5

704 30 9
                                    

Pov Dioni

Ik zit nog altijd tegen de deur aan als ik Samuel zijn stem hoor, 'Jurado! Wil je pizza?' vraagt hij, maar ik blijf stil; bang dat als ik mijn mond open mijn gesnik duidelijk hoorbaar is. Ik heb geen zin in nog meer bezorgdheid van die jongens. 'Waar zit hij?' hoor ik Kaj vragen. Ik sluit mijn ogen even. Focus, Dioni, maar mijn gedachten doen alles behalve dat. 'In de slaapkamer denk.' mompelt Samuel en hij beukt op de deur. 'Dioni?' roept hij. Ik veeg mijn tranen weg en haal even diep adem, maar de tranen komen gelijk weer terug. 'Oké, ik kom binnen Jurado.' klinkt de stem van Samuel. Ik haal opnieuw diep adem, 'Wat wil je?' vraag ik dan en mijn stem breekt. 'Dioni, is alles in orde? Wil je pizza?' vraagt Samuel. 'Alles gaat prima. Ik ben gewoon moe. Ik hoef niks.' antwoord ik. 'Goed, laat me weten als je iets nodig hebt.' klinkt zijn stem en ik hoor zijn voetstappen weglopen. Ik sluit mijn ogen en haal opgelucht adem. Ik vind het hartstikke lief van die jongens dat ze zo bezorgt zijn, maar ik vind het ook bloedirritant. Ik weet dat het niet goed met me gaat en dat het alsmaar erger kan worden, maar ik heb niet iemand nodig die het er nog even inwrijft.

Een paar uur later zit ik nog steeds tegen de deur aan. Ik heb geen idee hoelaat het is en of Kaj en Samuel nog langs zijn geweest. Ik ben in mijn gedachten verdronken. Mijn gedachten vol haat aan mezelf. Waarom moest ik het verbergen voor Annefleur, waarom ben ik terug gegaan naar Macie? Waarom moest ik al die meiden verkrachten? Waarom zag ik dit niet aankomen? Ik sta op en ga op de bureaustoel zitten, waar mijn jas overheen hangt. Ik haal mijn notitieboekje uit mijn jaszak en pak een pen van het bureau. Voor ik het echter door heb stromen de woorden uit mijn pen en schrijf ik vier pagina's vol. Vier pagina's met haat. Na een tijdje merk ik dat mijn ademhaling sneller word. Ik stop met schrijven en staar even naar de vol geschreven pagina. Pas nu zie ik wat ik allemaal heb opgeschreven, Ik haat mezelf omdat ik weet dat ik haar pijn doe. Ik haat mezelf omdat ik weet dat ik niet zal veranderen. Ik haat mezelf omdat ik weer dat het dankzij mij niks word met haar. Zo gaat het vier pagina's door. De slaapkamer deur gaat open en Kaj komt binnen. 'Dioni, je moet wat eten, je zit hier al uren.' zegt hij en ik schrik op. 'Je hebt gelijk.' mompel ik nog altijd in shock. Ik sta op en loop langs hem heen de slaapkamer uit. Als Kaj me na vijf minuten nog niet is gevolgt naar de woonkamer weet ik dat hij het gelezen heeft. Ik slik even als Kaj de woonkamer in komt gelopen met mijn notitieboekje in zijn hand. 'Dioni.' fluistert hij bijna onverstaanbaar en op dat moment komt Samuel van het balkon af de woonkamer ingelopen. Hij legt zijn aansteker op de vensterbank. 'Wat is er aan de hand?' vraagt hij als hij ons ziet. Kaj duwt het notitieboekje in zijn hand. 'Laatste vier pagina's.' zegt hij en Samuel bladert door het boekje heen. Ik zie zijn gezicht van verbaasd naar geschrokken veranderen. 'Jezus.' mompelt hij en hij kijkt me even aan. 'Dioni, we hebben je gezegt dat je zulke dingen aan ons moet vertellen.' zegt hij en ik kijk van de één naar de ander. 'Ik had geen idee dat het zo erg was.. Ik.. ik schreef het opeens allemaal op.' antwoord ik en ze slaan beide hun armen over elkaar. 'Goed. Ik heb misschien een paar uur lang op dezelfde plek gezeten met haatgedachtes, maar zo erg is het niet.' fluister ik en ze kijken me nog altijd geschrokken aan. 'Jullie zijn mijn vrienden. Niet mijn vaders.' zeg ik en ik ren de flat uit richting het trappenhuis. 'Godver!' hoor ik Samuel schreeuwen terwijl ze achter me aan rennen. Ik ren naar beneden, door naar buiten. Mijn voeten stoppen niet. Ik moet haar zien, nu. Ze moet me vergeven, want als ze dat niet doet.. Dan.. dan weet ik het niet. Ik heb haar nodig. Ik ren richting het bos, wetend dat ze daar is. Eenmaal bij het bos aangekomen zie ik een rookpluim, maar ook de auto van Samuel. Kaj en Samuel waren zo slim om de auto te pakken, aangezien iedereen kon raden waar ik heen ging. Hijgend stop ik met rennen, 'W..waarom is er rook?' stotter ik en ik ren verder. 'Dioni, kom terug!' schreeuwt Kaj en ze rennen achter me aan. Eenmaal bij het meer aangekomen zie ik vlammen in het huisje. De jongens pakken me vast. 'Anne!' schreeuw ik en ik trek me los. 'Dioni! Je kan daar niet naar binnen gaan!' schreeuwt Kaj en ik kijk hem even aan, 'Anne is daar, dat weet ik zeker. Ik heb jouw vader al dood laten gaan, dat gebeurt niet nog eens.' zeg ik hoofdschuddend voordat ik het brandende hutje in ren.

More than roomates ft. B-BraveWhere stories live. Discover now