99. Volg je hart

247 19 4
                                    

[Maeve]
Ontwaken uit een bijna dood-ervaring, was net zo verwarrend als wanneer je uit een droom wakker werd, en je de realiteit even vergeten was. Met elke seconden die voorbijging, kwamen er steeds meer herinneringen terug.

Niet alleen van gisteren, maar mijn hele leven leek mij voorbij te flitsen.

Totdat je erachter komt wat er zojuist was gebeurd.

Nee, niet die muur die boven op mij viel. Niet de ijzeren stang door mijn bovenbeen. En zeker niet de pijn die ik door mijn hele lichaam voelde.

Nee, de gedachte die me bij was gebleven en alle andere gedachtes overstemde, was wat mijn gehoor had opgevangen toen ik half-bewusteloos werd teruggedragen. Ik was te zwak om me te bewegen, maar had alles gehoord wat Ryder tegen me had gezegd.

Op dat moment, waarop ik niet zeker was of ik het zou overleven, wist ik eindelijk wat ik voelde. Voor hem.

De regels konden me niks meer schelen. De pijn kon me niks meer schelen. Ik dacht dat ik zou sterven en Ryder wist niet dat ik nog leefde.

Kane was stilletjes vertrokken, om mij rust te gunnen en later bij me te komen kijken. Hij had mij urenlang behandeld en gemonitord, om er zeker van te zijn dat ik niet dood zou gaan. En dat was hem gelukt. Ik leefde nog.

De stang was uit mijn been en had geen heftige schade gedaan. Althans, ik had het serum te danken dat ik zo snel genas. Het werkte sneller dan bij andere Emory's, omdat het bij mij dus blijkbaar beter werd opgenomen.

Moeizaam gooide ik mijn been van het bed en probeerde ik mijn balans te vinden, zonder om te vallen. Er lag een witte broek klaar, met een zwart topje, die ik met wat moeite aantrok, en in de hoek lagen mijn zwarte laarsjes.

Ik gaf mezelf geen kans om te twijfelen. Ik wilde een keer doen, en niet denken.

Vastberaden en met een bonzend hart sloop ik de ruimte uit, waarna ik de hoofdgang volgde naar de witte deuren. Het was ochtend en de zon scheen in mijn ogen.

Ik was bijna dood geweest en wilde geen tijd meer verspillen van dat wat ik over had. Nu we wisten wat Axon wilde, kwam alles gevaarlijk dichtbij.

Vol nieuwe adrenaline smeet ik de witte deuren open. De zon schoof achter een paar witte wolken, waardoor ik zag hoe blikken op mij werden gericht.

Geen van die blikken deden mij wat, behalve die blik die ik na enkele seconden had gevonden.

Twee verbaasde, diepblauwe ogen en de overheersende geur van lavendel.

Ik lachte, van oor tot oor, en zette het op een rennen. Ryder tilde verward zijn wenkbrauw omhoog en bleef stilstaan, zijn blik vastgepind op mijn bewegingen.

De jongens die hem omringden, zetten een stap aan de kant, zodat ik de ruimte had.

Ik remde niet af.

Zodra ik bij hem was, vloog ik hem om de hals, waardoor hij zijn armen verbaasd om me heen sloeg. De knop van angst en twijfel, zette ik uit.

Voor Ryder zijn mond open kon doen om wat te zeggen, drukte ik mijn lippen op de zijne. Hij leek overvallen, maar al snel voelde ik hoe hij me terug kuste.

Wat als een harde kus begon, veranderde in een zoete, langzame omhelzing van zijn lippen op de mijne. Ik dempte het gejoel om ons heen van zijn vrienden, om me volledig te concentreren op dit gevoel.

Dit vertrouwde gevoel van opluchting en veiligheid.

Hij had zijn armen om me heen gewikkeld en leek niet van plan mij los te laten. Niet meer. 

Voor een kort moment hadden we alleen aandacht voor elkaar. Voor deze aanraking.

Alle herinneringen van ons schoten me voorbij. De slechte, de koppige ruzies, maar ook de goede momenten.

Alles had geleid tot dit moment.

Uiteindelijk kwam hij los uit de kus en nam hij de tijd om me aan te kijken. Om mijn gezicht, alles van mij in zich op te nemen. Om zichzelf te overtuigen dat hij niet droomde, dat ik nog leefde.

'Ik dacht dat je dood was...', mompelde hij ongelovig. Zijn ijzige masker was zo ver weggegooid, dat ik zijn echte emoties kon aflezen in zijn ogen. Het was een zachte en zorgzame blik, gereserveerd voor mij, van een jongen die niets leek op de oude, arrogante versie.

Ik gaf hem een scheve glimlach. 'Zo makkelijk kom je toch niet van me af.'​

Jax kwam naast Ryder staan en sloeg zijn arm om de schouder van zijn beste vriend. 'Dit is nou iets wat ik goedkeur', zei hij grijnzend.

Ryder gaf een zwakke glimlach, iets wat hem bijna verlegen leek te maken. Ik grinnikte.

​Opeens hoorde ik meerdere gillen door de lucht heen klinken. Ik herkende ze allemaal.
​Overvallen door geluk draaide ik me om, net op tijd om Prudence, Yuna, Maura, Hailey en Valor op me af te zien rennen.

Prudence en Yuna waren de eerste die mijn hals omvlogen en me bijna ter plekke doodknuffelden.

Ik lachte zo hard, dat tranen zich opwelden in mijn ogen.

'Wat zag ik daar net?', vroeg Valor gniffelend.

'Dus... jullie zijn een ding?', zei Prudence hoopvol. Ik keek achterom naar Ryder, die mij aankeek.

Hij kwam naast me staan, sloeg een arm om me heen en antwoordde: 'Ik neem aan van wel, Adelyn?'

Ik bloosde bij alle aandacht en de warmte van Ryder tegen me aan. Al die tijd had ik mij verzet tegen hem, had ik hem weggeduwd en mijn vooroordelen de hand laten nemen, dat ik me niet realiseerde wat mijn hart echt wilde.

​'Dat heb je geraden, Elliott', antwoordde ik kalm.

​Nog nooit was ik zo blij mijn vriendinnen te zien. Om hier te zijn, in het Instituut. Weg uit isolering. Weg uit de behandelruimte.

Ik was precies waar ik moest zijn.


UltravioletTahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon