Hoofdstuk 53

253 41 28
                                    

~ Hoofdstuk 53 : Het Beest / Pieter / Jort ~

POV – Jane, 28 maart

Jane had het geweten.

Jane had buiten een knal gehoord.

Jane wist, dacht ze, wat dat betekende.

Warme tranen rolden over haar wangen. Jane had het al die tijd geweten en ze had haar mond niet geopend. Nee, ze zou geen moeite doen om haar lot te ontsnappen. Ze verdiende het. Ze had in het verleden iemand zijn waardigheid afgenomen, iemands zelfvertrouwen. Ze had het belangrijkste wat je kon bezitten, het vertrouwen in jezelf, van iemand afgepakt. Zonder enig gevoel had ze hem afgedankt. Achteraf had ze zich de betekenis van haar daad gerealiseerd, maar dat was pas nadat de eerste gevolgen al zichtbaar waren geweest.

De jongen was de dag van haar afwijzing niet meer thuis gekomen. Jane had, net als ieder ander, gedacht dat hij zelfmoord had gepleegd. Ze had zich schuldig gevoeld. Ze had overwogen om naar de ongeruste moeder toe te gaan om alles op te biechten, maar Jane had het niet gedaan. Zo erg had ze het blijkbaar niet gevonden, dacht ze nu. Gelukkig voor haar werd hij later gevonden en bleek het dat hij enkel was weggelopen. Op school zou hij echter nooit meer komen. Hij was emotioneel kapot geweest. Hij had zijn examens van het laatste jaar van de havo op een andere school gemaakt, niet in staat de plaats van het onheil nog onder ogen te komen.

En zelfs daar waren grapjes over gemaakt. Men had het laf en zielig gevonden dat hij zijn gezicht niet meer wilde vertonen bij hen op school. Ze hadden hem een aansteller genoemd, omdat hij er zo'n groot punt van had gemaakt. Ja, zelfs toen duidelijk werd wat het pesten echt met hem deed, hadden ze hun gedrag niet veranderd. En Jane had meegedaan, zoals altijd. Ze had haar schuldgevoelens genegeerd en had meegelachen. Alleen thuis, thuis had ze haar schuld toegelaten. Dan piekerde ze in het begin wel, hoor. Nachten lag ze in die eerste weken soms wakker, overdenkend wat ze had gedaan.

Jane had hem sinds die dag nooit meer in het echt gezien. De discussie werd op een gegeven moment oninteressant en ze was hem zelfs vergeten. Ze wilde de vreselijke herinnering van haar eigen bruutheid vergeten. Jane had het weggestopt met de bedoeling voortaan zich altijd in te zetten voor haar medemens. Om zelfvertrouwen bij anderen op te bouw in plaats van af te nemen. Het leek de enige oplossing om zo haar fouten te compenseren.

Eén keer was ze nog aan hem herinnert. Twintig jaar geleden had ze een afschuwelijke kaart voor haar verjaardag gekregen. Destijds was ze ingestort, maar gelukkig had ze zich al snel weer bij elkaar weten te rapen. Opnieuw had ze de herinnering genegeerd en weggestopt, zodat de ervaring weer voor goed uit haar leven was gebannen. Slechts zelden had ze nog aan hem gedacht.

Tot vier jaar geleden. Hij had op de koffie gekomen met zijn vrouw om zich voor te stellen als nieuwe collega van Mart. Eerst had hij als gewoon politieagent gewerkt in een andere deel van de provincie. Hij had promotie gekregen en was toen hier terecht gekomen. Ze had hem niet herkend. Hoe kon het ook? Het was destijds eenentwintig jaar geleden. Hij had er heel anders uitgezien dan toen. Hij had een andere naam dan toen. Hij was totaal anders dan toen. Hij was opeens spontaan en open geweest, de toneelspeler. Hij verdiende een Oscar voor zijn prestaties.

Hij had zich voor haar verborgen gehouden tot die ene avond van het diner. Hij had zich gedragen als toen. Niet in zijn gedrag, maar in zijn ogen was alles te lezen geweest. Jane had het kleine, zielige jongetje weer gezien. De jongen waar iedereen op school de pik op had. Ook zij. Juist zij.

Toen hij haar verkering had gevraagd had ze niet eens de moeite gedaan om haar walging en afschuw voor hem te verbergen. Ze had hem in zijn gezicht uitgelachen en al haar vriendinnen erbij geroepen. Samen hadden ze hem, de verlegen Pieter, te schande gezet voor het aanzien van de hele school. Iedereen had het geweten. Iedereen had hem uitgescholden. Ze hadden zijn leven met z'n allen nog erger gemaakt dan het al was geweest. De jongens uit haar jaar hadden hem te grazen genomen. Ze hadden hem met vuistslagen en schoppen duidelijk gemaakt waar hij stond, op de maatschappelijke ladder van de school. Een verbintenis aangaan met iemand van de hoogste rang? Terwijl jij nog niet eens goed genoeg bent voor de allerlaagste treden? Onmogelijk. Een grap. Een sprookje.

Hij was huilend weggerend, zo goed en zo kwaad als dat ging, nadat hij in elkaar geslagen was. Ze hadden hem met z'n allen nagekeken en lachend naar hem gewezen. De laatste weken van het schooljaar zou hij dit elke dag te horen krijgen. Ze zouden hem met hun woorden nog meer kapot maken en met hun daden evenzo.

En zij was de aanzet van dit alles geweest. Zij was, in zijn ogen, en eigenlijk ook in de haren, verantwoordelijk geweest voor het onleefbaar maken van zijn jeugd die toch al niks had voorgesteld. Zij was de druppel geweest die de emmer had doen laten overlopen.

Toen Jane hoorde over de details van de moord op het meisje had ze het zeker geweten. Zij hield van Disney. Zij was er bezeten van geweest. Zij kende elk detail van elke film en wist er alles over. Mart wist dit niet, maar Pieter, wat de echte naam van Jort was, wel.

Pieter. Het was helemaal in de trant van de bijnaam die iedereen, inclusief zij, die er zelfs mee was begonnen, hem had gegeven. Pi, naar het getal waarmee de diameter van een cirkel berekende. Hij, Jort, of Pieter, was een nerd geweest op de havo. Altijd was hij aan het leren. Of hij nu een toets had of niet. Hij deed het voor de lol.

Niemand had hem begrepen. Jane vreesde dat dat de reden was waarom de meeste mensen gepest werden. Ze werden niet begrepen. Ze waren anders. De rest, die dan blijkbaar wel normaal was, kon daar niet mee omgaan. Het was raar geweest dat een jongen het leren van de getallen van pi achter de komma als hobby had. En daarom had iedereen hem met de rug aangekeken. Het was triest.

Een deur, ergens achter haar, viel dicht. De klap deed Jane opspringen. Ze zette zich schrap. Ze wist niet wat voor slechts dit monster met haar van plan was. Maar ze wist wel dat ze het zou verdragen. Jane zou hem niet het plezier geven haar te zien lijden. Hij zou zijn lolletje niet krijgen. Niet van haar.

Voetstappen klonken op het laminaat. Jane kon het niet helpen dat ze begon te trillen. Doodsangst sidderde door haar lijf. Het bekroop haar als een slang en liet haar niet meer los. Zweet brak haar aan alle kanten uit. Haar ogen vernauwden en Jane zocht steun aan de tafel om niet te vallen. Het was begonnen. Haar lot, haar dood, was in werking gezet.

De voetstappen kwamen steeds dichter bij. Uiteindelijk hoorde Jane de deur van de zaal waar ze zich in bevond opengaan. Het piepende geluid deed pijn aan haar oren. Langzaam en voorzichtig draaide Jane zich om, niet wetend wat precies te verwachten. Toen haar ogen de zijnen vonden hapten ze naar adem. Jane stond oog in oog met het beest. Traag drongen de woorden haar hersenpan binnen.

'Wel, hallo, prinses. Lang niet gezien.'

Oeh, spannend! Wie zal dit allemaal overleven? Ik hoop dat dit een aantal dingen verklaart. Jane herkende Jort pas in het eerste hoofdstuk als Pieter en heeft niks gedaan om de andere moorden te voorkomen. De reden komt hier heel kort naar voren, maar die zal in een komend hoofdstuk verder worden uitgewerkt. Ook kon je iets duidelijker lezen wat er nu precies tussen hen is gebeurd. Dit is het verhaal vanuit Jane, maar ook Jort zal zijn versie nog vertellen.

In het volgende hoofdstuk volgen we Sarah en hoe zij Jane gaat proberen te redden en waar zij onderweg op stuit... Ik ben benieuwd!

Bedankt voor het lezen en tot zaterdag! (Het hoofdstuk komt waarschijnlijk 's ochtends, want 's middags moet ik werken)

En toen leefden ze niet meer...Where stories live. Discover now