68. Zwakke plekken en onverwachte wendingen

279 22 4
                                    

'Opnieuw', gromde Ryder.
   
Vermoeid liet ik mijn schouders zakken en stapte ik weer naar achteren.
   
Hij snoof. 'Je moet je zwakke, open plekken beter beschermen.'
   
Mijn tenen krulden op de zwarte mat, bij het aanspannen van mijn spieren. Dansend op de ballen van mijn voeten, sprong ik naar voren om uit te halen naar Ryder. De getrainde vechter die hij was, zag hij mijn aanval van verre af aankomen en ontweek hij de klap. Ondanks dat zijn reactievermogen na tijdenlang trainen snel was, was ik sneller.
   
Mijn lichaam draaide mee met zijn bewegingen, weigerend om mijn rug of zij nogmaals kwetsbaar te maken voor hem. Des te langer ik hem in het oog hield, des te lastiger het voor hem werd om mij te verrassen. Een flits van glundering in zijn ogen onthulde zijn genot bij het trainen. Ryder deed een paar stappen achteruit, pakte een fles en bracht deze naar zijn mond.
   
'Was dat nou zo lastig, Adelyn?', vroeg hij, zijn grijns verborgen achter de fles.
   
'Ik moet zoveel tegelijk onthouden. Doe nou niet alsof jij dit meteen kon', antwoordde ik.

Hij stapte weer op de matten en kwam angstig dicht naar me toe. Zijn bezwete, maar warme lichaamsgeur klampte zich om mij heen. Ik raakte mijn voorhoofd aan. Gloeiend warm.
   
'Daar heb je gelijk in, maar jij hebt niet de tijd die ik had.' De lage toon in zijn stem deed mij doen huiveren, zodat ik een stap achteruit deed.
   
'Ronde 2?', knisperde ik. Ryder gaf me alleen maar een strakke blik, waarna hij afwachtend klaarstond.
   
'Waar wacht je op?', zei hij uitlokkend. De arrogante blik op zijn gezicht was het bewijs dat hij precies wist hoe hij mij moest uitdagen. En dat kon hij krijgen ook.
    
De leden die zich in de zaal bevonden, verdwenen uit mijn zicht en werden als het waren weggevaagd door mijn brein. Het enige waar ik nog zicht op had, was Ryder en de speelruimte die ik had om hem te misleiden en te verrassen.
  
Alle agressie, woede en opgeborrelde emoties liet ik los op Ryder. Hij was als een boksbal tijdens mijn trainingen, maar niet zonder horten en stoten. Hij had op een haar na mijn neus gebroken en talloze blauwe plekken op mijn lichaam gegeven, maar na enkele weken zijn trainingen te overleven, kon ik hetzelfde over hem zeggen. Ik liet het niet alleen bij zijn lessen en tactieken, in mijn vrije tijd zocht ik naar boeken in de bibliotheek, met verschillende vecht- en verrassingstechnieken om op Ryder te gebruiken. Vele van deze kende hij al en zag hij aankomen, maar zo nu en dan lukte het mij wel degelijk om hem verrast te zien.

Je zou denken dat hij aardiger zou doen, een andere kant van zichzelf zou laten zien, maar elke keer als ik gedwongen werd om hem strak in zijn ogen aan te kijken, zag ik die overdreven zelfverzekerde jongen, die zich niets of niemand liet stoppen of hem van zijn gedachten liet veranderen. Ik deed mijn best om niet zwak te zijn of over te komen. Om sterk op mijn grondvesten te staan en deze jongen niet over mij en mijn gebroken ego te laten stampen, maar dat lukte niet altijd.
  
Na tijdenlang van voorzichtig doen, op de achtergrond oberserven, terwijl ik in mijn gedachten over Alexa's stommiteiten mopperde en Ryders valse blikken negeerde, bleef het lastig om die zogenaamde "pit" naar boven te brengen. Laat staan hem daar te houden.
  
Het was een beter verdedigingsmechanisme, maar met alle overspoelingen en oude gewoontes, bleek dat een uitdaging. Het werd wel makkelijker, om alles koud te laten. Om het verleden te laten voor hoe het was.
   
Prudence sprak me er dan op aan dat het "niet gezond was", en ik prima emoties mocht tonen en ik me niet anders voor hoefde te doen, maar het werkte. Het hielp mij om met volle aandacht te trainen en mijn visie te houden op mijn taak hier en voor de slachtoffers van Axon.
  
En eindelijk begon ik Ryders koelbloedige en ijzige manier van denken, te begrijpen.
  
'Goed, goed', sprak Ryder me toe, nadat ik hem combo van diverse aanvallen gaf, 'Laat je tegenstander denken dat je meer kracht en doorzettingsvermogen hebt, dan dat daadwerkelijk zo is. Zo geven ze sneller op.'
    
Want in de werkelijkheid was mijn lichaam doodop en kon ik niet meer. Het enige wat mij staande hield was de adrenaline die door me heen gutste en mijn koppigheid om op te geven tegenover Ryder.

Af en toe dacht ik terug...
    
Af en toe kwam het beeld terug van Scarletts levenloze lichaam. Van de menigte die om haar lichaam heen stond. Het mes die in mijn hart werd gestoken en de eenzaamheid die ik voelde, toen mijn laatste toeverlaat uit mijn leven werd gegrepen.
  
Af en toe nam ik Ryder dat enorm kwalijk. Dan kon ik hem wel slaan, stompen, bijten, alles dat hem zou laten boeten voor de pijn die ik elke avond voelde als ik in bed lag. En heel af en toe... leek het alsof Ryder echt spijt had. We voelden beide de spanning en onbeantwoorde zaken die tussen ons hing. Het verleden die ons weerhield om met een schone lei verder te gaan. Want hoe kon ik dat? Ik had Scarlett daar achtergelaten. Ik had haar niet kunnen laten weten dat ik bij haar was, nadat zij er wél voor mij was geweest.
    
Een traan welde op in mijn oog, die ik onopgemerkt weg knipperde, om vervolgens weg te springen voor Ryders uithaal. Mijn enkel klapte dubbel bij de plotselinge overdracht van mijn gewicht en ik kreunde van ongemak. Ryder greep deze kans en sprong naar me toe. Zijn sterke armen drukten mij genadeloos tegen de grond, waarna we beide hijgend op de grond lagen.
    
Ik tikte hem af op zijn schouder en hij ging van me af. Uit triomf strekte hij zijn hand naar me uit, om me overeind te helpen, maar de "oh zo zelfstandige vrouw" die ik was, weigerde ik hem. Uit eigen kracht kroop ik overeind en klopte ik het vuil van mijn kleren.
  
Ryders lippen kwamen los om iets tegen mij te zeggen, maar haastige voetstappen kwamen naar ons toe gedenderd. We draaiden ons beide om en een lange, blonde jongen, wiens naam ik vaag herinnerde als Cornell, richtte zijn lippen naar Ryders oor, om hem iets toe te fluisteren. Meteen scherpte mijn zintuig zich aan en voelde ik hoe een tinteling door mij heen ging. Deze tinteling vertelde mij dat mijn ogen voor enkele seconden hun Emorische kleur kregen: Violet.
    
'We hebben een nieuwe missie. Mogelijke Emory, ze wordt al een week in de gaten gehouden door Axon. En, ze is blind.'

Ryder wierp een korte blik op mij, om te zien dat ik hem afluisterde.
   
'Je hoeft niet te fluisteren, Cornell. Ze hoort alles', vertelde hij, waarna Cornell zijn blik op mij wierp en zijn rug strekte. 'Aha', zei hij.
    
'Maar', ging Ryder verder, 'dat komt goed uit. Want ik heb besloten dat ik Maeve meeneem als mijn tweede persoon.'
  
Verward fronste ik mijn wenkbrauwen en kantelde ik mijn hoofd. Had ik dat nou goed gehoord? Natuurlijk heb ik dat goed verstaan.
    
'Je zei dat ik nog niet klaar was voor een missie?', stamelde ik ongelovig, terwijl ik mijn armen over elkaar wikkelde. Ook Cornell leek zijn keuze niet te begrijpen.
   
'Is dat wel verstandig? Je neemt altijd Jax mee', bracht Cornell ertussen. Ryder gaf hem een klop op zijn schouder en kwam opnieuw naar mij toe.
   
'Je had het over een blind meisje?', vroeg Ryder, waarop Cornell een duidelijke knik gaf. 'Wie is er beter dan Maeve hier', ging hij verder, zijn arm op mijn schouder rustend, 'om een blind meisje te begeleiden, dan iemand met versterkte zintuigen?'
    
Voor enkele seconden bleef ik Ryder aanstaren, niet zeker of ik blij moest zijn met deze wending. Was ik hier wel klaar voor? Deze missie klonk als een gewilde zaak voor Axon, en daarmee een lastige taak voor het Instituut.
    
'Het is jouw keus', zei Cornell schouderophalend. Als bevestiging kneep Ryder in mijn schouder en gaf hij de jongen een zwakke grijns. Hij schraapte zijn keel. 'Ik zal het doorgeven aan Elysium. We vertrekken over 15 minuten.'
    
Ja, het gebeurde echt. Mijn eerste missie stond vast.

UltravioletWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu