66

244 15 2
                                    

Pov Annefleur

Wanneer ik de keuken uitloop, komt Dioni net beneden. 'Vraag me niet hoe, maar hij slaapt als een blok.' grinnikt hij. Ik glimlach, 'Is hij niet wakker geworden?' vraag ik verbaasd en hij schudt zijn hoofd. Thijs was na het eten op de bank in slaap gevallen, maar meestal als hij word opgetild is hij weer klaarwakker. Ik leg mijn hand op Dioni zijn wang en wrijf even over de stoppels op zijn kaak heen. 'Het gaat steeds beter.' fluister ik en hij knikt, voordat hij een kus op mijn lippen drukt. 'Weet je waar ik aan zat te denken?' vraagt hij dan. Hij pakt mijn hand vast en trekt me naar de bank. 'Zeg het eens.' antwoord ik. Hij slaat een arm om me heen en kijkt me even aan, op een nerveuze manier. 'Hoe zou het zijn als er hier nog zo'n kleine opdonder rond liep?' vraagt hij en ik moet moeite doen om niet in de lach te schieten om zijn manier van zeggen. Ik haal mijn hand even door zijn bruine haren, 'Wat bedoel je daarmee?' vraag ik zachtjes, ook al weet ik dondersgoed wat hij daar mee bedoelt. Hij haalt zijn schouders op, 'Wil je nog een kindje? Of er überhaupt over nadenken?' vraagt hij zachtjes. Ik glimlach, 'Ik wil niks liever.' fluister ik en ik geef hem een kus. 'Wie had het ooit gedacht dat wij twee, de meest kapotte mensen zo gelukkig konden zijn?' fluistert hij. Zijn bruine ogen glunderen en hij trekt me tegen zich aan. Ik weet dat hij nog niet helemaal gelukkig is, want ik ken hem door en door, maar dat komt nog wel. 

Pov Dioni

'Thijs, je moet klaar staan als mama thuis komt.' zucht ik hoofdschuddend. Ik kijk naar het jongetje van wie zijn mond nog onder de spaghetti zit, terwijl hij ondertussen ook nog eens zijn handen over het bord heen haalt. Ik dacht dat hij hier ondertussen wel overheen was gegroeid, maar dit jochie en spaghetti gaan niet samen. Ik zet het bord in de vaatwasser en maak een gebaar dat hij moet opstaan. Hij wilt de stoel vastpakken, maar ik kan hem nog net op tijd tegen houden. Ik til hem op, waardoor mijn witte t-shirt al gauw onder de spaghettivlekken zit. Top. 'Mama zal hier over een kwartier zijn, dan moet je al weg.' zeg ik wanneer ik hem naar boven til. Ik zet hem weer op de grond als we in de badkamer aankomen. 'Waar gaan we heen?' vraagt hij dan terwijl ik zijn shirt over zijn hoofd trek. Ik draai de douche aan, 'Naar Joey.' antwoord ik. Hij zal vanavond bij mijn vader slapen, aangezien Annefleur een belangrijke afspraak heeft tot waarschijnlijk laat en ik ook. Ik wouw dat het niet 's avonds hoefde, of helemaal niet, maar geld moet toch binnen komen. Zodra ik hem heb uitgekleed help ik hem onder de douche. Ik vind het moeilijk om hem achter te laten, omdat ik gewoon ontzettend erg aan hem gehecht ben. Nadat ik hem gewassen heb, zet ik de kraan uit en help ik hem zich af te drogen en aan te kleden. Wanneer hij klaar is gaat de deurbel. 'Thijs, pak je rugzak uit je kamer en kom naar beneden.' beveel ik hem nog, voordat ik de trap af loop. Een slechter moment om aan te bellen had niet gekund. Wanneer ik de deur open staat híj voor me. Ik kijk even naar de man die mijn leven verknalde, en het nu probeert goed te maken. Ik ben wat geschokt, maar dat lijkt hem niet te boeien. 'Stoor ik?' vraagt hij wijzend naar de spaghettivlekken op mijn shirt. 'Een beetje.' geef ik toe. Een beetje heel erg, zegt het stemmetje in mijn hoofd, maar ik wil hem niet wegsturen. Ik ben allang blij dat hij weer komt opdagen. Ik zou hem willen omhelzen, maar ik hou me in. 'Ik zal een ander moment terug komen om te praten, maar ik wilde je even laten weten dat ik terug ben.' zegt hij en ik knik. Hij kijkt me even nerveus aan, 'Ik ga niet meer weg, Dioni. Dat beloof ik je.' fluistert hij. Ik werp een vlugge blik op mijn horloge. Annefleur kan elk moment hier zijn, om Thijs mee te nemen. 'Thijs!' roep ik naar boven. Ik schud mijn hoofd, 'Sorry, dit komt heel slecht uit.' mompel ik. Ik krijg geen antwoord van boven en dat maakt me nog zenuwachtiger. Waarom schiet hij niet op? Ik kijk even naar de man voor me, 'Wacht even.' mompel ik en ik loop de trap op. 'Thijs!' roep ik nog een keer. Ik kijk in zijn slaapkamer, maar daar is hij niet. Ook zijn rugzak is weg. 'Thijs?' mompel ik zenuwachtig. Ik haast me naar de slaapkamer van mij en Anne, maar ook daar is hij niet. Snel loop ik door naar de badkamer, waar ik Thijs aantref. De rest schiet voorbij. Ik heb geen controle meer over wat ik doe en denk. Bloed, en een gewonde Thijs is wat ik zie. Hij moet uitgegleden zijn, is wat er door mijn hoofd schiet wanneer ik naar hem toe ren. 'Thijs! Nee!' schreeuw ik geschrokken en zo snel als ik kan gris ik mijn telefoon uit mijn zak. Ik bel een ambulance. Ik hurk snikkend naar hem neer, nadat ik de telefoon op heb gehangen. 'Pap!' roep ik. Ik weet niet eens waarom ik hem mijn vader noem, maar op dit moment weet ik niks meer. Ik ben verstijfd wanneer ik snikkend naast mijn zoon zit. Mijn zoon. Zes en ik heb het nu al verknalt. 'Pap!' schreeuw ik nog een keer, dan hoor ik eindelijk voetstappen de trap op rennen. Kon het nog slomer? Ik voel me licht in mijn hoofd, duizelig. Er is geen teken van leven bij Thijs en ik denk dat ik nog nooit zo bang ben geweest. Ik voel dat iemand me wegtrekt bij hem. Mijn 'vader' hurkt naast Thijs neer. Ik weet niet wat hij allemaal doet, want door mijn betraande ogen zie ik niks meer. Het enige wat ik hoor is dat hij nog ademt volgens hem. Ik hoor sirenes, die steeds dichterbij klinken. Ik heb de kracht niet meer om overeind te komen en de ambulance te ontvangen. 

More than roomates ft. B-BraveDonde viven las historias. Descúbrelo ahora