Hoofdstuk 23

460 55 30
                                    




~ Hoofdstuk 23: De onrust van de nacht ~

POV – Sarah, 8 maart

Sarah kon niet slapen. Wat ze ook probeerde, het lukte gewoon niet. Ze had het veel te druk met denken. De cijfers van alle codes spookten door haar hoofd, konden niet worden omgezet in woorden met een betekenis. Ze wist het antwoord niet op de codes, kon niets vinden dat paste. Die onmacht maakte haar boos, woest. Ze wilde niet falen dus daarom zocht ze nog harder, vlogen er nog meer gedachten door haar hoofd. Het maakte haar gek, al die gedachten, zoals altijd. Het maakte haar nog gekker dat ze niet wist hoe ze het moest stoppen.

Sarah wist dat alleen zij degene was die een einde kon maken aan alle gedachtes die door haar hoofd heen raasden. Waarom ze dat zo zeker wist? Dat had haar vader, waar ze zielsveel van hield en altijd op kon rekenen haar drie jaar geleden verteld. Ze had toen ook vol gezeten, maar toen wist ze nog niet dat zij degene was die daar verandering in kon brengen.

*Flashback*

'AAARRGGHHH! AAARRGGHHH!' Ze schreeuwde het uit.

Het was midden in de nacht, maar Sarah was klaarwakker en ha inmense hoofdpijn. Met haar handen hield ze haar hoofd vast. Ze duwde extra hard, alsof ze haar hoofd op zijn plaats moest houden. Haar nagels waren hard in haar huid geduwd en de warme vloeistof van bloed gleed over haar vingertoppen. Haar haar hingen in losse, vette slierten voor haar ogen. Al haar spieren waren aangespannen. Ze zat rechtop in bed, haar knieën opgetrokken met haar hoofd ertussen. Ze zweette als een otter. Ze haalde oppervlakkig adem en had haar ogen stijf dichtgeknepen. Haar hoofd bonkte. Het zat vol met eindeloze onafgemaakte gedachtespinsels.

Haar vader kwam haar kamer binnenstromen. 'Sarah, schatje, wat is er?'

Zijn stem klonk bezorgd, maar Sarah durfde haar ogen niet open te doen, bang dat de pijn in haar hoofd dan nog erger zou worden. Hijgend zei ze: 'Mijn hoofd zit vol.'

Een traan liep over haar wang. Ze wist niet hoe ze hier een einde aan moest maken. Ze voelde het bed naast zich inzakken, wat een teken was dat haar vader naast haar was komen zitten. Ze voelde een arm om haar schouders en ze werd zachtjes naar hem toegetrokken. Hij streelde haar haar en fluisterde: 'Het komt allemaal goed, het komt allemaal goed. Rustig maar, er is niets aan de hand.'

Zachtjes pakte hij haar handen vast en bracht ze van haar hoofd af. Sarah begon nu hevig te snikken en begroef haar hoofd in zijn borstkas. Hij wreef met zijn hand rustgevend over haar rug en zei lieve woordjes tegen haar. Ze werd iets rustiger, maar nog steeds stroomden allerlei gedachten door de glijbaan van haar hersenen.

'Mijn hoofd zit gewoon vol, papa. Ik kan het niet weg krijgen. Elke keer komen er meer dingen bij en ik heb het gevoel dat hij gaat ontploffen.'

Sarah hoorde dat hij grinnikte. Gelijk ging ze rechtop zitten en opende haar ogen. Haar vader zag er zo best grappig uit. Hij was in zijn pyjama en had nog slapers in zijn ogen. Zijn haar zat wild en was ongekamd. Hoe kon dat ook anders, het was immers drie uur in de nacht! Ze keek hem met grote ogen verdrietig en verongelijkt aan. Zijn mond was in een glimlach gevormd en in zijn ogen was een zekere twinkeling te zien.

'Het is echt waar! Mijn hoofd zit zo vol en de druk is zo groot,' zei ze met een overslaande fluisterstem.

De twinkeling uit de ogen van haar vader verdween en hij trok haar weer naar zich toe. 'Ik weet het, Sarah. Ik weet het.'

En toen leefden ze niet meer...Where stories live. Discover now