64. Bont en blauw

279 18 11
                                    

Ik wilde opgeven. Ik wilde huilen van de pijn.

Geschrokken bij mijn onverwachte pijn, kroop Ryder van mij af en boog hij zich over mij heen. Verward probeerde hij te peilen wat er gebeurde, maar ik kon niet praten. Ik kon alleen maar krioelen van de pijn en mijn tranen wegknipperen.

Mijn hand was naar mijn ribben en mijn zij geschoten en voor ik kon protesteren, had Ryder mijn shirt omhooggetrokken. In mijn ooghoeken kon ik blauw met paarse vlekken zien. Dit was het moment waarop hij zijn ijzige masker naar beneden trok en ik alles van zijn blik af kon lezen. De schrik op zijn gezicht, de schuld in zijn ogen en de stottering in zijn stem.

'Maeve... Hoe- hoelang heb je dit al?', vroeg hij ongelovig. Opnieuw leek er niks uit mijn mond te komen, mijn kaken zaten op elkaar vastgeklemd, de pijn wegbijtend. Enkele wazige vlekken verschenen voor mijn zicht en de geluiden uit mijn omgeving verdwenen op de achtergrond, behalve Ryders stem.

Zijn armen verdwenen onder mijn lichaam, waarna hij mij kreunend van de grond af tilde en mij vasthield, zonder mijn ribben en rug onnodig aan te raken. Elke keer dat ik ademhaalde, voelde ik hoe de pijn door mijn lichaam schoot. Nu pas realiseerde ik mij dat Ryder mij "Maeve" had genoemd, in plaats van het welbekende "Adelyn". Ergens hoopte ik dat hij wist dat dit niet zijn schuld was, maar de mijne.

'Houd vol', bromde hij zacht, terwijl hij met mij in zijn armen door de gangen heen walste. Ongelofelijk veel blikken schoten onze kant op, maar het leek Ryder niet te deren. Zijn gezicht stond strak, gespannen en... zenuwachtig. Hij moest zich nu waardeloos voelen als mijn "beschermer".

'Het... spijt me', mompelde ik zacht, onder mijn hevige ademhaling. Ryder verstevigde zijn grip op mij, zodat ik niet viel en zei zacht, bijna onhoorbaar: 'Geen sorry. Ik had het moeten merken.'

Tijd leek eeuwig te duren, evenals de pijn. Er kwam maar geen einde aan. En voor heel even leek ik alle hoop te verliezen en was ik klaar om alles op te geven, totdat ik een stem herkende.

'Maeve! Wat is er gebeurd?!'

Het was Prudence's bezorgde stem. Ze kwam naast Ryder lopen en pakte mijn hand stevig vast, een gebaar die ik ongelofelijk waardeerde. Zo erg dat ik een traan in mijn oog voelde opwellen.

'Dit is mijn schuld', mompelde Prudence, wat een vragende blik van Ryder opleverde.

'Ze vertelde dat ze bij het palenparcours een harde val op haar rug had gehad. Ze weigerde om naar de dokter te gaan, of mij haar te laten helpen. En ik heb het toegelaten. Ik heb toegelaten dat het erger werd', legde ze uit en ik hoorde hoe ze een snik in haar stem onderdrukte.

Arme Prudence, ze moest zich niet schuldig voelen. Zij was de laatste persoon die schuldig kon zijn. Ik was de oorzaak van deze pijn. Mijn koppigheid. Mijn ongeloof.

'Ik weet zeker dat je je best hebt gedaan', bemoedigde Ryder haar, terwijl we de laatste gang insloegen, de deur van de behandelkamer aan ons opdoemend. Kane was buiten de deur in gesprek met een lid van het Instituut en zodra hij onze gehaaste voetstappen hoorde, keek hij onze kant op. Het was alsof zijn doktersintuïtie meteen naar boven schoot. Hij stuurde het lid weg en gooide de deur voor ons open en gebaarde ons om naar binnen te gaan. Mijn zicht was scherp, maar waziger dan normaal. Ryder droeg mij naar het behandelbed.

'Voorzichtig. Voorzichtig', instructeerde Kane en zo voorzichtig en langzaam mogelijk, legde Ryder mij op het bed. Ik kreunde zachtjes toen mijn rug het bed raakte. Ryder wees de plek aan waar de pijn mij had overmand en dit keer trok Kane mijn shirt omhoog. Hij trok een bedenkelijk gezicht toen hij op mijn ribben drukte en ik ineenkromp van de pijn.

Zijn blik viel op Ryder en Prudence. 'Vertel me wat er is gebeurd.'

'Ze... Ze', begon Prudence, haar tranen bedwingend, 'is op haar rug gevallen bij het palenparcours. Dit gebeurde gisteren.'

Terwijl hij mijn buik op verschillende plekken aanraakte, probeerde hij te achterhalen waar het probleem zat. Totdat hij zich tot Ryder keerde en zei: 'Marton is er nu niet, dus kun jij me helpen om haar een stukje om te draaien?'

Ryder deed meteen wat hij zei en opnieuw raakten zijn sterke, bezwete handen mijn lichaam aan. Langzaam, met volle focus draaiden ze mij op mijn zij, waarna Kane mijn rug ontblootte. Aan de geschrokken blik van Ryder en Prudence kon ik opmaken dat het er erg aan te was.

'Dat was een flinke klap, Maeve', mompelde Kane terwijl hij opnieuw zijn hand op mijn lichaam drukte. Deze keer was de pijn dubbel zo pijnlijk en ontsnapte een kreet uit mijn mond. Hij trok zijn hand meteen terug en samen met Ryder werd ik weer op mijn rug gelegd.

'Komt het goed met haar?', vroeg Prudence aarzelend, terwijl ze op afstand toekeek.

Kane keek haar niet aan, maar zei: 'Dat denk ik wel. Haar ribben en rug zijn er slecht aan toe, maar ik vermoed niet dat het gebroken is. Met rust en goede verzorging, kan ze snel weer de oude worden. En vaak zien we dat Emory's sneller genezen dan anderen.'

'Kan Prudence mij niet genezen met haar gaven?', vroeg ik, mijn stem zacht en gebroken.

Prudence gaf me een zachte blik en antwoordde: 'Wonden. Schrammen. Kleine dingen aan de buitenkant vaak wel, maar ziektes, interne kneuzingen of botbreuken nog niet. Daar ben ik niet sterk genoeg voor. Sorry, Maeve.'

'Maar', ging ze verder, 'Ik denk wel dat ik een gedeelte van je pijn kan wegnemen.'

Dankbaar keek ik haar aan terwijl Kane haar toeliet om naar me toe te stappen. Ryder hield zich stil op de achtergrond.

'Je hoeft dit niet te doen', fluisterde ik haar toe, wetende dat ze mijn pijn moest ervaren. Maar Prudence, met haar goede, pure ziel, stond erop dat ze dit deed.

'Als goedmaker dat ik dit heb laten gebeuren', suste ze me toe, waarna ze haar zachte hand op de mijne legde. Meteen voelde ik hoe een lichte tinteling in de toppen van mijn vingers begon en Prudence sloot haar ogen, zodat haar turquoise gekleurde ogen achter haar oogleden verdwenen. Op een geconcentreerd ritme haalde ze diep adem door haar neus en blies ze het weer door haar mond naar buiten. Totdat ze haar adem inhield.

Het tintelende gevoel in mijn vingertoppen, verspreidde zich langzaam door mijn ledematen naar mijn bovenlichaam. Terwijl ik werd verheerlijkt door een vernieuwend, opwekkend gevoel, merkte ik hoe Prudence verstijfde en naar adem hapte. Haar rug strekte zich en haar hoofd schoot omhoog, waarna ze schreeuwde. Ze schreeuwde zo hard dat ze op haar benen begon te trillen en ik haar verkrampingen hier kon voelen.

Vol van verdriet rolde er een traan over mijn wang. Het deed me zo ongelofelijk veel pijn om haar zo te zien. Haar zachte, vriendelijke glimlach, verteerd door een verkrampt gezicht, haar ogen samengeknepen van pijn. Ryder stond op het punt naar Prudence toe te lopen en haar op te vangen als ze zou vallen, maar dat gebeurde niet. Ze bleef als een rots naast mijn bed staan en nam de pijn op zich als een strijder.

Ondertussen voelde ik hoe de verterende, ondraagbare pijn in mijn rug en ribben langzaam verzacht werd. Het werd doffer, lichter en makkelijker om te verdragen. De rest van mijn ledematen kwamen vol energie tot leven en bulderde van kracht en versoepeling.
Als het niet aan mijn rug lag, kon ik rondjes springen en koprollend door de gang heen rollen.

Maar ondanks de verlichting van mijn fysieke pijn, voelde ik alleen maar meer mentale pijn. Ze ervaarde mijn pijn, mijn verdriet, de dingen die ik had doorgemaakt. Allemaal opnieuw. Ik zag aan haar dat ze het verschrikkelijk vond. Dat ze zoveel pijn en verdriet kreeg van de beelden en dingen die zij voelden, dat tranen langs haar wang biggelden.

Toen haar hele lichaam begon te trillen en ze dreigde om in elkaar te zakken, kwam Ryder naar voren, om haar hand van de mijne weg te trekken. Met een schok kwam Prudence weer terug en na een korte tijd opende ze haar ogen. Ze was compleet buiten adem en het zweet tekende zich af op haar gezicht. Het eerste dat ze deed was naar mij toedraaien en mij omhelzen.

Terwijl ze haar lichaam om de mijne heen wikkelde, fluisterde ze snikkend: 'Het spijt me zo, dat je dit hebt doorgemaakt. Het spijt me. Het spijt me.'

Door de gebrokenheid in haar stem moest ik zelf ook huilen. 'Het is niet jouw schuld, Pru. Je bent geweldig en zonder jou was ik hier nu niet', suste ik haar toe.

Ik voelde me zo bizar zwak en emotioneel, dat alle pijn, woede en haat in mijn lichaam verdween. Op dit moment was ik alleen maar dankbaar, dat ik er nog was, dat ik Prudence aan mijn zijde had. Dat ik ondanks deze gigantische fout, had gerealiseerd dat het anders moest.

Geen leugens meer. Geen dingen meer verzwijgen. Nee vanaf nu zou ik het anders doen.

Beter.

UltravioletWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu