40.

471 20 1
                                    

"Stop alsjeblieft met huilen," zei David zacht en plotseling zorgzaam.
Het was de oude David weer.

"Rachel," hij wilde zijn hand op mijn arm leggen, me vastpakken. Ik trok me terug. "Raak me niet aan," zei ik terwijl ik hem aankeek. Hij keek terug, slikte en knikte kleintjes.

"Ik bedoelde het niet zo, daarnet."
"Ik kan me geen andere bedoeling bedenken." Zei ik terwijl ik met alle macht probeerde te stoppen met huilen en te acteren dat het me niet kon schelen.

"Jij gaat altijd van het ergste uit," zei hij.
"Ik sta, voor een keer iets anders, negatief ingesteld." Zei ik.

"Denk je echt dat ik je heb gebruikt?" Vroeg hij.

Ik keek weg. Je hébt me gebruikt. Dat is het. Daar is geen twijfel meer over mogelijk.

"Waarom denk je dat?"

Ik zweeg.

"Tussen mij en Lucy zijn dingen gebeurt die ik niet kan vergeten en ik kán niet opnieuw iets hebben met haar."
Ze heet Lucy.
Lucy Lucy Lucy.
Ik haat Lucy.

"En in het begin dacht ik dat, ja, je misschien wel een goede afleiding voor me kon zijn. Maar dat was alleen toen ik zei dat je bij me kon wonen aan het aller aller begin. Toen ik je amper kende. Amper? Helemaal niét, zelfs. Maar ik leerde je kennen en ik werd verliefd en je bent nooit mijn afleiding geweest."

Ik haalde mijn neus nog eens op. Dat kun je nooit genoeg doen als je huilt.

"Ik ben een lul geweest voor Lucy, dat wil ik niet opnieuw doen, Rachel. Dat wil ik niet doen bij jou. Dat zou ik je nooit aan willen doen."

"Dus, wat? Ben ik je tweede poging?"

David zuchtte. "Nee, je..," hij schudde zijn hoofd en keek uit het raam naast zich.

Het was stil. Heel lang. Het leek wel alsof David het opgegeven had om me over te halen.
Tuurlijk, ik was koppig en alles in me zei dat ik hem niet moest geloven. Maar tegelijkertijd, diep van binnen, hoopte ik stiekem dat hij door en door zou gaan net zolang tot ik hem wél zou vergeven. Stiekem hoopte ik dat hij niet op zou geven en voor me zou vechten.

"Wat is er gebeurd tussen jou en Lucy?" Vroeg ik heel zacht.

David draaide zijn hoofd naar me toe.
"We hadden ruzie."

"Wij ook."

"Dat is andere ruzie,"

Ik keek weg.

"Ik was een lul voor haar, ik probeerde haar altijd expres jaloers te maken omdat ze dat zo snel werd. Ik lokte altijd ruzie uit. Ik probeerde haar altijd net zolang te irriteren tot ze uitbarstte, en toen ze dat deed gaf ik haar de schuld. Ik ging vreemd, zei dat het door haar kwam, en toen ging zíj vreemd, en toen was ik er klaar mee, wat niet logisch was, aangezien ik meerdere keren vreemd gegaan was en zij maar een keer,"

Ik trok mijn wenkbrauwen op in verwarring.
"Hoe kun je iemand zoiets aandoen?"

"We hebben het ook leuk gehad,"

"Hield je van haar?"

"Ja."

"Waarom ging je dan vreemd?"

Fuck, I think I'm in Love. (Rewritten)/(DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu