19. Verterende vlammen

469 26 5
                                    

De muren van het verlaten steegje, bedekt met schaduwen, leken langzaam naar me toe te duwen. Een verkrampend gevoel liet me huiveren. Een zacht piepend geluid verraadde de aanwezigheid van een rat, die haastig overstak vanaf de andere kant en zich achter enkele vuilniszakken verborg. Een geur van verrot voedsel liet mij walgen.

Een licht verscheen van mijn telefoon en ik pakte hem uit mijn zak. Mijn scherm lichtte mij op en liet mij de tijd zien: Zondag 19 mei 06:23.

Mijn geest mopperde toen er een harde ruk volgde. Mijn voeten kwamen los van de grond en ik liep verder het steegje in. Vaag leek ik de plek te herkennen, maar mijn geheugen leek warrig.

Opnieuw drong er een geur in mijn neus. Deze geur was anders. Het rook naar vuur en verbrand hout. Verward probeerde ik te achterhalen waar de geur vandaan kwam.

Nog een sterke ruk trok aan mijn geest. Het leek wanhopig te zijn. Bang.

Ik baande me een weg door het steegje, waar al snel een einde aan leek te komen. Ik belandde in een wijk vol rijtjeshuizen met groene gazons en felle straatbelichting. Mijn voet trapte een verdwaald kiezelsteentje weg en mijn hart klopte zachtjes in mijn keel.

Een grijze rookpluim cirkelde omhoog en vulde de lucht met een grauwe tint. Mijn angsten woekerden aan toen ik zag dat het uitkomstig was van een huis. En dit werd bevestigd door een luide kreet die door de lucht weergalmde. Beduusd kwam ik tot stilstand en staarde ik bevroren naar het huis waar de brand was.

Het was mijn huis.

In een splitseconde kwamen mijn voeten los van de grond en rende ik naar het huis. Overal was vuur. De gordijnen fikten hevig en de rechterhelft van het huis was compleet ingestort. De geur van verpulverd as prikkelde mijn neus en rook wurmde zich door mijn keel en tastte mijn longen aan.

Zonder na te denken rende ik in het huis. Niets was gespaard door de verterende vlammen. Het huis waar ik mijn hele jeugd had geleefd, was compleet verwoest.

'Mam? Pap! Alyssa!', wanhopig schreeuwde ik hun namen, hopend dat ze zouden antwoorden.

Maar het bleef stil. Het enige geluid dat de ruimte vulde was het gesis van het vuur.

Hoestend en kuchend stapte ik naar buiten met mijn handen voor mijn gezicht, tegen de brandende pijn van mijn ogen. En mijn hart zakte ineen.

Ze waren dood.

————————————————————————

Hijgend schoot ik overeind in mijn bed en ik greep krampachtig naar mijn hart, die het bijna op leek te geven. Van streek schoten mijn ogen alle kanten op en sloeg ik de deken van me af tegen de benauwde lucht.

Ik hapte naar adem en merkte dat mijn hand hevig zat te trillen. Met mijn andere hand greep ik hem vast, in de hoop het te laten stoppen. Maar het leek ervoor te zorgen dat mijn hele lichaam trilde.

Nog steeds in paniek stond ik op uit mijn bed. Prudence leek in alle vrede verder te slapen en ik besloot haar niet wakker te maken.

De droom lag me nog vers in het geheugen. Ik keek naar de wekker en zag dat het half zes in de ochtend was. Mijn ogen werden groot van schrik bij de herinnering aan de tijd in mijn droom: Zondag 19 mei 06:23.

Het was de datum van vandaag.

Over ongeveer een half uur zou Prudence wakker worden om mij te gaan helpen.

Dat was niet mijn plan geweest. Niet na deze droom. Opnieuw voelde ik een kleine trek aan mijn geest. Ik had een ander plan. Iets dat ik moest doen.

Vluchtig kleedde ik me aan. Het eerste dat ik kon vinden was een grijze broek en een zwart topje zonder mouwen. Snel pakte ik mijn ketting van mijn nachtkastje en deed ik een zwarte riem om mijn broek. Ik trok de zwarte laarzen aan, die ik samen met Scarlett had gekocht voor het feest.

UltravioletDove le storie prendono vita. Scoprilo ora