11 • woensdag 1 november 2012

1K 54 20
                                    


"Hoezo, we hebben vertraging?" snauwde Gael, terwijl ze haar best deed om niet om te vallen in haar poging om de koffer met één hand van de bovenste plank in de dressing te trekken. Rondom haar lagen verkreukte kledingstukken, hakken die hun partner misten en rondgestrooide handtassen.

"Ik kan er ook niets aan doen, mevrouw McGee," hoorde ze Kelsey op de achtergrond. "De vlucht is met twee uur vertraagd."

"Maar, we hebben een afspraak!" gilde Gael, die haar evenwicht verloor en pardoes op haar kont neerkwam. Ze stootte haar elleboog tegen een plank achter haar en vloekte luid. "Nom de Dieu," sakkerde ze, terwijl haar ogen volsprongen met tranen. "Putain de merde!"

"Mevrouw McGee?"

"Nee, Kelsey. Gewoon gevallen." Gael wreef met een pijnlijk gezicht over haar arm. Dat zou zonder twijfel een stevige blauwe plek worden. Ze voelde hoe haar elleboog al begon te kloppen van de pijn. Naast haar lag de gewraakte koffer, die haar net op een haar had gemist.

"Alles in orde?" vroeg Kelsey bezorgd.

"Nee, Kelsey, nee. Ik wil weten of wij die afspraak nog gaan halen als we ooit uit deze vreselijke stad zijn vertrokken," mopperde Gael, die de koffer naar de slaapkamer sleurde en op het bed gooide. Haar elleboog protesteerde, maar Gael beet op haar tanden.

"Normaal wel. We landen 's nachts en de afspraak is pas om tien uur 's ochtends daarna. We hebben met andere woorden wel wat speling." Het was onmogelijk om de wijsneuzigheid in Kelsey's stem niet te horen.

"Dit is niet het moment om slim te doen, Kelsey," siste Gael, terwijl ze de ritsen van de koffer openritste.

"Leg wat ijs op de blauwe plek, mevrouw McGee. Ik zie u over een uur in Kennedy's." Met die woorden hing Kelsey op.

Gael blies een haarlok uit haar gezicht en gooide de telefoon naast de koffer op het bed, voordat ze zichzelf op het meubelstuk liet zakken. Onder haar gewicht zonk het matras een beetje in en Gael staarde naar de moderne ladekast waar enkel twee kleine bronzen beren stonden. De artiest had de lijnen van de beren heel zacht gehouden, waardoor het kunstwerk iets liefs, speels en vaags kreeg. Een beer zat rechtop, de andere lag op zijn rug en hield zijn onderpoten vast, terwijl hij naar de nadenkende beer keek. Gael zuchtte en glimlachte onwillekeurig, hoewel die glimlach snel terug verdween toen ze aan de voorbije dagen dacht.

De afgelopen week was een hel geweest. Bobby was maandagochtend vroeg al door senator Hess opgeroepen naar Portland, Maine om hem te helpen bij zijn campagne. Over minder dan een week zouden de Senaatsverkiezingen plaatsvinden doorheen het hele land en Bobby was al sinds ze terug waren van hun huwelijksreis bestookt met telefoontjes van andere leden van het campagneteam. Zelfs Joseph McGee had Gabrielle gebeld met de mededeling dat Bobby onmiddellijk terug moest keren naar Maine om mee te helpen en zijn gezicht te laten zien om bekendheid te winnen.

Met een zeer veel tegenzin had ze Bobby moeten laten gaan die ochtend op de luchthaven. Ze hadden in de vertrekhal gestaan, voor het bord dat aankondigde welke vluchten zouden vertrekken. Om hen heen namen verschillende mensen afscheid van elkaar.

"Ik ben voor je het weet al weer terug," had Bobby in haar oor gefluisterd, terwijl hij met een hand over de haren streek van zijn vrouw, die haar gezicht tegen zijn borst had begraven. Haar handen hadden de kraag van zijn trenchcoat stevig vastgegrepen.

"Maar ik wil je niet laten gaan," had Gaels gesmoorde stem gezegd, waardoor Bobby onwillekeurig moest glimlachen.

"Je bent zelf donderdag in Toulouse, schatje," had Bobby geantwoord, in de hoop haar te troosten. Het had er enkel voor gezorgd dat Gael haar armen steviger rond zijn hals had gekneld en met haar hoofd had geschud. Even was Bobby verbaasd geweest over haar gedrag. Gabrielle was de laatste persoon die aanhankelijk deed op een openbare plaats.

De Verbintenis | ✔️ (DE OVERGAVE #2)Where stories live. Discover now