Part 13

1.2K 21 3
                                    

{Jeniffer}

Het is ondertussen één uur later. Eén uur lang hebben Rein en ik ruzie gemaakt. 'Jenn.' Rein's stem onderbreekt mijn gedachten, waarna ik op kijk. 'Wat?!' Snauw ik. Hij heeft me pijn gedaan. Opnieuw. 'Laat me je naar huis brengen.' Zegt Rein. 'Hoezo dat nou weer?' Mompel ik.

Ja. Ik doe gemeen. Hij heeft me geraakt. Ik heb nog nooit zoveel op één avond gehuild. Ik laat mijn blik op Rein's gezicht vallen en bekijk hem aandachtig. Zijn wangen zijn rood, zijn rode ogen staren dof voor zich uit. Ook hij heeft gehuild.

'Omdat je mijn vriendin bent.' Zegt Rein na een tijdje stilte. Ik leg mijn wijsvinger op mijn wang en tik er zachtjes op. Ik doe net alsof ik nadenk. 'Oh ja, die vriendin van je die flirt met andere jongens.' Zeg ik na een tijdje. 'Begin nou niet weer.' Jammert Rein terwijl hij zuchtend naast me komt zitten. 'Jij begon.' Mompel ik. 'Ik wil niet zo ruzie met je maken, echt niet.' Zegt Rein terwijl hij peinzend een hand door zijn haar haalt.

Hoeveel scheldwoorden ik ook naar zijn hoofd wil slingeren, besluit ik kalm te blijven.

'Ik ga.' Beslis ik, terwijl ik op sta. 'Laat me met je meegaan.' Zegt Rein terwijl hij ook opstaat. 'Nee, laat me.' Zucht ik. 'Ik ga mee.' Knikt Rein vastbesloten. 'Best.' Mompel ik, terwijl ik verder loop.

Ik doe net alsof het me niet uitmaakt. Alsof ik niet om hem geef. Maar hij moest eens weten. Ik wil zijn hand in de mijne voelen, ik wil hem horen zeggen dat ik de zijne ben, ik wil zijn lippen op de mijne, alles behalve ruzie.

'Hoor je me wel?' Brengt Rein me weer terug naar de realiteit. 'Huh?' Mompel ik, zo gevoelloos mogelijk. 'Of je nog wat hier hebt liggen wat je mee moet nemen?' Herhaalt Rein zichzelf. 'Nee.' Beantwoord ik zijn vraag.

'Jenn, alsjeblieft.' Zegt Rein terwijl hij stopt met lopen. Ik volg zijn voorbeeld en kijk hem vragend aan. 'Praat met me.' Peinst Rein terwijl hij zijn ogen neerslaat. 'Ik heb niks te zeggen.' Mompel ik schouderophalend, wanneer ik door loop.

Ik loog. Ik heb zoveel te zeggen. Dat het me spijt, dat ik geen ruzie met hem wil, dat hij de enige voor me is. En nog zoveel meer.

'Waar zit je met je hoofd?' Vraagt Rein, doelend op het feit dat ik zo afwezig ben. 'Jou.' Geef ik toe. Rein zijn wangen kleuren een beetje rood en hij slaat verlegen zijn ogen neer.

Ik snap deze situatie niet. Ik heb zo vaak tegen Rein gezegd dat het me spijt, voor iets wat ik niet eens gedaan heb. Ik wil hem, alleen hij. Rein vertelde me dat het oké is, maar nog doet hij zo koel tegen me, alsof ik de grootste fout ooit heb gemaakt. Tuurlijk, Rein heeft niet gezegd dat hij mijn excuses aanvaard. Maar ik ben, en hopelijk blijf, zijn vriendin.

'Rein.' Begin ik. 'Ja?' Antwoord Rein, terwijl hij dichter naast me gaat lopen. We zijn ondertussen bijna bij het station. 'Ik wil geen ruzie meer.' Zeg ik terwijl ik mijn blik op de grond gevestigd houd. 'Ik ook niet, Jenn.' Zegt Rein, terwijl hij ongemakkelijk met zijn hand in zijn nek wrijft. 'Hoezo accepteer je mijn excuses dan niet?' Mompel ik onzeker. 'Omdat ik niet goedkeur wat er is gebeurd.' Zucht Rein.

'Er is niks gebeurd!' Roep ik hard, hopend dat hij het deze keer wel begrijpt. 'Ik zag hoe je naar hem keek.' Zegt Rein, voor de zoveelste keer deze avond. 'Ik vind jou leuk, Rein! Wij hebben een relatie, niet die gozer en ik. Ik wil bij jou zijn, niet bij hem.' Zeg ik, terwijl ik mijn stem nog meer verhef. 'Jenn.' Zucht Rein. 'Wat is er nou? Als je niet met me wilt zijn kan je het ook gewoon zeggen, hoor.' Zeg ik terwijl ik stug doorloop, weg van Rein.

'Wacht, alsjeblieft!' Roept Rein me achterna. Ik ren, zo hard als ik kan. Ik kan het niet meer. Hij doet alsof ik vreemd ben gegaan. Ik heb niks gedaan. Helemaal niks. Ik wil Rein, niemand anders. Hij doet me pijn met zijn harde woorden, kille stem en gevoelloze gezichtsuitdrukking.

Ik hoor Rein steeds dichterbij komen, waar ik alleen maar harder van ga rennen. Ik zie het station steeds dichter op me af komen, waardoor een opgeluchte zucht mijn mond verlaat. 'Wacht nou, Jenn!' Roept Rein. Eindelijk ben ik bij het station. 20 minuten nog, voordat de trein komt. Kut. Ik blijf rennen, in de hoop dat Rein me niet kan bijhouden.

En dan struikel ik over een onopgemerkte voet van iemand. 'Klote.' Mompel ik in mezelf, als ik op de grond lig. Mijn hoofd doet pijn, mijn voeten doen pijn van het rennen, maar bovenal: mijn hart doet pijn. Ik kan niet meer zonder hem.

De oude vrouw, over wiens voet ik struikelde, knielt bezorgd naast me neer. 'Ach, sorry meisje.' Zegt ze, terwijl ze me enorm bezorgd aankijkt. 'Het gaat wel hoor, mevrouw.' Ik tover een glimlach op mijn gezicht. 'Zeker?' Vraagt de oude vrouw, terwijl ze weer met moeite overeind gaat staan. 'Ja, hoor.' Knik ik, met diezelfde neppe glimlach op mijn gezicht. De vrouw glimlacht kort en loopt dan weg.

Ik ga op mijn knieën zitten en laat vervolgens mijn hoofd in mijn handen zakken. De tranen, die ik zo lang geprobeerd heb in te houden, stromen over mijn wangen.

Er is zoveel gebeurd deze avond. Eerst het gesprek met Rein over Tiffany, dan het gevecht tussen Rein en James, dan de gebeurtenis met James. De gedachte van James laat me naar adem snakken. Ik voel me niet op mijn gemak bij jongens tegenwoordig. Dat deed ik al niet, door Maxim én Dominik.

Alleen bij hem voel ik me op mijn gemak, maar ik weet niet of onze relatie nog lang stand houdt.

'Jenn?' Ik hoor Rein's stem, zoekend naar mij. 'Ach, schatje toch!' Roept hij geschrokken, wanneer hij ziet dat ik op de grond zit. 'Wat is er gebeurd?' Rein knielt voor me neer en kijkt me vragend én geschrokken aan. 'Ik kan het niet meer.' Mompel ik, voordat ik me in Rein's armen laat vallen.

That's it for today. Ik word er trouwens heel blij van als jullie voten en commenten, hihi.

Friends With BenefitsOnde histórias criam vida. Descubra agora