hoofdstuk 60

1.3K 80 15
                                    

(POV Skyler)

Ik open het laatje en er zit inderdaad een mes in en een klok. Op het klokje staat dat het half negen is. Ik heb dus nog maar een half uur. Oké Skyler rustig. Iemand wilt je helpen hier weg te komen. Op dit moment boeit het niet wie het is. Wacht het kan Nash zijn. Hij kan er bij zijn geweest toen Jack mij hier heeft gebracht. Hij was wakker toen ik neer viel. Misschien weet hij waar het is. Misschien komt hij mij wel halen. Ik heb in ieder geval niet zo veel tijd om mij voor te berijden. Ik doe het mes tussen mijn broek en mijn huid in. Daarboven doe ik mijn shirt er over heen zodat je het niet ziet. 

Ik schrik me bijna dood als het wekkertje plots af gaat. Dit is mijn kans. Ik pak een handdoek en wikkel die om mijn hand. Ik maak van mijn hand een vuist en sla met al mijn kracht op het raam. Je hoofd een harde knal en het glas valt in miljoenen stukjes op de grond. Ik hoor al stemmen vanaf de gang komen. Hun zijn snel. 

Ik spring uit het raam en beland netjes op de grond. Ik hoor een hard alarm af gaan en probeer sneller te rennen, maar mijn benen willen niet mee werken. Je kunt de wond dan wel niet zien, maar die voel je nog wel. Ik hoor achter mij geschreeuw en ik zie enkele mannen achter mij aan rennen. Ik sta stil en laat ze op mij af komen. Rennen heeft toch geen nut. Dan komen ze achter mij aan en pakken hun mij en die gene die mij wilt helpen. Er komen een stuk of zeven mannen op mij af. Ze zijn redelijk gespierd en veel groter als ik ben. Hoe ga ik dit ooit winnen? 

De eerste man komt al op mij af lopen en ik hef mijn hand naar hem en breng mijn arm in volle snelheid naar rechts. Ongeveer in de helft van mijn actie trek ik terug en vliegt hij een paar meters door. Hij komt hard op de grond en beweegt niet meer. Èèn man uitgeschakeld. Nog zes te gaan. 

De volgende man die op mij af rent is echt een body bulder. Hier kan ik niet tegen op met alleen maar mijn eigen kracht. Ik moet mijn gaves hier wel bij gebruiken. Anders win ik niet en hebben ze mij weer. Dan kan de wereld niet meerop mij rekenen. Ik wou dat ik dit nooit was. Er komt zoveel druk op wat ik niet aan kan. Ik strek mijn hand naar voren en er komt een harde windvlaag uit. De man vliegt naar achter en knalt met zijn hoofd hard tegen de muur aan. Hij valt slap neer op de grond. Ook hij beweegt niet meer. 

De andere mannen kan ik toch wel makkelijk hebben met blote vuisten toch? Gelukkig komen ze niet allemaal tegelijk op mij af. Dat had ik niet aan gekund. Hun hebben hun school vast niet af gemaakt om dit te kunnen weten. Zelf iemand die niet op school zou zitten zou dit weten. Ik haal uit met mijn vuist en raak de man op zijn slaap. Hij valt voor mij neer op de grond en ik ga snel naar de volgende. Ik maak een sprong in de lucht en trap met mijn voet tegen zijn hoofd.

  Dan word een blauwe plek denk ik. Nog maar drie te gaan. Wacht ik zie er maar èèn. Waar is de rest. Ik heb er toch echt zeven geteld. Eigenlijk is het best wel oneerlijk. Zeven tegen èèn. Hun weten ook niet wat het woord eerlijk betekenen. Hij komt op mij af en ik krijg hem makkelijk neer. Dan voel ik dat mijn zijde armen vast worden gegrepen en ik achteruit word gesleept. F*ck ik had moeten weten dat ze nooit zomaar weg zijn gegaan. Ze wachtte gewoon op het goede moment. Ik moet hier weg. Anders heb ik alles voor niks gedaan. 

Ik slinger mijn benden omhoog en leun met mijn volle gewicht op hun armen. Hun armen zijn gedraaid en ik zit nu op allebei de schouders. Ik terk hun armen meer naar mij toe en draai ze een beetje. Je hoort de mannen kermen van de pijn. Ze zakken licht in en ik ga staan. Ik pak allebei hun hoofden en sla ze tegen elkaar. Ze vallen samen op de grond. Dat krijg je er van als je mijn plan aan het verpesten bent. Moet je mij maar niet gevangen houden. Eigen schuld, dikke bult. En dat gezegde nemen hun iets te letterlijk op zo te zien.

Ik ren zo snel mogelijk weg als ik zie dat niemand mij meer tegen kan houden. Nu moet ik me snel uit de voeten maken voor er mee komen. Ik kom door de poort en tel de aantal bomen. Ik spring over het bosje heen en zie de auto al in de verte niet zo heel ver hier vandaan. Achter mij hoor ik voetstappen en zie dat er nog een man aan komt. Hij is redelijk dichtbij, maar ik kan min gaves nog niet zo snel gebruiken. Ik voel het mes zitten en zonder na te denken pak ik hem en draai mij om.  Ik pak het mes stevig vast en voor ik het zelf door heb gooi ik met het mes naar de man. Het mest komt precies in zijn middenin en je ziet langzaam zijn shirt rood kleuren.Hij valt op zijn knieën neer op de grond. Ik draai mij om en ren snel naar de auto. Als ik in de auto spring neem ik niet eens de moeite om te kijken wie het is. 

Het enige wat ik wil is hier zo snel mogelijk weg. Ik krijg een raar gevoel in mijn buik van deze plek. Het geeft mij de kriebels. Deze plek veranderd je. Als je hier bent word je al een monster als je er een dag bent. Oka zat ik daar maar even vast. Misschien ben ik van mijzelf al een monster en komt die hier naar boven. Zal ik ooit mijn controle verliezen? Op dit moment doet mij het eigenlijk niet zo heel erg. Ik wil hier eigenlijk gewoon nu weg. 

"RIJDEN!" Roep ik naar de persoon achter het stuur. 

The secret girl (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu