Hoofdstuk 31

481 47 74
                                    

~ Hoofdstuk 31 : De één is een halve crimineel, de ander heeft zijn hersenen verloren ~

POV – Jort, 12 maart

Stampvoetend kwam Jort het kantoor binnen. Met een doffe klap liet hij de dossiers die hij vast had gehad op zijn bureau neerkomen. Meestal was hij niet zo snel boos, maar vandaag was een uitzondering. Hij was vandaag boos. Nee, hij was woedend. Al bijna twee weken hielden ze zich onophoudelijk bezig met de moorden, maar de zaak kwam maar niet van de grond. Er werden geen ontdekkingen gedaan, er werden geen mensen opgepakt. Kortom, er gebeurde gewoon helemaal niets. Daarbij nam druk de toe. De nabestaanden werden ongeduldig. Dit was natuurlijk wel te begrijpen aangezien ze nog steeds niet wisten wie hun geliefde dit had aangedaan. Ze wilden vergelding en die kon enkel gegeven worden als de dader werd opgepakt.

Zijn vlakke hand viel hard neer op het bureau van Bram. Deze zuchtte diep en draaide zich vervolgens uiterst traag om. Toen Jort Brams gezicht kon zien draaide Bram met zijn ogen.

'Wat is er nu weer?' verzuchtte hij. 'Wat heb ik deze keer gedaan? Kom jij me nu ook al wurgen?'

Jort zuchtte geïrriteerd. Hij kon er niet tegen dat Bram zo ongeïnteresseerd deed. Hij was immers voor een heel groot deel verantwoordelijk voor de woede van Jort.

'Heb jij je ooit afgevraagd, beste Bram, wat de gevolgen van jouw acties zijn?' vroeg Jort spottend. Zijn ogen spuugden vuur en zijn vingers tikten ongeduldig op het hout van het bureau. 'Door jou,' vervolgde Jort terwijl hij met zijn vinger naar Bram wees, 'is Peter gewaarschuwd. Door jou heeft hij de mogelijkheid gehad het bewijs dat er nog zou kunnen zijn te vernietigen. Door jou is onze kans om hem ergens op te pakken vergooit.'

Bram schudde afkeurend zijn hoofd. 'Jort, heeft Mart je gek gemaakt? Heeft zijn humeur jou ook beïnvloed?'

Toen Jort niks anders deed dan Bram boos aankijken ging hij verder. 'Ik heb jullie allebei al uitgelegd dat Peter er niets mee te maken heeft. Hij was aangedaan door het bericht, dat kan je niet spelen. Het was echt en hij is onschuldig,' constateerde Bram.

Jort schudde wild briesend als een stier zijn hoofd. 'Nee Bram, dat denk jij maar! Weet je niet meer wat ze je op school hebben geleerd toen je leerde voor deze baan? Je mag nooit iemand buiten beschouwing laten voordat daar bewijs voor is.'

Nu was het Bram die zijn hoofd schudde. 'Nee, dat heb je fout, Jort. Ik heb geleerd dat iemand volgens de Nederlandse wet onschuldig is totdat het tegendeel bewezen is. Zoiets heet de onschuldpresumptie. Misschien ben je dat vergeten aangezien je al, wat was het ook alweer, oh ja, eenenveertig bent en dus al heel lang niet meer op school zit, maar jíj hebt het hier fout. En jij hebt het wel vaker fout. Weet je nog toen jij dacht dat die tiener die gepest werd schuldig was aan de moord op zijn pester? Het zou logisch zijn geweest voor jou. Maar je had het fout. Je keek niet verder dan je veroordelende neus lang was.'

Jort legde zijn hoofd in zijn nek en ging met zijn hand door zijn te korte haar. Hij sloot een paar seconden zijn ogen en wreef met zijn handen over zijn slapen. Hij draaide zijn hoofd en keek om zich heen. Mart was nergens te bekennen. Wel zag Jort Marnix staan. Zijn woede verplaatste zich nu naar hem. Hij balde zijn vuisten en draaide zich met heel zijn lichaam naar Marnix toe.

'Jij!' riep Jort uit.

'Wat is er?' vroeg Marnix verbaasd, hij was blijkbaar net uit zijn trance ontwaakt. Jort wist niet of Marnix de discussie tussen hem en Bram had gevolgd, maar dat deed er ook niet toe.

'Wat heb jij de afgelopen dagen uitgevoerd?' vroeg Jort achterdochtig.

'Uh, ik heb dossiers doorgelezen zoals je me had gevraagd,' antwoordde Marnix aarzelend.

Jort zuchtte van ergernis. 'Heb je onderwijl aantekeningen gemaakt?'

'Uhm, nee, dat hoefde toch niet?'

Marnix had één wenkbrauw omhooggetrokken en keek Jort nerveus aan. Zijn handen waren in de zakken van de spijkerbroek die hij vandaag droeg gestoken. Zijn blouse hing daar losjes overheen en was geruit. Blauw met rood.

Marije hield van deze kleuren. Ze zou Jort graag zien in zo'n blouse, maar Jort vertikte het. Hij hield helemaal niet van kleur. Het liefst droeg hij donkere kleuren of een simpele witte blouse. Alleen de kleur groen kon hij verdragen, voor de rest hield hij het bij de niet-kleuren, zoals Marije ze noemde. Mart daarentegen verschilde in dat opzicht nogal van hem. Hij droeg de meest opvallende kleuren, gecombineerd met nog raardere kleuren broeken. Maar ja, Mart werd dan ook aangekleed door zijn vrouw. Mart zat best wel onder de plak. Jane kon, zo wist hij, best stellig zijn. Als haar iets dwars zat zei ze dat vaak ook, en dan op een manier waaruit bleek dat tegenspraak niet geduld werd. Jort had die ruzies wel eens gadegeslagen en was tot de conclusie gekomen dat hij geluk had met een vrouw als Marije. Natuurlijk, zij had ook haar voorkeuren, maar als hij iets niet aan wilde begon zij geen discussie. Met Jane zou dat nog maar de vraag zijn.

Zijn gedachten werden terug getrokken naar zijn woede en naar Marnix. Jort zuchtte overdreven hard en maakte een wegwerpend gebaar met zijn hand. 'Je kan toch ook wel zelf nadenken?! Of kan jij alle informatie die je hebt gelezen onthouden? Als dat zo is, dan vind ik dat geen probleem hoor!' schreeuwde Jort met overslaande stem.

'Uh, nee, ik kan dat niet onthouden. Moet ik het nog een keer gaan lezen?' vroeg Marnix. Zijn ogen waren naar beneden gericht en hij had zijn handen uit zijn zakken gehaald en die beschermend over elkaar geslagen.

Jort schudde afkeurend zijn hoofd. 'Natuurlijk, ga dat maar doen. We hebben toch tijd genoeg. Er loopt geen seriemoordenaar vrij rond of zo.'

'Sorry, hoor,' verdedigde Marnix zich. 'Ik kon dat toch niet weten?! Ik ben hier nog niet heel lang en ik zou hier moeten leren, dat was de bedoeling van deze stage tenminste.'

Jort voelde hoe de ontembare woede door zijn aderen gierde. Hij was niet meer te houden. Marnix haalde het bloed onder zijn nagels vandaan. Wat dacht die jongen? Dat ze hem alles voor zouden kauwen en dat hij daar iets van ging leren?!

'Dus je laat je hersenen uit staan? Marnix, laat me je dit zeggen, op het beoordelingsformulier van jouw stage staat ook een kopje dat gaat over initiatief tonen. Je moet van sommige dingen gewoon begrijpen dat die gedaan moeten worden. En om dat te begrijpen heb je je hersenen nodig. Maar ja, als jouw hersenen vol zaagsel zitten kan ik daar ook niets aan veranderen. Misschien moet je dan maar een andere baan zoeken en ben je hier niet geschikt voor.'

Marnix keek hem beledigd en verontwaardigd aan. 'Sorry, Jort, maar nu ga je te ver,' zei Marnix star.

'Oh, werkelijk, nu ga ik te ver? Er zijn f*cking vier mensen dood, Marnix, en het enige dat jij doet is als een hondje achter me aanlopen! Ben je wel betrokken bij dit werk, Marnix? Doet het je iets dat er mensen dood zijn? Dit is geen spel, dit is echt!' krijste Jort. Zijn gezicht was rood aangelopen en de spieren in zijn nek waren allen aangespannen. Weer schudde hij met zijn hoofd, deze keer langzaam, maar lang. Zijn adem hield Jort in tot het punt hij het niet langer uit kon houden. In al zijn frustratie nam hij twee diepe teugen zuurstof tot zich.

Marnix stond er lullig bij, die wist duidelijk niet wat hij moest doen. Hij keek hopeloos om zich heen, op zoek naar iemand die hem bij zou kunnen staan, maar vond niemand.

Jort brieste. 'Wat sta je daar nog? Ga weg of ga aan het werk! Of wacht, ik ga zelf wel weg, ik houd het hier niet langer uit! Adios, stelletje nietsnutten! Tot morgen, als ik dan nog de kracht vind om naar deze vreselijke plaats, vol met sulletjes, te komen!'

Jort draaide zich om en beende met ferme stappen weg, naar de uitgang. Hij stapte in zijn auto en reed met een ronkende motor weg, de kou van de ochtend in.

Oh, deze kant van Jort hadden we nog niet gezien! Ik wist eerlijk gezegd niet dat hij echt boos kon worden... Hmm, waarschijnlijk hebben de omstandigheden voor deze ongewone uitbarsting gezorgd. Trouwens, je las dat de druk toenam, dit is natuurlijk waar. De nabestaanden willen vergelding, wat logisch is, als de politie dan geen vorderingen maakt worden ze ongerust/ongeduldig. We zullen hier later nog meer van zien, want het is niet zo dat ik alle nabestaanden van de vorige moorden links laat liggen. Alle mensen zijn er nog, zeg maar.

Maar goed, ik ga zo op kamp en ik heb eerst rijles en daarna moet ik mijn tas nog pakken, #tijdgebrek Tja, en op kamp heb ik volgens mij gen wifi, dus dan spreek ik iedereen zondagavond weer!

Bedankt voor het lezen!

En toen leefden ze niet meer...Where stories live. Discover now