Hoofdstuk 42

392 43 39
                                    

~ Hoofdstuk 42 : Oceans ~

POV – Nelleke, 23 maart

WARNING: Dit is een soort experiment, ik wilde dit gewoon een keer proberen en zo. Maar informatie volgt onderaan.

Nelleke was net klaar met de vrouwengroep die zij eens per week 's avonds bijwoonde toen ze hem had aangetroffen naast haar auto, die een eindje van de kerk af stond, omdat er geen parkeerplaats in de buurt was geweest. Eerst had hij op een verdwaalde man geleken die haar de weg wilde vragen. Zij was hem daarom ook met een vriendelijke glimlach tegemoet getreden. Die lach had al snel plaatsgemaakt voor een streep toen ze zag wat hij in zijn hand hield. De contouren van het pistool waren, naarmate ze steeds verder naderde, duidelijker en duidelijker geworden. Toen ze aanstalten had gemaakt om weg te rennen, had hij simpel met zijn hoofd geschud. Trillend en met tranen van angst in haar ogen was ze naar hem toe gelopen. Totdat ze slikkend voor zijn gestalte tot stilstand was gekomen. Dat was nu.

'Hallo, wat heeft dit te betekenen?' vroeg Nelleke met een stem die zacht klonk, zoals altijd, maar nu was gesmoord door het brok dat de ingang naar haar keel blokkeerde.

'Dit?' vroeg de man van wie Nelleke geen idee had hoe hij zou moeten heten. Er was geen naam die bij zo'n man paste. Geen naam leek bij zijn verschijning te passen. Dit vond ze niet gek, ze was er van overtuigd dat de ouders van de man hem bij zijn geboorte niet hadden genaamd naar de daden die hij later uit zou gaan voeren. Toen deze man zijn naam had ontvangen hadden zijn ouders nog geen flauw idee gehad van het feit dat hij ooit, op een zekere dag met de datum 23 maart, tegenover haar, Nelleke, zou staan met een pistool in zijn hand.

'Dit,' herhaalde hij, 'is een ontmoeting tussen jou en mij. Gezellig hè?' vroeg hij, zijn wenkbrauwen optrekkend.

'Alsjeblieft, ik heb niks. Geen geld, geen sieraden, helemaal niets dat je leuk vindt.' Paniek was in haar stem te horen en klappertandend stak ze haar handen in de diepe zakken van haar winterjas. Wat moest die man hier? Waarom had hij haar gekozen als tegenspeler in zijn duidelijk doorgedraaide spelletje?

'Oh, maar ben ik hier degene die bepaald of ik iets aan je heb of niet?' ging hij verder, met een grijns op zijn gezicht, terwijl hij zijn lippen likte.

'Alsjeblieft,' smeekte Nelleke nu, haar stem iets verheffend.

'Kop houden en luisteren,' zei hij kalm. 'Ik hou niet van lawaai.' Hij keek haar aan met een uitdrukkingsloos gezicht. Zijn laconieke ironie was nu veranderd in een stilte die dwingend aanvoelde.

'Maar-' begon Nelleke, maar hij onderbrak haar.

'Ah, ah, ah, mondje dicht. Gewoon luisteren en doen wat ik zeg. Wie weet, als je een goed meisje bent zal ik je misschien wel sparen.'

Nelleke ademde in en uit en probeerde zich zo rustig te houden, maar in een situatie als deze was het niet heel raar dat dat mislukte. 'Ik ben eenenveertig. En daarbij, mensen zoals jij, moordenaars, want volgens mij ben je dat, doen dat soort dingen niet, mensen sparen.'

'Hoe weet je dat?' vroeg hij glimlachend.

Nelleke kon werkelijk niet uit de kalmte die deze man bezat. Ze snapte niet hoe hij hier kon bedreigen, met een pistool nota bene, en nog steeds glimlachend en bijna speels met haar stond te praten.

'Boeken,' antwoordde Nelleke stug. Ze was niet van plan hem meer te geven om haar op te pakken.

'Ah, boeken, natuurlijk! Die bevatten ook altijd de waarheid! Weet je, ik hou onwijs veel van boeken, ze zijn zo realistisch, waarheidsgetrouw en-'

'Stop!' riep Nelleke uit. Haar stem was gesmoord, maar de irritatie klonk nog wel goed door. 'Ik weet het, oké?! Boeken zijn niet te vertrouwen, maar ik wéét dat jij dat ook niet bent.'

En toen leefden ze niet meer...Where stories live. Discover now