74. Hulp is gearriveerd

256 18 31
                                    

Mijn geest gaf een ruk naar links, het steegje in en ik zette het op een hijgerig rennen. De koele buitenlucht hielp tegen het zweet dat op mijn voorhoofd begon te druppen. Mijn conditie was niet zo al te best.
   
De zang van uilen kon de mannelijke kreet van Ryder niet overstemmen. Ik hoorde het duidelijk. Het was geen kreet van angst, of verlies, maar van woede en koppigheid. Als het moest zou hij het gevecht aangaan met alle zeven premiejagers. Zo was hij wel.
    
Gevolgd door de tijd die in mijn nek hijgde, slipte ik de hoek om, waardoor ik bijna tegen een container aan rende, maar die net kon ontwijken. Schrammen en vieze vegen van het puin bedekten mijn gezicht en zand plakte aan mijn wimpers vast.
    
De kreten van zowel Ryder, als de premiejagers kwamen steeds duidelijker naar voren en in de verte zag ik hun schaduwen dansen op de muur. Ryder lag op de grond, precies zoals ik hem in het beeld had gezien. Hij bedacht een listige beweging en stond op, waarna hij zijn weg vocht uit de groep premiejagers. Hij vloerde er een zonder problemen op de grond en vestigde zijn agressie op de volgende, die een harde klap tegen zijn kaak kreeg.
    
Ik was enkele meters van hem verwijderd. Wetende dat ik niks anders had dan een vuurwapen en een wapen die ze zou verblinden. Dat zou me niet genoeg tijd geven.
   
Mijn aandacht verplaatste naar een grote, metalen stok, die zich half onder een vuilniszak had verborgen. Vlug rende ik er naar toe en bukte ik, om hem onder de vuilniszak uit te halen. Het gewicht lag goed in mijn handen, wellicht iets te zwaar voor mijn fragiele lichaam, maar het voldeed.
   
Toen ik mijn nieuwe wapen pakte en naar Ryder keek, zag ik hoe een premiejager naar zijn zij greep en een taser tevoorschijn haalde. Gedreven door adrenaline en domme keuzes stormde ik naar voren.
    
'Ryder!', galmde ik zo luid als ik kon. De premiejagers draaiden zich om naar mij, maar ze waren te laat. Ik ramde de metalen stok tegen de man met de taser en trapte degene links van hem tegen zijn knie.
   
Ryder leek zowel opgelucht als boos, maar hij twijfelde er niet langer aan om actie te ondernemen. Hij pakte een Instituut wapen uit zijn riem en loste het schot. Het was geen kogel, maar een soort zwart net, die zich om de knie van een tegenstander wierp. Op deze manier kon hij zijn been niet meer strekken, en dus niet meer staan. Gefrustreerd viel het lid van Axon naar de vloer en schoot vloekend met zijn wapen.
  
Daar was het gevoel van adrenaline weer en de tintelingen die zich door mij heen verspreidde. De grauwe kleuren werden scherper, duidelijker en de tijd leek langzamer te tikken, terwijl ik Ryder afdekten met mijn lichaam. Ik zag de kogels. Ik zag zijn doelwit en het pad dat ze namen en kon ze één voor één afketsten met mijn stok.
   
Eén.
Twee.
Drie kogels vielen kletterend op de grond en daarmee keerden de geluiden terug naar normale snelheid en de grauwe kleuren tekenden zich weer af in mijn zicht.

Ryder had zijn hand op mijn zij gelegd, als poging om mij weer weg te duwen. Ik liet het toe, zodat we van positie wisselden en ik met mijn rug tegen de zijne stond. Voor mij stond namelijk een premiejager, die hem van achteren had willen aanvallen, maar mij in de ruil kreeg.
   
Herinner je trainingen, Maeve.
  
Ik bewaarde de afstand tussen ons en ontweek elk moment dat hij naar voren wilde stappen. Sierlijk danste ik op de ballen van mijn voeten, waardoor ik me lichtvoetig voelde en een taser-aanval kon ontwijken.
   
Bam.
   
Ik sloeg de taser uit zijn hand, met mijn net benoemde favoriete wapen en sprong naar voren om hem aan te vallen. Een klap in zijn gezicht, een ontwijking van zijn frustratie. Een stap terug om op adem te komen en de omgeving te scannen.
   
En daar was het, het moment waarop ik Ryders trainingen in praktijk kon brengen, namelijk een zwakke plek. Open voor het grijpen. Na een schijnbeweging naar rechts te maken, sprong ik links langs de premiejager, waarna de metalen stok een zwaai in de lucht maakte en ik hem vol tegen zijn knieholte ramde. Ik had nooit verwacht zo'n agressie te uiten, maar toch deed ik het. Vanaf de korte afstand kon ik zijn botten horen kraken en jammeren, terwijl de man peinzend en schreeuwend op de grond viel, zijn hand grijpend naar zijn been.
   
Eigen schuld, dikke bult. En dat zou wel meer dan een dikke bult worden.
   
'Adelyn!'
   
Ryders kreet galmde door de lucht, op het moment dat een naderende vijand in mijn zicht kwam. Als reflex verstrakte ik de greep op mijn stok en zette ik mijn voeten een stukje verder uit elkaar. In mijn ooghoeken zag ik hoe premiejagers een pak slaag kregen van Ryder. Ze werden geschopt, gevloerd, beschoten met verlammende pijltjes, alle verschillende opties die je kon benoemen, Ryder deed het.
    
Ik wachtte af tot mijn tegenstander binnen het bereik was van mijn wapen en nam een diepe ademhaling. Voor een milliseconde sloot ik mijn ogen en voelde ik de trillingen onder de grond. De tempo die het lid van Axon had, en over hoeveel seconden hij binnen bereik was.

Drie.
   
Om hem heen hing een rotte, sterke geur, die mij licht bedwelmde.
    
Twee seconden. Nog één stap.
    
Met een blik die ik niet kon lezen, een agressiviteit in zijn bewegingen, stormde hij naar me toe. In plaats van af te wachten tot hij die laatste stap zette, nam ik een sprong naar voren, bukte ik voor zijn aanval en haalde ik uit.
     
De verwachting om het geluid van net opnieuw te horen, de peinzende kreet, de dreunende trilling als de premiejager op de grond neerstortte, kwam niet uit. In plaats daarvan werd mijn metalen stok hardhandig vastgegrepen en werd ik bruut naar voren getrokken. De stok kletterde luid op de grond, het klagende geluid weerkaatsend tegen de verbrokkelde muren, en twee grote, forse handen grepen mij beet. Mijn rug kwam tegen hem aan en ik voelde een arm die zich om mijn nek wikkelde en mijn luchtwegen blokkeerde.
    
Ik hapte naar adem, voelde mijn leven voor mijn ogen voorbijflitsten, terwijl ik sputterend met mijn benen gooiden. Langzaam dwaalden alle lessen en trainingen af in een put van vergetelheid.
     
'R... Ryder', stamelde ik, mijn stem hees en niet luider dan gefluister. Boos en wanhopig trapte ik tegen de been van de man, in de hoop dat hij zijn greep zou verliezen, maar dat gebeurde niet. Mijn luchtwegen werden compleet afgesloten en hortende, stikkende geluiden verliet mijn mond. De energie in mijn ledematen verdwenen en langzaam verslapte alles tot een waardeloze pudding. Mijn zicht werd troebel, mijn hoofd licht.
   
Naast mij hoorde ik een kreet, gedreven door ongetemde woede. Mijn knieholten knikten dubbel toen de premiejager mij een trap gaf en op de grond dwong. Een verdwaalde glasscherf boorde zich een weg in mijn knie, waardoor de geur van bloed als een walm om me heen danste.
   
Met het laatste beetje kracht hapte ik naar adem. Alles om me heen was chaotisch. Diverse trillingen, van zacht tot dreunend. Geuren van inspanning, bloed en woede. Figuren die voor mijn ogen heen en weer sprongen, rolden en naar elkaar sloegen. Kreten en kreunen van het aangaande gevecht.
  
Ergens vaag ving ik mijn naam op, maar het was zo zacht, zo dof, dat de zweverige toestand van mijn hoofd het niet opsloeg. In plaats daarvan leek mijn lichaam op een laatste overlevingstoestand over te schakelen, voordat ik compleet weg zou vallen, en niet meer terug zou komen.


  

UltravioletWhere stories live. Discover now