71. Blind vooruitzicht

253 19 15
                                    

Daar was het weer. Dat zenuwachtige, kruipende gevoel die in mijn nek hijgde en mij een benauwd gevoel gaf. Hoe de lucht als een damp om me heen trok.

De houten veranda kraakte onder onze voeten en verraadde onze komst, terwijl Ryder een stap naar voren deed. Ondanks de lessen die ik had gekregen, ter voorbereiding van dit moment, had ik geen idee wat de volgende stap zou zijn. Gelukkig wisten zij dat wel.

Ace schraapte zacht haar keel, en fluisterde: 'Maeve?'

Verbaasd dat ze iets aan mij vroeg, keek ik haar aan, haar gezicht bedekt door de schemering van de nacht. Ze rook naar een combinatie van kersen en vanille, een overheersende geur.

'Ja?', fluisterde ik terug. De vier mannen leken de omgeving te verkennen, alsof ze ergens op wachten. Of iemand.

'Kun je horen of er mensen thuis zijn?', ging ze verder. Aha, daar had ze me voor nodig. Ik had er zelf niet eens aan gedacht. Ik knikte en ondanks de zenuwen, lukte het mij om mijn gehoor aan te scherpen.

De geur van kersen en vanille verdween op de achtergrond, evenals het fluisterende gesprek die Lance met Ryder voerde. Mijn concentratie ging uit naar het zachte, constante getik, een verdieping boven ons. Tik. Pauze. Tik. En zo maar door.

Ryder kwam naar me toegelopen en positioneerde zich naast mij, met als poging om te horen wat ik hoorde.

'En?', vroeg hij met een zachte, lage stem. Nu pas merkte ik dat hij een rugzak om had, die Adam een moment terug nog had. Ik maakte een gebaar met mijn hand, als teken dat ze even moesten wachten.

Tik.

Een zachte, ruisende ademhaling.

Tik.

Stille voetstappen en een schaduw die zich langs de gordijnen verplaatsten. Een smal figuur, die rustig de tijd nam naar de andere kant van de kamer te lopen, en weer terug.

Een moment van complete stilte.
En daar was het weer.

Tik.

Nergens anders was een menselijk geluid te bekennen. Geen geroesemoes, geen televisie die aanstond of lichten die knipperden. Het was net zo donker in het huis, dan dat het buiten was. Maar toch was er iemand binnen.

'Ze is alleen. Ik weet het bijna zeker...', was mijn definitieve antwoord.

Meteen nadat ik het gezegd had, begon ik te twijfelen of ik niet iets over het hoofd had gezien. Of ik ons in een gevaarlijke situatie bracht, door hen mij te laten vertrouwen. Was ik er wel klaar voor?

Ze aarzelden niet aan mij en Ryder stapte weer van mij vandaan, naar de deur. Met een soepele draai pakte hij de deurklink vast, maar hij gaf niet mee.

'Op slot', mompelde Ryder, gevolg door: 'Lance, mijn tas.'

De blonde jongen bewoog soepel tussen Ace en Xeon door, naar Ryder, waarna hij zonder enkel geluid de rits openzwaaide en een klein, metalen object tevoorschijn haalde. Iets dat ik nog nooit had gezien.

'Een snufje Instituut-technologie', fluisterde Adam grinnikend. Ik had niet eens gemerkt dat hij naast mij was komen staan. Het was alsof niemand mij alleen durfde te laten. Bang dat ik zou vluchten? Bang dat ik zou worden aangevallen? Who knows.

Ryder ging door zijn knieën, om op ooghoogte te zijn van het slot, en stopte het object in het sleutelgat. Het was geen ouderwetse manier van inbreken, want met een draaiend mechanisme en een zachte klik, draaide het slot los en zwaaide hij de deur open in zijn scharnieren.

'Showtime', zei Ace grinnikend, waarna we één voor één het huis binnenstapte. Mijn taak was om er zeker van te blijven dat er niemand anders was of zou komen. Anders zou het een enorm zooitje worden.

Gedisciplineerd en meer gecoördineerd dan ik had verwacht, liepen de vijf goedgetrainde Emonen in een ster-formatie over de begane grond van het huis. Speurend naar tekenen van inbraak, mensen of andere belangrijke aanwijzingen.

Les 1: Scan je omgeving voor je een situatie betreedt.

Had ik toch nog een beetje opgelet, dacht ik grinnikend.

'Niemand hier', zei Lance ruw, die al snel de trap naar boven vond. Opnieuw werden er blikken naar mij geworpen, waarvan ik deze keer meteen wist wat ze wilden.

Tik.

Een lichte trilling die zich enkele meters rechts boven ons bevond.

Ik knikte. 'Het moet haar zijn. De lampen zijn overal uit, maar toch hoor ik iemand ademhalen en zag ik iemand lopen voor het gordijn. Wie anders dan een blind meisje?'

Adam gaf mij een goedkeurende blik. 'Ziet ernaar uit dat Ryder een keer een goede keuze heeft gemaakt, door jou mee te nemen.'

Als de lampen aan waren, zag hij mijn wangen rood kleuren van vleierij. Iemand zoals ik was het niet gewend complimenten te krijgen voor ook maar iets dat ik deed. Misschien moest ik daar maar aan leren wennen.

'Ik ga wel eerst', bromde Lance, die zijn voet al op de traptreden zette. Alsof er weer een ruk aan mijn geest werd gegeven, sprong ik impulsief naar voren, om Lance tegen te houden. Boos keek hij mij aan, de missie onderbrekend.

'Wat?', siste hij. Ik trok mijn hand weer terug.

'Wat als... ik eerst ga?'

Hij lachte vermaakt en keek vervolgens de andere missieleden aan. Hij verwachtte dezelfde reactie, maar het leek alsof ze een uitleg wilden.

'Luister', begon ik, voordat hij verder kon protesteren. 'Jullie zijn allemaal gewend om jullie missie te doen, voor het Instituut. Ik ben de enige hier die weet hoe het is om opeens overvallen te worden. Om niet te weten wat er gaande is. Jullie zijn... hoe zeg je dat? Iets te hardhandig.'

Ondanks dat Lance zich ondermijnd voelde door mijn suggestie, hield hij zijn voet weg van de trap en liet hij ruimte vrij voor mij, om als eerste te gaan.

'Na jou', zei hij kort.

Oh wat doe ik mezelf aan, mompelde ik in mijn gedachten. Dit gemopper drong ik weg, met de gedachte dat hierboven zich iemand bevond, die misschien hulp nodig had. Onze hulp. Ook al voelde dat niet zo voor mij aan het begin, wist ik dat dit het beste was. Voor haar.

De gladde trapleuning had een bruine kleur en hield mij in balans. Achter mij liep Ryder, die de muskige geur van Lance maskeerde met de zijne. Ryders hand raakte de mijne nauwelijks op de trapleuning.

Tik.

Een neuriënd geluid, gepaard met een zwakke hartslag. De lampen waren nog steeds uit, de overloop donker en koel. Aan de overkant van de hal stond een raam open, waarvan de gordijnen zachtjes wapperden en om elkaar heen sloegen.

Tik.

Ik deed een eerste deur, aan mijn linkerkant open, maar mijn gevoel vertelde mij al dat deze leeg was. En dat was precies wat de grijs geverfde muren, en het lege tweepersoonsbed met lichtblauwe lakens, mij vertelde.

Ryder kwam achter mij aan de kamer in, op het moment dat ik me omdraaide om weer terug te gaan. Ik botste zachtjes tegen hem en probeerde geen geluid te maken. Zijn blik viel op de lege kamer en ik stapte de gang weer op, langs Ryder heen.

Tik.

Ik wist precies waar dat vandaan kwam. Met enkele stappen stond ik voor de andere deur, de laatste in de hal. Voor ik de hendel vastpakte, zocht ik naar bevestiging van de anderen, die ik ook kreeg.

De deurklink draaide soepel mee met mijn beweging, en nadat de anderen achteruit waren gestapt, verdwenen uit het zicht, stak ik mijn hoofd om het hoekje. Ze was blind.

Ik tikte zachtjes op de deur. Drie keer.

Er ontstond beweging in de kamer en vanuit de schaduwen kon ik een figuur onderscheiden, een slank meisje zittend aan een bureau. Zonder licht, alleen in het huis.

'Wie is daar?'

Ik slikte en schraapte zachtjes mijn keel.

'Ik... uh', stamelde ik, compleet vergeten welke aanpak ik had willen nemen. Het meisje gniffelde en draaide zich om in haar stoel.

'Je bent mijn vader niet, want die klopt drie keer zo hard. En mijn moeder roept mijn naam voordat ze binnenkomt. Dus wie ben je?', ging ze op zorgeloze toon verder.

'Iemand die je komt helpen', sprak ik. Achter mij hoorde ik hoe Adam iets fluisterde, en vervolgens een stomp kreeg van Lance dat hij de missie in gevaar bracht.

Terug naar het meisje. Hoe kon zij zich geen zorgen maken? Hoe kon ze niet bang zijn?

'Ik heb geleerd niet bang te zijn voor iets dat ik niet kan zien. Als je kwaad in zinnen had, was je niet wezen kloppen', sprak ze nuchter, mijn gedachten lezend. Haar stem was zacht en zangerig.

'Dat vind ik erg knap', zei ik zacht, terwijl ik langzaam toenadering zocht. Nu pas kwam hetgeen in zicht dat het tikkende geluid veroorzaken. Een apparaat die haar toeliet om in braille te typen.

'Waarom wil je me helpen?'

Ik slikte om mijn droge keel wat extra vocht te geven. 'Wij denken dat je in gevaar kunt zijn. En willen je naar een veiligere plek brengen.'

Ze gniffelde weer, een geluid die me tegelijkertijd beangstigde. 'Zoals verwacht.'

Nadat ze dit had gezegd, voelde ik een soort van onrustigheid over mij heen vallen. Ze leek dingen te weten, een bepaalde kalmte te bezitten, die niet op zijn plek hoorde. Maar waarom, wist ik niet.

'We weten wat jullie doen. Jullie zijn niet de enige die in staat zijn om verder te kijken dan Axons leugens.'

Shit. Ze wist echt meer dan we hadden voorzien. Hoe?

'Mijn vader praat er constant over. Hoe hij bepaalde geruchten hoort en dat hij sinds mijn blindheid wist dat er iets niet klopte bij het lab', ging ze verder, alsof ze niks te vrezen had. In haar hand hield ze een rond balletje, gemaakt van roze stof. Het leek net een wolk.

'Sinds je blindheid?', vroeg ik verward, op zoek naar verheldering.

'Ik ben niet blind geboren. Ik was een normaal kind, totdat alles mij opeens compleet zwart werd en er een duisternis over mij heen viel. De dokters zeggen dat dit gewoon een slechte toeval is geweest, maar mijn vader heeft andere ideeën', legde ze uit.

Ze had alle puzzelstukjes al bij elkaar gelegd. 'De vaccinatie. Je weet ervan?', vroeg ik. Met als antwoord een duidelijke knik. Dus als ik zelf de stukje bijeen legde, betekende het dat het serum ervoor had gezorgd dat dit meisje blind was geworden. Het had niet haar leven ontnomen, maar haar zicht.

'Dan weet je ook waarom ik hier ben. En wat er te doen valt.'

Ze stond op uit haar stoel en zocht naar iets op haar bureau, waarna ik het geluid van scheurend papier hoorde. Niet kort erna voelde ik hoe ze het briefje in mijn hand stopte.

'Wil je deze beneden neerleggen. Voor mijn ouders. Dan weten ze wat er aan de hand is, en dat het tijd is', vroeg ze fluisterend, alsof haar woorden pijn zouden doen.

'Mijn naam is Audrey. En jij, mijn nieuwe beschermer?'

Ik voelde me gevleid onder haar woorden, en antwoordde: 'Maeve.'

Nadat Audreys hand de mijne vond, en haar vingers met de mijne verstrengelde. Tikte ik op mijn SIM, waardoor een signaal werd afgegeven aan Ryder en de rest. Nog geen seconde later opende de deur en liepen ze naar binnen. Ze keken van mij naar Audrey, en Lance gaf me een dat-was-best-oké-als-ik-het-moet-toegeven-blik.

'Dit ging makkelijk of niet?', merkte Xeon op, waarna Lance een scherpe opmerking gaf.

'Te makkelijk.'

Ace schraapte haar keel. 'Ik wil graag weten hoe het ging, maar we hebben geen tijd om hier te blijven. Des te eerder we weg gaan, des te eerder we terug zijn.'

Iedereen stemde in en ik legde Audrey alles uit wat we deden en waar we heen gingen. Zo loodste ik haar de trap af, en legde ik haar zelfgeschreven brief neer op de keukentafel.

'Je familie is veilig. Daar zorgen we voor', sprak ik haar toe, en als antwoord gaf ze me een glimlach. Ze was een klein kopje kleiner dan mij, maar niet veel jonger. Ze oogde jong, maar had de kennis van een volwassene. Het denkvermogen van een genie. Misschien kon ze mij leren hoe ik mijn zintuigen moest gebruiken, onafhankelijk van de anderen.

De ruit-formatie werd ingenomen, waar Ace de leiding nam en Xeon en Ryder zich vestigden aan onze zijkanten, terwijl Lance onze rug dekten. Zo konden we niet verrast worden.

'Waar breng je me heen?', vroeg Audrey, als een fluistering in de nacht.

Ik kneep in haar hand, met dwalende gedachten naar de plek die langzamerhand een speciaal plekje had gekregen in mijn hart, en antwoordde: 'Je nieuwe thuis.'

UltravioletWhere stories live. Discover now