epiloog • vrijdag 8 september 2017

505 30 13
                                    

"Komaan, Reny! Wie het laatst bij de stenen brug is, is een verliezer!"

Over de aarden weggetjes knerpten de marineblauwe sneakers van Andrew, die zo snel als hij rende als zijn benen hem konden dragen. Vorige maand was Drew zes jaar geworden en hij was groot voor zijn leeftijd. Gael besefte dat ze binnenkort opnieuw broeken en truien voor haar zoon moest kopen. Alweer.

Andrews groene ogen beloofden een namiddag vol kattenkwaad, terwijl hij over zijn schouder naar achteren keek.

"Dat is zo niet eerlijk, Drew!" gilde zijn zusje van vier jaar. Irenes blonde vlechten tikten op haar schouders, terwijl ze haar best deed om haar grote broer bij te houden. Ze leek als twee druppels water op haar vader, met haar lichtblauwe ogen die nu kwaad stonden.

"Valsspeler!" schreeuwde Reny, terwijl ze met haar vuisten zwaaide. Haar blauwe jasje met de print van grote madeliefjes, bolde op in de wind.

"Je kan niet tegen je verlies!" lachte Drew naar haar. "Komaan, Reny, ik zal tot tien tellen en blijven staan," bood hij aan, terwijl hij abrupt halt hield.

Reny's boze blik verdween als sneeuw voor zon, terwijl ze hobbelig naar haar grote broer toerende.

Achter haar rende Fitz, die vrolijk kwispelde. Als de jonge baasjes gekke loopspelletjes speelden, was Fitz graag van de partij - ook al was de vacht rond zijn neus grijs aan het worden en was hij niet meer zo snel als vroeger.

"Voorzichtig, jongens!" riep Bobby zijn kinderen toe. Gael klakte met haar tong en legde haar hand op de zijne. De arm die Bobby rond haar middel had geslagen, voelde vertrouwd aan.

"Laat ze toch spelen," berispte Gael hem, terwijl ze hem een por gaf in zijn zij. "Tot aan het brugje en daar wachten op ons!" riep Gael naar haar zoon, die naar zijn moeder knikte en er toen vandoor stoof, met Reny op zijn hielen.

"Ik denk dat Drew deze keer opnieuw gaat winnen," voorspelde Bobby, die toekeek hoe zijn twee kinderen voorbij de bocht renden.

"Dat denk ik ook. Tenzij hij opnieuw uitschuift en valt."

Bobby grinnikte. "Tja, dat is zijn eigen schuld dan."

Gael duwde met haar elleboog in Bobby's zij. "Ze zijn allebei slechte verliezers. Van wie zouden ze dat maar hebben?" plaagde Gael haar man.

"Niet van mij, schatje, niet van mij."

Gael schudde haar hoofd. Het was een prachtige late nazomermiddag in het hart van Rock Creek Park, één van de grootste parken van Washington D.C. Overal waren mensen die nog genoten van de laatste zonnestraaltjes van de zomer.

Een gevoel van intens geluk overviel haar. Er was niets lievers dat Gael deed dan omringd te zijn met haar man en haar twee kinderen.

Glimlachend legde ze haar hand op haar buik. Onder de stof van haar witte blazer kon ze nauwelijks de bolling voelen.

Je mag niet vergeten het goede nieuws te vermelden, schatje.




-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-•-

Eind goed, al goed? 

Wat vinden jullie van dit einde? Goed genoeg? 

Gael heeft sinds het eerste hoofdstuk heel wat meegemaakt en is ook volwassen geworden: het rebelse van haar tienerjaren is gekalmeerd onder de invloed van Bobby en ze heeft wat ze eigenlijk altijd al wilde: een liefdevol gezinsleven.

De Verbintenis | ✔️ (DE OVERGAVE #2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu