57. Met pieken en dalen

288 25 10
                                    

Een kreet was het enige dat mijn mond verliet, zodra mijn rug de klap opving en de lucht uit mijn longen werd gedrukt. Happend greep ik naar adem, mijn armen vastklampend aan de leren mat onder mij. Mijn levensredder. Het lukte mij niet om normaal adem te halen en met een rood, paniekerig hoofd greep ik naar mijn borst. Naar de botten en ribben die schreeuwden om pijn.

Deze keer verloor ik mijn bewustzijn niet. Deze keer voelde ik hoe de pijn zich in mijn lichaam manifesteerde en hoe de tranen in mijn ogen prikten. Tranen niet alleen van pijn, maar ook van teleurstelling. Het was alsof alles hier tegen leek te zitten. Ik ging op en neer in een eindeloze achtbaan, die mij geen genade toonde.

Bijtend tegen de pijn, kroop ik overeind. Alle blikken waren op mij gericht, maar liefst zes paar ogen die met grote kegeltjes dichterbij kwamen. De eerste kreten waren nog steeds doof in mijn oren, totdat Valor iets zei.

'Gaat het, Maeve?'

Zag het eruit alsof het met me ging? Nee. Wat zei ik?

'Ja, prima.'

Pure onzin, natuurlijk, maar om een reden besloot mijn lichaam nonchalant overeind te staan en het stof van mijn kleren af te kloppen. Het zou een heel ander verhaal zijn als over enkele dagen blauwe plekken tevoorschijn kwamen, maar voor nu, deed ik alsof er niks aan de hand was.

'De matten vingen mijn val', zei ik nuchter, iets wat geen leugen was. Als die matten er niet hadden gelegen, had ik zeker een bot gebroken, al dan niet meer. Het liefste wilde ik dat de pijn verdween en ik verder kon gaan alsof er niks aan de hand was, maar dat zat er niet in.

'Dit was een slecht idee, Maeve. Je bent nog niet klaar voor fysieke, Emorytraining', zei Levi, waardoor de moed mij meteen in de schoenen zakte, 'Ik kan je wel doorverwijzen naar Aiden. Hij is een persoonlijke trainer, die jou eerst helpt met het onder controle houden van je gaven, voordat je ze in de praktijk gebruikt.'

Het voelde als een enorme afgang, maar dat was grotendeels mijn eigen schuld. Ik beet door, ook al had ik dat niet moeten doen. Een fout. Een domme fout die ik zelf weer recht moest gaan zitten. Hoe? Door vanaf het begin af aan verder te gaan. Dus naar die zogenaamde Aiden.

'Wanneer?', vroeg ik, toegevend aan zijn advies.

'Morgen. Ze zouden mij ontslaan als ik jou in deze toestand zou laten trainen', legde hij uit.

Met gepruilde lip sloeg ik mijn blik neer naar de grond. Nog steeds voelde ik ogen door mij heen branden en zodra mijn blik met die van Finn kruiste, durfde ik te wedden dat hij triomf uitstraalde. Hij moest er ongelofelijk van genieten dat hij gelijk kreeg.

Gefeliciteerd met je geweldige overwinning, dacht ik sarcastisch en ik besloot zo snel mogelijk deze zaal te verlaten. Tot mijn verbazing kwam niet alleen Valor, maar ook Oliver mij tegemoet. Twee armen werden om mij heen geslagen, die ik ondanks mijn afgang toeliet en waar ik mijn lichaam op steunde. We probeerden nonchalant door de gangen heen te lopen, zonder al te veel aandacht te trekken, wat niet altijd slaagde.

'Waar je wil je heen?', vroeg Valor.

Verbeten dacht ik na, waarop het antwoord makkelijk bleek te zijn.

'Mijn kamer.'

Levi had gelijk, ik moest nu mijn rust pakken. Maar ik wilde niet alleen zijn, daar had ik nu geen zin in, dus haalde ik mijn SIM erbij. Het holografische schermpje met witte randen, lichtte op en toonde mij al het gemiste nieuws.

- Kom je straks weer naar de kamer? Heb je even nodig. – stuurde ik naar Prudence.

Helaas had ik tegen de tijd dat ik onze kamer had bereikt, nog geen antwoord. Dan moest
ik maar wachten. Oliver had zijn arm enkele minuten terug al weggehaald toen ik zei dat het wel lukte. Valor luisterde daar niet naar en vroeg bij de kamer: 'Red je het zo?'

UltravioletWhere stories live. Discover now