38. Elektrische lading

327 18 22
                                    

Nadat ik de weg naar buiten had gevonden, nam ik plaats op een leeg bankje. De meeste leden waren naar binnen gestroomd om pauze te houden met een warme middagmaaltijd. Hierdoor was ik vrijwel alleen, met enkele mensen uitgezonderd.

Vermoeid hing ik mijn hoofd achterover en kneep ik mijn ogen dicht. De felle stralen van zonlicht die tussen de bomen door waren gekropen, lieten mijn huid tintelen van verwarming. 

Een schel geluid van een verdwaalde, jonge vogel weergalmde door de lucht. Al snel kwam de moedervogel terug, om hem gerust te stellen. Stilte vulde de lucht, afgezonderd van de ritselende bladeren die meebewogen op de wind. De natuur was volop in de bloei door de lente en prachtige magnolia's ontknoopten zich aan een meterslange boom, waarvan enkele roze blaadjes op de grond vielen door een voorkomend briesje. 

Al snel was de stilte voorbij en stroomden de leden met volle maag naar buiten, waardoor ze luidruchtiger waren dan eerst. Door de plotse verandering van stilte, naar een pure, pulserende chaos, voelde ik hoe rust ontzette tot overprikkeling, dat mijn hart deed kloppen zonder ritme.

Het droge stof waaide op van de grond toen ze het grasveld naderden en ik hoorde hoe twee meiden kibbelden over wie de kleur blauw het beste kon dragen.

Geen van beide, dacht ik grinnikend.

Mijn ogen brandden toen de zon bovenaan de hemel stond en ik wreef over mijn gezicht. De kronkelende paden en bomen van het Lentewoud staarden me verleidelijk aan, die ik moest negeren. Ik kon en mocht niet weg, hoe graag ik het ook wilde.

Ik merkte dat ik onrustig begon te worden: mijn benen tikten tegen de grond, ik frutselde zenuwachtig aan mijn vingers en mijn ogen schoten van her naar ver.

Kom op, Maeve. Kalmeer jezelf.

Geïrriteerd door mijn eigen controle verlies, forceerde ik mezelf om op te noemen wat ik zag.

Het bankje waar ik op zat had een eikenhouten kleur en de poten waren gemaakt van een zwart metaal. Enkele centimeters naast mij zat een witte vlek, veroorzaakt door een vogel die zijn behoefte moest doen.

Het gras was groen van kleur, met hier en daar dode kringen van de brandende zon. Op het meterslange grasveld waren meer dan twintig leden verspreid. Ze vormden groepjes, vier om exact te zijn. Adam en zijn groepje waren er dit keer niet, waardoor ik een vaag gevoel van teleurstelling ervaarde.

De witte ingangsdeuren van het Instituut stonden wagenwijd open, waardoor de leden naar buiten en binnen konden stromen. Ergens in de verte hoorde ik een schaterlach, dat lachwekkend genoeg op die van een zeehond leek.

Het was raar om te zeggen dat Ryder gelijk had kunnen hebben, want mijn hartslag hervond zijn constante ritme en mijn benen waren gestopt met trillen.

Een schaduw verplaatste zich langs de muren van het gebouw en mijn blik viel op Ryder, die ongezien naar buiten was geglipt en de fanatieke spelers op het veld bekeek met zijn ogen, die zo blauw waren als de donkerste diepten van de oceaan, zelfs vanaf hier. Hij voelde mij kijken en voor enkele seconden hadden we oogcontact.

Een ruk aan mijn geest zorgde ervoor dat ik wegkeek. Een akelige rilling gleed over me heen, waardoor mijn huid jeukte. Tot mijn verrassing zag ik een rode plek op mijn arm, die duidde op verbranding.

Au.

Door mijn afleiding vormden de geluiden, geuren en kleuren zich tot één chaotische moes. Het was alsof je allemaal gekleurde zandkorrels in een bak liet schuiven en je ze één voor één moest scheiden van elkaar. Dat was een onmogelijke taak, maar toch probeerde ik het.

Voetstappen van rennende mensen. Kreten van triomf of van verslagenheid. Het geschraap van Ryders voet toen hij zich losliet van de muur en in gesprek raakte met Valor, het blonde meisje van het 'Schieten en ontwijken' spel.

UltravioletWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu