. 

'Je was geweldig,' fluistert Dagmar in mijn oor wanneer het volgende koppel begint te dansen. Ik giechel als een dom kind, maar kan er niets aandoen. Ik kijk vol fascinatie naar Dino en Julie die dansen, maar het komt allemaal niet binnen. Ik zit bij het telefoontje dat ik Dagmar hoorde maken. Ik weet niet waarom, maar het zit me dwars. Ik wist wel dat er iets niet klopte, dat hij iets verbergt... De voorbije weken doet hij anders.

'Deze moet ik even nemen,' zegt hij. Hij haalt zijn arm van mijn schouder en ik leun naar de andere kant. Hij gaat van me weg en loopt naar de keuken. Ik ga deftig in de zetel zitten, maar mis zijn lichaamswarmte al. Het is geweldig om bij hem te liggen. 'Maar dat gaat niet! Meneer, ik-' Ik kijk naar de keukendeur die op een kier staat. 'Meneer, het is echt onmogelijk. Mijn moeder is niet in staat om te werken en dat weet u... Ik- ja dat weet ik. Ik weet het. Ja. Ik zal proberen. Nee, het is al- Ja, daag,' hij legt af. Ik draai me snel terug naar de tv en hij komt weer naast me zitten. Hij legt zijn arm om mijn schouder en trekt me tegen zich aan. Ik kan een glimlach niet onderdrukken en hij ademt diep in en uit, waarna hij weer normaal ademt. 'Is er iets?' Hij schudt zonder me aan te kijken zijn hoofd.

Ik heb wel een vermoede wat er speelt: dure ziekenhuisrekeningen, meerdere bijbaantjes, moeder die niet werkt, vader die er niet is, vaak moe. Hij zit in geldproblemen. Maar waarom zegt hij niets? Ik kan toch helpen...

Ik kijk vanuit mijn ooghoek naar hem en zie hem gefocust op Dino en Julie. Hij knippert en zijn ogen zijn weer donkergroen geworden. Er is een plukje haar dat verkeerd ligt en ik moet me serieus inhouden het niet uit zijn gezicht te strijken. 

De muziek stopt en hij kijkt me glimlachend aan. Ik schrik op uit mijn trance en glimlach terug. Er valt nog een plukje uit zijn warrige haardos en deze keer strijk ik het wel weg. Ik strijk met mijn wijs- en middenvinger de twee plukjes donker haar uit zijn gezicht en hij bloost licht. Ik grinnik. Soms is hij zo schattig. De bel gaat en we schrikken een beetje, lachen kort en staan op om ons te gaan omkleden.



-


Pov Dagmar
'Op onze prachtige choreografie die in de smaak viel,' klink ik. Amber lacht en haar ogen glinsteren. Ik neem een slok van mijn aardbeienmilkshake. 

Amber drinkt van haar bananenmilkshake. Het is ondertussen bijna krokusvakantie en ik ben bijna jarig. Het vriest buiten, maar de imbecielen die we zijn, drinken lekker een ijskoude milkshake. Het is een soort traditie geworden, we doen het bijna elke week. Enkel ons twee.

 Ik voel me zo goed bij Amber, en nee; ik heb nog steeds niet gezegd dat ik verschrikkelijk verliefd ben en elke keer dat ik bij haar ben me moet inhouden, zodat ik haar niet op het meest random moment begin te zoenen. En ik zeg je een ding: het is verdomd moeilijk. Iets niet doen is soms echt moeilijker dan iets juist wel doen. 

Ik word gek van bij haar te zijn, maar ik word gekker van niet bij haar te zijn.

Ik steek een stuk Brusselse wafel in mijn mond en begin te kauwen terwijl ik, in gedachten verzonken, naar het bruinharige meisje voor me kijk. Ze lacht om een klein kindje dat een lolly probeert opendoen, een paar tafeltjes verder, en haar witte tanden komen tevoorschijn.

 'Amber?' Ze draait zich naar me toe. 'Heb je blokjes gedragen?' Vraag ik. Ze denkt na terwijl haar lippen losjes om haar dik, geel rietje hangen.

 'Voor een jaartje, denk ik,' zegt ze uiteindelijk en neemt een slok. Ik knik en eet nog een beetje van mijn wafel. Zelf steekt ze ook een stukje wafel in haar mond: we delen er eentje. Deze keer betaalt zij, maar ik weet niet hoe ik kan voorkomen dat ik blut word. Het is niet verschrikkelijk duur, maar ik voel het wel aan mijn portemonnee. Maar toch blijf ik het doen, Amber mag niets doorhebben. Ik wil geen medelijden krijgen van het rijke meisje waar ik verliefd op ben.

Jezus, ik zit diep in de shit.

Dan schiet het me te binnen: ik heb de factuur van mama's kuur nog niet betaalt. Shit.
We praten al de hele tijd over koetjes en kalfjes en lachen wat. Maar er brandt iets op mijn tong: ik wil het antwoord op een vraag kennen. 

Kom op, Dagmar, het is Amber. Ze zal je niet raar aankijken. Doe het!


'Hey,' zeg ik om haar aandacht te trekken. Het werkt. 'Vind je iemand leuk?' Vraag ik op de man af. Ik vond het altijd al irritant als mensen om de pot heen begonnen te draaien over iets simpels of kleins. 

Ze kijkt een beetje geschrokken en schudt zachtjes haar hoofd.

 'Als je een jongen bedoelt, niet echt. De beste jongens heb ik al,' glimlacht ze. 

Ze bedoelt natuurlijk haar vrienden, waar ík toevallig ook bij hoor. Ik glimlach ook. Al gaat er een steek door mijn hart.


-


Amber bibbert een beetje. Ik ga dichter bij haar lopen. 'Koud?' Vraag ik.

 Die vraag was onnodig, want je zag de dampwolkjes vliegen. Ze knikt. Haar huid is van nature erg bleek, maar nu lijkt ze nóg bleker. Haar lippen lijken daardoor nog voller en egaler en op haar jukbeenderen hangt een licht blosje door de koude lucht die ertegen raast. 

Ik stop met wandelen en ze draait zich naar me toe. Ze heeft haar hoofd zo diep in haar sjaal gestoken, dat je nog maar net haar lippen kunt zien. Ik trek mijn muts van mijn hoofd en geef het aan haar. 

'Ik heb het warm genoeg,' glimlach ik. Ze neemt hem aan en trekt hem snel over haar hoofd. Haar golvende haren vallen mooi over haar schouders en de muts is net een beetje te groot. Ze grinnikt en ik glimlach ook. 

We stappen verder. 'Thanks,' mompelt ze in haar sjaal. Ik lach zacht. 

'No problemo,' zeg ik terug. 

We nemen een omweg om terug naar school te lopen. Het park zit er leeg bij. De bomen zijn kaal en het gras is wit door de dauw. Onze armen strijken steeds tegen elkaar, maar we spreken niet. Soms zegt niets zeggen meer dan een conversatie. We genieten van elkaar en de wereld rondom ons.


In hun ogenWhere stories live. Discover now