Extra story; 5

198 9 0
                                    

So I made moodboards of the boys. Alleen duurde het heel lang voor ik een geschikte foto vond voor Miles zoals die in mijn hoofd is. De foto's kloppen nog steeds niet. (probably because Miles is perfect in my head haha) but okay, Miles zijn moodboard komt in het volgende hoofdstuk.

I'm gonna make a different book for Thijs & Miles :) CAUSE THEY DEsERVE THAT SHIT u know. btw i'm crazy. More info about this in het volgende hoofdstuk. Vraag me niet waarom ik engels en Nederlands mix, dat doe ik echt TE veel de laatste tijd. 

Pov Thijs

Ik heb het geluk om haar elke dag te zien, omdat ze mijn kamergenoot is. Maar kan dat niet ooit verstikkend worden? Het is namelijk als samenwonen en dat in het begin van onze relatie. Soms vraag ik me af of Anne overal spijt van heeft. Spijt dat ze mij heeft gekozen, wanneer ze ook zo een goede jongen als Kaj had kunnen kiezen. Hij is onschuldig en lief. En ik ben een eikel. Kortom, Anne verdiend veel beter, maar ik denk niet dat ze dat in ziet. Ik denk dat ik van haar hou. Dat denk ik, omdat ik overweldigt word met meerdere gevoelens die ik nog nooit heb gevoeld. Ik zou alles doen om haar te beschermen, zo simpel is het.

Miles komt de kamer ingelopen met twee pizzadozen. Ik leg het boekje van mijn vader weg en pak een van de dozen aan. Miles glimlacht even en opeens besef ik me dat ik in de voetsporen van mijn ouders treed. Op een andere manier dan wel. Zou ik er alles aan doen om Miles te beschermen? Zou ik hem nog bij zijn vader langs laten gaan? Miles ploft naast me op de bank, 'Hé, waar zit je met je gedachten?' vraagt hij dan en ik schrik op. 'Sorry, het is niks.' ik glimlach even. Hij drukt een kus op mijn wang en opent dan de pizzadoos. Ik kijk even naar de dozen, 'Dit voelt verkeerd.' mompel ik. Nu fronst Miles. Ik leg de doos op de salontafel en sta op. 'We kunnen nu ergens eten. We kunnen weg uit deze studentenkamer. We hoeven ons niet meer geheim te houden.' zeg ik en hij staat op. 'Weet je het zeker?' vraagt hij dan en ik knik. Hij glimlacht, 'Goed dan.' is zijn antwoord. Hij pakt een stuk pizza uit de doos en loopt naar de deur. 'Kom dan.' zegt hij en hij neemt een hap. Hij opent de deur en ik pak mijn camera van de kast, die neem ik bijna altijd overal mee naar toe. Snel volg ik hem. In de hal staan meerdere studenten te praten, zoals altijd wel eigenlijk. Zelfs om drie uur 's nachts vind je hier nog mensen. Miles loopt drie stappen voor me en ik trek even een sprintje om hem bij te houden. Zijn stuk pizza is ondertussen al bijna op, en ik pak zijn vrije hand vast. Hij kijkt me even aan en glimlacht. Blikken vallen op ons, maar ik negeer ze. Ik vraag me wel eens af hoe mijn ouders hier vroeger liepen. Ze hebben hier tenslotte ook een deel van hun leven geleefd. 

'Mag ik je iets laten zien?' vraag ik, wanneer we weer in de auto zitten. Miles werpt me even een vragende blik toe, maar richt zich dan weer op de weg. 'Het is een speciale plek.' fluister ik. Hij knikt en ik gebaar dat hij hier rechts moet. Even later komen we bij het bos aan. 'Je kan hier parkeren.' zeg ik en ik wijs naar de parkeerplaats. Miles kijkt wat verbaasd, maar parkeert de auto. Ik heb de plek nooit in het echt gezien, maar mijn vader heeft de plek omschreven in zijn notitieboekjes. Hij heeft geschreven wat hij hier allemaal heeft meegemaakt en ik wil het zien. Ik stap uit en haal het notitieboekje uit het dashboard. Ik sla hem open op de zesde pagina en lees hoe mijn vader omschrijft, waar hij heen moet. Waar wij heen moeten. 

Wanneer ik mijn auto heb geparkeerd loop ik over het pad tussen de hoge bomen. Ik voel me geïrriteerd. Niet aan iemand anders, maar aan mezelf. Ik heb het weer eens verpest met Annefleur. Ik weet dat ze weet dat ik hier heen ga. Dit is mijn plekje, maar nu is het van ons. Ik wil dit met haar delen. Ik sla rechts af bij het bord, waardoor ik van het pad af waak. In de verte kan ik het al zien. Het meer glanst door de zon die er op schijnt. Gelijk voel ik me rustig. Opeens voelt het allemaal weer goed.

'Welke kant moeten we op?' klinkt Miles zijn stem en ik schrik op. Dan wijs ik naar het pad. Gevolgd door Miles begin ik mijn weg. Ik volg het pad, tot ik bij het bord aankom waar mijn vader het over had. Ik sla rechts af, zonder iets te zeggen. Het voelt goed. In de verte zie ik een open plek aankomen. Miles kijkt er nieuwsgierig naar, 'Hoe heb je dit ontdekt?' vraagt hij wanneer we dichterbij komen. 'Mijn vader heeft het omschreven. Het is nu van hem volgens mij.' antwoord ik. We komen aan bij het meer waar mijn vader over schreef. Er staat een huisje naast. Ik heb ooit gehoord dat mijn vader het opnieuw heeft laten bouwen, maar ik denk dat ik daar wel meer over zal lezen wanneer ik verder in de boekjes kom. Miles glimlacht, 'Ik snap wel dat hij hier graag kwam.' mompelt hij terwijl hij rond kijkt. In mijn ooghoeken kijk ik naar hem. Ik vraag me af waar ik hem aan verdien. Hij is zo geweldig en ik ben zo gewoontjes. 'Hey, dromer. Kom je nog?' klinkt een stem en ik schrik op. Miles zijn kleding ligt op de kant en hij is in het water gesprongen. Lachend kijkt hij me aan, 'Kom nou!' roept hij ongeduldig en ik glimlach, wetend dat dit goed zit. Ik hou van ons. 



More than roomates ft. B-BraveDonde viven las historias. Descúbrelo ahora