Hoofdstuk 12

683 51 50
                                    


~ Hoofdstuk 12: Niemand weet, niemand weet (dat ik repelsteeltje heet ;) ) ~

POV – Moordenaar, 4 maart

Hij was vandaag in een tophumeur! Andere mensen zouden zich niet meer gelukkig kunnen voelen na het doden van twee onschuldige mensen, het zou hun schuldgevoelens en al die andere onzinnige flauwekul opleveren, maar daar had hij geen last van.

Hij was vandaag meer dan gelukkig. Hij had namelijk bedacht op welke wijze hij zijn laatste slachtoffer om het leven zou brengen. Het idee was, al zei hij het zelf, magnifiek. Het zou helemaal in de trant van de andere moorden zijn, maar dan beter. Veel beter. Het stond symbool voor de reden waarom hij dit alles deed. Het paste perfect in de boodschap die hij aan de wereld wilde zenden.

Nee, hij was geen idioot die zijn zinnen gevestigd had op de wereldheerschappij. Aan dat soort ondoordachte gekke ideeën had hij een hekel. Die idealen waren niet te verwezenlijken. Zijn doel was dat echter wel. Dat had hij maar mooi laten zien. Twee doden en nog geen enkel spoor.

Wat was hij dan wel voor misdadiger? Misdadiger of crimineel was niet de term waarmee hij zichzelf zou willen typeren. Hij was een weldenkend man die gekwetst was, getergd. Voor de pijn die mensen hem hadden aangedaan moesten mensen boeten. Dat was meer dan normaal. Voor wat, hoort wat, zou een uitspraak kunnen zijn die hierbij zou passen.

Hij was geen man die over zich heen liet lopen, althans, niet meer. Vroeger, vroeger had hij dat wel laten doen. Hij was de pijn niet vergeten. Hij was niets vergeten van hetgeen mensen hem hadden aangedaan. Dag in, dag uit leefde hij met de voortdurende pijn. Waarom hij er nog geen einde aan had gemaakt? Een snelle stap uit het leven was in zijn geval dan toch meer dan wenselijk? Dat vroeg hij zichzelf ook dagelijks. De pijn was weliswaar ondragelijk, maar nog steeds koos hij ervoor te leven. Waarom?

Het antwoord lag, zo wist hij, in de vraag. Hij KOOS ervoor te leven. Dat was wat hem sterk maakte. Hij zou zijn pesters laten zien dat hij niet meer was wie zij dachten dat hij was. Hij was veranderd in elke zin van het woord. Hij was niet meer zwak. Hij was niet meer reddeloos. Al het negatieve wat hij vroeger was geweest had hij achter zich gelaten.

Zijn motivatie haalde hij uit zijn verleden. Eén blik achterom en hij voelde de wilde adrenaline door zich heen spuiten. Dat nooit meer. Jarenlang was hij ongelukkig geweest. Hij was niet in staat geweest te zien dat hij zelf aan de oorsprong van zijn ongelukkigheid lag. Hij had lang gedacht dat geluk een onbereikbaar ideaal was. Een utopie. Zoiets als de wereldheerschappij. Door de loop van de geschiedenis was hij er echter achter gekomen dat dit niet zo was. Hij was bezig zijn geluk te bereiken en het zou hem lukken. Op eigen kracht. Hij had niemand nodig. Hij kon alles zelf.

Er was een tijd geweest waarin hij zou hebben gelachen over deze moedige woorden, maar die tijd was allang voorbij. Die tijd was nu slechts een vage, donkere herinnering. Hij hoefde niet meer bang te zijn voor die tijd. Hij was in staat zijn eigen toekomst uit te stippelen. Het enige wat hij hoefde te doen was actie ondernemen.

Bij deze gedachten grinnikte hij. Zijn kwelgeesten wisten zeker te weten niet dat hij hiertoe in staat was. Dat hij zelf actie kon ondernemen? Daar hadden ze hem altijd ongeschikt voor geacht. Hij zou hen het tegendeel bewijzen. Pieter was Pieter niet meer.

Hij stapte te winkel binnen waar hij naartoe op weg was geweest. Zijn schoonmaakspullen gingen namelijk heel hard. Omdat hij geen enkel miezerig risico wilde lopen was hij nogal geutig met het schoonmaakmiddel. Het was harder opgegaan dan hij had gedacht. Maar dat maakte niet uit. Als het op was haalde hij gewoon even wat nieuws, zoals nu.

Hij pakte wat hij nodig had uit de winkel en liep daarna naar de kassa. Nee, hij was niet zo iemand die, ook al had hij wat hij nodig had, alsnog de hele winkel doorliep. Tijd- en geldverspilling vond hij dat. De winkel was een manipulatieve plaats. Het probeerde je altijd te laten geloven dat je nog iets nodig had, terwijl dit helemaal niet waar was. Maar hij liet zich niet manipuleren. Hij had hun trucjes door.

Hij rekende snel af bij de kassa. De kassabediende groette hem goedendag. Wat een onzin. Hij wist heus wel dat ze dit deed volgens het protocol. Het was een voorgeschreven dialoog die zij alleen maar volgens de aanwijzingen hoefde te volgen. Bovendien was het verkeerd iemand een goedendag te wensen. Niet iedereen was namelijk zo gelukkig als hij op dit moment. Wie weet had diegene wel de meest vreselijke dag van zijn leven. Het was dan toch bruut om diegene met zijn neus in zijn eigen ellende te duwen? Wat was de wereld toch dom.

Hij liep de winkel uit en wat hij buiten aantrof deed hem breed grijnzen. Daar, op de stoep tegenover hem, liep een van die rechercheurs. Ja, die arrogante klootzakken die zich rechercheurs noemden. Laten we het daar eens over hebben. Hij hield ze nauwlettend in de gaten. Ze probeerde er alles aan te doen hem te vinden, maar hij wist dat het ze nooit zou lukken. Hij was ze namelijk veel te slim af.

Voor het eerst sinds jaren zou hij het laatste woord hebben. Hij had zijn plannen goed uitgestippeld en was werkelijk op alles voorbereid. Zelfs als hij opgepakt zou worden, zou zijn werk afgemaakt worden. De toekomst stond vast en er was geen enkele manier waarop die twee onprofessionele jochies daar verandering in zouden kunnen brengen.

Hij had vooral een hekel aan die ene met al die kinderen. Zo snel gepikeerd als hij aan de mensen kwam waar hij van hield. Welkom in het echte leven, jongen. Hier kun je je geliefden niet beschermen. Hier kun je je kinderen niet opvoeden in het sprookje dat altijd een goed einde heeft. Ze hebben niks aan de prins op het witte paard dat het monster verslaat. Met het verslaan van één monster ben je er niet. Het leven bestaat namelijk niet uit één enkel monster. Het leven bestaat uit duizenden monsters die niet te overwinnen zijn. Er bestaat niet zoiets als een lang en gelukkig leven. Het enige wat er bestaat is de dood. Heel het leven werk je toe naar dat ene moment. En denk maar niet dat je er zelf over mag beslissen wanneer het eind komt. De dood is niet te beheersen, al denken ze dat tegenwoordig wel. De dood is een monster dat alle andere monsters ver te boven gaat. In ingewikkeldheid en kracht. Van de wonden van de andere monsters kun je namelijk genezen, maar van de dood kun je niet genezen. Als hij je pakt, ben je er geweest.

MUUUHAHAHAHA! Oké, dit was ik die probeerde evil te lachen. Mislukt.
Volgens mij ben ik echt met aanwijzingen aan het strooien. In elk hoofdstuk zit wel iets! 

Iedereen die binnenkort toetsweek heeft: veel succes! (We zijn lotgenoten :( )

Groetjes!

En toen leefden ze niet meer...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu