Hoofdstuk 4

983 78 61
                                    

~ Hoofdstuk 4: Een verlaten vrouw ~

POV – Jort, 2 maart

Om precies drie uur stopte de auto voor het huis. Dit was het huis waar Joyce Meijer, een vriendin van Ruth woonde. Ze stapten de auto uit en liepen naar het huis. Het was een gewoon rijtjeshuis in een nieuwbouwwijk.

Hij zou hier ook wel willen wonen. Zijn huis was minstens dertig jaar oud en hij vond de kleuren van de stenen van de nieuwbouwhuizen veel mooier. Marije wilde jammer genoeg niet verhuizen. Tegen haar wil kon hij niet ingaan. Ze wist hem altijd over te halen te doen wat zij wilde. Ze vond het wel best waar ze woonden. Bovendien was alles in de buurt. Een supermarkt, een speeltuin voor de kinderen en hun beiden schoonouders woonden nog geen tien minuten van hen vandaan.

Hij vond dat soms heel onhandig dat ze zo onwijs dichtbij woonden. Ze verwachtten je dan ook elke week op de koffie en hij had een hekel aan verplichtingen. Hij hield er niet van in een keurslijf gestopt te worden. Hij wilde zelf beslissen wat hij deed en wanneer hij dat deed. Waarschijnlijk had hij dat van huis uit meegekregen.

Zijn ouders waren uit elkaar gegaan omdat zijn moeder niet langer gecommandeerd wilde worden door zijn vader. Hij had het er moeilijk mee gehad. Op de middelbare school was hij erg introvert geweest en had hij met zijn hoofd altijd bij zijn moeder gezeten die er alleen voor stond. Ze deed wel alsof ze alles alleen aankon, maar hij had geweten dat ze loog. Mede om die reden was hij ten prooi gevallen aan een aantal rotjongens die er plezier in beleefden hem te pesten. Hij was blij geweest toen hij zijn examen had gehaald en eindelijk afscheid kon nemen van school.

Het pesten was een van de redenen geweest waarom hij bij de politie was gegaan. Hij wilde zichzelf en andere mensen kunnen beschermen. Alles wat hij deed, deed hij om andere mensen te kunnen helpen. Hij wilde niet dat andere mensen onnodig zouden lijden, zoals hij dat had moeten doen.

Hij belde aan. De deur werd vrijwel meteen opengedaan. Ruth stond in de deuropening. Ze had wallen onder haar ogen. Waarschijnlijk had ze vannacht geen oog dichtgedaan.

'Kom binnen,' was het enige wat ze zei.

Mart en hij volgde haar door de gang naar de woonkamer. Daar ploften ze op de bank neer.

'Willen jullie iets drinken?' vroeg ze vervolgens.

Ze schudde tegelijkertijd hun hoofd.

Ruth ging in de stoel tegenover de bank zitten en wachtte tot een van hen het gesprek zou beginnen. Hij besloot dat maar te doen. Hij haalde diep adem en begon.

'We zagen dat u geregistreerd staat als Ruth de Bakker, maar gisteren stelde u zich aan ons voor als Ruth Ent. Wij zouden graag willen weten waarom u dat deed.'

Ruth wendde haar blik af en keek naar beneden. 'Mijn man is tien jaar geleden zomaar bij mij weggegaan. Gisteren was het precies tien jaar geleden. Op 1 maart.' Ze haalde haar schouders op en vervolgde haar verhaal met een moedeloze blik in haar ogen. 'Hij dacht misschien wel nieuwe maand, nieuw begin. Hij heeft nooit meer iets van zich laten horen. Je kunt niet scheiden zonder toestemming van beiden kanten dus ik zit nog altijd aan die klootzak vast.'

Mart keek haar meelevend aan. 'Hoe zijn jullie uit elkaar gegaan?' vroeg hij vervolgens.

'Er was niet veel bijzonders. We hadden heus wel eens ruzie, maar niet zo overdreven dat het nodig was een scheiding aan te vragen. Soms denk ik wel eens dat hij een ander heeft gehad. Ik weet het niet zeker, maar zeker dat het niet zo is geweest ben ik ook niet. Hij liet mij gewoon in de steek. Hij heeft nooit meer iets van zich laten horen. Hij scheepte mij op met de zorg van onze dochter en de kostwinning. Ik heb nooit een cent van hem gezien, dus we hadden het niet breed.'

'Hoe reageerde Oona op zijn vertrek?' Vroeg Mart.

'Niet heel bijzonder. In de eerste weken hadden we het natuurlijk moeilijk, want we hadden het allebei niet aan zien komen, maar daarna hebben we het hoofdstuk afgesloten. We zijn doorgegaan met ons leven, zonder hem. We hebben het nooit meer over hem gehad. Ik denk dat ze niet eens wist dat het gisteren tien jaar geleden was. Ze was nog maar vijf, weet u. Een aantal jaar geleden kwam ze op zijn verjaardag naar me toe. Ze zei dat ze het gevoel had dat ze iets belangrijks vergat, maar ze wist niet wat.'

'Maar denkt u dat hij dit heeft gedaan?' vroeg Mart.

Het bleef even stil en ze leek na te denken. Toen bracht ze haar hoofd omhoog en keek hen doordringend aan. 'Denken jullie dat hij het heeft gedaan?'

'We hebben nog geen idee, maar we moeten alle opties openlaten. Hoe heet uw ex en hoe ziet hij eruit?'

'Hij heet Gert de Bakker. Het is een typische man. Breed gebouwd. Ongeveer 1, 90 meter lang. Blauwe ogen. Gladgeschoren en een bos bruine krullen op zijn hoofd. Maar dit was tien jaar geleden, ik heb geen idee hoe hij er nu uitziet.'

Hij keek Mart aan. Dit zou zo maar eens de eerste verdachte kunnen zijn.

Hij zei: 'U heeft echt geen idee waar hij zou kunnen zijn?'

De vrouw schudde haar hoofd en keek weer naar de vloer.

Dit zou hun eerste prioriteit worden. Hij hielt ervan mensen te zoeken. Hij vond het leuk om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en vervolgens iemand te confronteren die geen enkel idee had dat er iemand achter hem aan zat.

'Is u de afgelopen weken iets opgevallen aan Oona? Gedroeg ze zich anders dan normaal?' vroeg hij. Wie weet had hij haar pas opgezocht en had hij haar weer willen zien. Hij kon nog geen enkele mogelijkheid uitsluiten.

Ruth keek moedeloos om zich heen. 'Ik zei al dat ik er alleen voor stond. Ik werk het overgrote deel van de dag. Ik zie haar wel, maar in die beperkte tijd is mij nooit iets opgevallen.'

Hij zag dat de tranen haar in de ogen stonden en onderdrukte de neiging naar haar toe te snellen om haar te troosten.

'Al die tijd heb ik te weinig aandacht voor haar gehad. Ik had veel meer tijd met haar moeten doorbrengen.' Na een korte pauze vervolgde ze: 'Gek hè, nu ze er niet meer is besef ik dat opeens.' Ze veegde met haar handen de tranen af die over haar gezicht liepen. Ze haalde diep adem.

Mart vroeg aan Ruth of ze niet met iemand wilde praten. Het was heftig wat ze mee had gemaakt, dus hij zou het volkomen begrijpen. Hierop schudde ze wild haar hoofd. Als ze al met iemand wilde praten zou ze dat met Joyce doen en niemand anders.

Hij stond op en zei: 'Hé, ik moet weg Mart, ik heb Marije belooft dat ik vandaag vroeg thuis zou zijn.'

Hij richtte zich tot Ruth en gaf haar zijn kaartje: 'U kunt ons altijd bellen als u nog iets te binnen schiet. Heel erg bedankt voor uw tijd en medewerking.'

Mart stond ook op, bedankte Ruth en rende achter hem aan de deur uit.

'Moet je een lift?'

'Nee, ik loop wel. Ik moet meer bewegen. Nog iets wat Marije graag wil dat ik doe.'

Mart lachte. 'Goed hoor, ik ga ook wel naar huis, dat zullen ze leuk vinden.'

Hij nam afscheid van Mart en begon te lopen.

Extra snelle update! Drie redenen waarom:
1.    Vorige keer (twee dagen geleden) zei ik dat we ruim over de 100 reads waren, maar nu zijn we al over de 200 heen! Ik kan het gewoon niet geloven, twee weken geleden begon ik en nu als zo veel reads!
2.    Ik sta op #30 van Mysterie/Thriller, het hoogste tot nu toe!
3.    Ik had vandaag heel veel uitval op school dus ik ben drie uur eerder thuis. Alle tijd om te updaten dus!

Maar terug naar de orde van de dag. We hebben onze eerste verdachte! Waar denken jullie dat Gert is? Zal hij het gedaan hebben? In de volgende twee (!) hoofdstukken zal de Moordenaar het weer overnemen. Ik vind het heel leuk om hem te laten praten dus vandaar...

Ik zou het heel leuk vinden als je zou laten weten wat je er tot nu toe van vind. Moet ik iets veranderen aan mijn schrijfstijl/verhaallijn/whatever?

Stem alsjeblieft, dat maakt me meer dan blij en dan update ik extra snel! I promise.

Groetjes!

En toen leefden ze niet meer...Onde histórias criam vida. Descubra agora