46. Vermiste vriendin

298 18 5
                                    

'Ben je al klaar voor je training?', vroeg Prudence, om een gesprek te beginnen. Samen met Yuna en Prudence liep ik over het veld van het Instituut, die me langzamerhand een kalmerend gevoel leek te geven.
   
'Ik denk het wel. Ik weet niet goed wat ik ervan moet verwachten, maar ik kijk er wel naar uit', antwoordde ik. Yuna stemde er mee in.
   
'Aan het begin was ik super onhandig en sloom. Ik werd bijna uitgelachen door mijn trainer, maar na verloop van tijd begon ik vooruitgang te tonen', legde ze uit.
   
'Wie traint jullie krachten?', vroeg ik.

Een vraag die ik voor mijn eigen belang stelde.

Ryder zou mij trainen op het gebied van vechten. Maar mijn krachten heb ik grotendeels zelf moeten doen.
    
'De Emory begeleiders doen dat. Nu jij de ingravering hebt, zullen ze je elk moment kunnen benaderen. Dan zal je privélessen krijgen, maar ook groepslessen', legde Prudence uit.

Begrijpend bewoog mijn hoofd in een knik. Dat moest nog komen dus.
    
'Hebben jullie nog zulke lessen?'

Een volgende vraag. Een volgend antwoord die steeds meer van mijn onwetendheid wegnam en mij meesleurde in de overtuiging dat het Instituut geen slechte plek was.
    
Yuna antwoordde. 'We volgen altijd lessen, zolang als we hier zijn. Als je les wilt geven, word je daar ook voor getraind, dus we blijven altijd fit en alert.'
    
'En als je weigert om naar de lessen toe te gaan?', vroeg ik.

Deze vraag was bedoeld voor de mensen die hier niet vrijwillig waren en misschien weigerden om te accepteren dat ze Emory's waren.
    
'Als ze nog jong zijn mogen ze hun tijd nemen om aan de situatie te wennen. De volwassenen krijgen drie waarschuwingen, daarna wordt er een dwangbehandeling ingeschakeld. Voor hun eigen veiligheid', vertelde Prudence. 

Het leek alsof Yuna een rilling over haar heen kreeg. Ik voelde hetzelfde.
   
Er waren mensen die zich voelden zoals ik dat had gedaan. Alleen, verward en boos.

Weigerend om dit te accepteren. Wantrouwend voor de harde waarheid. Vastbesloten om de leugens te ontmaskeren en onszelf gerust te stellen.
   
We bereikten de witte, massieve deuren, met grote glazen ruiten in het midden, waardoor je de lange, bijna oneindige gang in kon staren.

De koude wind die zonet nog om mijn lichaam heen was verwikkeld, werd weggejaagd door de warmte van de ruimte. Met krakende botten versoepelden ik mijn spieren en draaide ik mijn nek. De spanning in mijn lichaam verdween en de zware druk op mijn borst was weggezakt.
  
Een onverwachte trilling kwam vanaf mijn SIM. Ik stopte met lopen en bekeek het bericht. Mijn hart nam een sprong toen ik zag wie het was.

Alyssa.

- Hey, Maeve. Ik ben er eindelijk achter hoe dit ding werkt. Ik mis je zo ongelofelijk erg.
En papa ook. Hoe is het daar? –
  
Haar lieve bericht smolt mijn hart en een traan welde op in mijn ogen. Ik miste haar zo ongelofelijk erg. Haar irritante gezeur. Haar luide gelach als ik een grap vertelde. Dat ze enorm slecht tegen kietelen kon en ik en mijn vader haar daar altijd mee plaagden.

- Het is zo goed om van je horen, klein zusje. Ik mis jullie ook en het is hier... interessant. Je had het hier leuk gevonden, Alys. – stuurde ik
   
Het deed me pijn dat we zo ver uit elkaar waren. Dat ik haar niet kon zien. Een deel van mij wilde wegglippen, om Alyssa en vader nog één keer te zien. Om een fatsoenlijke begroeting te hebben.

Een moment om even te praten, maar mijn geest gaf mij een harde, tegenstrijdige ruk, die vertelde dat dat een enorme fout zou zijn. De herinneringen van de vorige keer achtervolgden mij nog, en weerhielden mij van een volgende ontsnappingspoging.
   
'Het is Alyssa. Ga maar alvast vooruit, ik zie julie zo', vertelde ik tegen Prudence en Yuna, die met een knik omdraaiden en verderliepen.

UltravioletWhere stories live. Discover now