66.

581 28 4
                                    

David wilde met me schaatsen omdat we dat niet hadden gedaan op onze laatste minivakantie.
De afgelopen weken waren leuk.
Ik bedoel, echt leuk. Als in-, ik geniet weer van mijn leven en heb er geen behoefte aan om het nu of binnenkort of ooit te stoppen.

We schaatsten, gingen uit, liepen winkels in en uit waar we om advies vraagden die we niet nodig hadden om de tijd van de medewerkers te verspillen, reden naar plekken, maakten boswandelingen waar ik een hekel aan had, haalde stomme kinderachtige grappen met elkaar uit, werkten, kookten samen, hadden sex (hey, dat is ook belangrijk), pasten op Chloe, leerden Chloe woorden (ze kan sinds kort praten. Haar eerste woord was "nee," haar tweede "fuck" en haar derde "shit", ja, echt waar), leerden Chloe om te lopen (het leek nu nog meer op kruipen), gingen nog meer uit, werden misschien iets te veel dronken, werden misschien iets te veel high, hadden misschien een iets te extreme levensstijl, werkten meer, vochten om het dekbed in bed, zeurden over onze irritaties, lachten, praatten, keken films, gingen naar de bioscoop, ruimden het appartement op met hard staande muziek, dansten als twee imbecielen, maakten forten uit dekens (we misten het allebei), deden elkaars haar, deden elkaars make-up, droegen elkaars kleding (ik die van hem dan, hij past niet echt in de mijne), deden alsof we geen Engels konden praten in winkels, keken series, gingen bowlen, ik ging zelfs nog een keer mee naar de sportschool met hem.

Of David en mijn ouders, zodra ze weg waren konden ze niet stoppen met hem te sms'en.
"Ze houden gewoon van me. Tja, dat snap ik wel." Had hij grijnzend gezegd.

David en Chloe, dat was ook een ding. Nog even en ik wil ook een kind.
Tussen Nathan en Addison ging het ook beter. Logisch, die twee zijn voor elkaar gemaakt.

We maakten strandwandelingen, bakten koekjes, verbrandden koekjes, speelden in de speeltuin, maakten nachtwandelingen wanneer we niet konden slapen, klommen op het dak van het appartementengebouw om naar de zonsondergang te kijken, deden racewedstrijden in onze auto's of met winkelwagentjes, maakten een film na toen we ons verveelden, maakten lelijke selfies omdat we niks beters te doen hadden, liepen random feesten in die mensen in het appartementengebouw gaven, reden hele weekenden doelloos rond, ruzieden (want dat is wat we nou eenmaal doen), oefenden handstanden in de woonkamer (of eigenlijk meer ik, David kon het al), deden koprollen, keken naar regenbogen, dansten in de regen, maakten onze eigen slechte muziek op verschillende apps, hadden diepe gesprekken, hadden luchtige gesprekken, hadden gesprekken die nergens op sloegen.

Dan was er nog de dag dat David mijn teen uitlachte omdat het sinds ik het gebroken heb een beetje scheef staat, of dat hij me een week lang uitgelachen heeft omdat ik toen ik dronken was een stuk van mijn haar afgeknipt had (het was te verbergen, thank god).

En nu?
Nu is nu.
Ik ben blij. Heel blij.

"Dave?" Ik liep naar David die aan de eettafel zat met zijn laptop en ging achter hem staan, gaf hem een kus op zijn wang. Hij antwoordde niet en ik herhaalde zijn naam nog eens.
"Sh, ik ben bezig."

"Waarmee?"
"Dingen."

"Waarmee?"
"Rachel, ik ben druk. Dit is werk."

Ik zuchtte en keek weg, niet dat hij er iets van zag, aangezien hij alleen maar naar zijn scherm keek.
David draaide zijn hoofd naar me toe, gaf me een kus op mijn mond en draaide zich toen weer naar het beeldscherm.

"Je zit de hele dag al zo." Mompelde ik.
"Sorry, het is werk."

"Je kunt toch wel even iets anders gaan doen? Het is weekend."
"Rach, niet nu, dit moet."
"Waarom?"

Fuck, I think I'm in Love. (Rewritten)/(DUTCH)Where stories live. Discover now