16.

430 37 2
                                    

16. Helena

Ik liet mijn voorhoofd kort tegen de deur rusten. De stemmen in mijn hoofd waren dan wel verdwenen, de pijnscheut in mijn enkel was gebleven. Ik stond een tijdje op één been, wachtend tot de pijn zou verdwijnen.

"Helena?"

Apollo's stem was hetgeen me uiteindelijk uit mijn trance bracht. Kerberos was al die tijd in de buurt gebleven. Hij lag naast me op de grond en keek van mij naar Apollo.

Ik draaide me langzaam om, terwijl ik voorzichtig mijn enkel testte. Zowel Apollo als Lena keken me aan. De eerste met zijn handen op zijn zij, de tweede met een bezorgde blik. Lena's ogen gingen ook onmiddellijk naar mijn enkel.

"Volgens mij is dit niet jouw kamer." zei hij, doelend op het feit dat ik van Hades eigenlijk onze kamer niet mocht verlaten.

"Ik kan Hades dit niet allemaal alleen laten oplossen." zei ik. Mijn hand wreef kort over mijn enkel, voor ik een paar passen zette. "Hij probeert ons allemaal te redden, maar we hebben zelf nog maar net gemerkt dat zelfs hij Tartaros bijna niet overleefd had." 

Ik schudde mijn hoofd, in de hoop de herinneringen aan die momenten te laten verdwijnen. Het was onmogelijk voor een god om te sterven, maar toch was net datgene gebeurd toen hij naar Tartaros ging. In een hopeloze poging om mijn moeder te redden. Toen had hij me nodig gehad .. Zonder mij had hij het nooit gehaald. En ik wilde hem nu ook niet aan zijn lot overlaten.

"Net daarom moet je je niet moeien!" Apollo greep naar mijn arm. "Anders gaat Hades alleen maar bekommert zijn om jou. Het is het beste om hem met rust te laten en ervoor te zorgen dat je zelf veilig bent." 

Ik probeerde me los te rukken uit zijn greep. "Ik laat hem dit niet alleen doen" mopperde ik. Er ontstond een soort getrouwtrek, waarbij het touw jammer genoeg mijn arm was. Lena wilde scheidsrechter spelen en kwam tussen ons in staan. 

Alleen was het uiteindelijk Kerberos die het genoeg geweest vond. Hij was veranderd in zijn grote gedaan, met de drie koppen en gromde boos naar Apollo. Die keek even met verstomming toe, voor hij langzaam mijn arm losliet. Hij hield zijn handen voor zich, om aan te tonen dat hij geen kwaad wilde doen. 

"En ik ben niet de enige die daarover denkt." zei ik, terwijl ik een grijns moest onderdrukken. Kerberos zijn drie koppen zorgden ervoor dat Apollo wel een stap opzij moest zetten.

Ik besloot daar handig gebruik van te maken en draaide me opnieuw om, om terug naar buiten te gaan. De lichtstralen blokkeerden nog steeds de weg. Voorzichtig raakte ik ze aan.

"Helena!" Apollo probeerde achter me mijn aandacht te trekken. Kerberos versperde hem immers de weg, om ook naar buiten te komen. Ik voelde Kerberos zijn vacht tegen mijn huid.

Ik drukte mijn lichaam tussen twee lichtstralen door. Gelukkig was ik niet één van de grootste, dus lukte het. Kerberos was opnieuw in zijn kleine gedaante veranderd en had geen enkel probleem om me te volgen. Apollo daarentegen, die ondertussen naar buiten was kunnen komen, riep opnieuw mijn naam. Alleen luisterde ik er niet meer na. Ik zag nog net hoe hij de deur gesloten had, om ervoor te zorgen dat Lena zeker niet naar buiten kon komen. Voor geesten was het immers nog gevaarlijker.

"Waar is het baasje, Kerberos?" Hij drukte één van zijn koppen tegen me aan, om me zo te beschermen tegen een geest die het op me gemunt had. Ik ging tussen zijn poten staan, helemaal afgeschermd door de grote hond. 

Ondertussen probeerde hij via zijn neus te weten te komen waar Hades juist was. Zodra hij Hades zijn geur had opgepikt, drukte hij opnieuw zijn kop tegen me aan. Ik wreef er kort over, voor ik op zijn rug klauterde. Mijn handen hielden zijn vacht stevig vast. Als ik vanop deze hoogte naar beneden zou vallen ... Dan kon ik alleen maar hopen dat één van zijn koppen mijn val zou breken. Of dat Hades mijn reddende engel was.

Kerberos zette het op een lopen. Met zijn grote poten was hij in een mum van tijd bij Hades. Vanop deze hoogte zag ik hem zelfs al van ver. 

In het midden van één van de tuinen had hij een grote glazen doos gezet. Binnenin zaten een aantal geesten opgesloten. Sommige zweefden in een rotvaart in de doos. Andere probeerden te ontsnappen. 

Hades zuchtte diep. Zijn bewegingen waren trager dan ik van hem gewoon was. Hij was nog niet volledig hersteld van Tartaros en nu moest hij opnieuw tegen de geesten vechten. 

Hij leek te merken dat Kerberos eraan kwam, want hij draaide zich langzaam om. Kerberos stopte op een paar meter van Hades en wachtte tot ik naar beneden ging. Hades had me ondertussen al opgemerkt.

"Helena ... " Zijn stem was dreigend, voor hij met zijn wijsvinger naar me wees. "Ik had je gevraagd om binnen te blijven." bromde hij. 

"Ik kan je dit niet alleen laten doen." zei ik, nog steeds op Kerberos zijn rug. "Wij zijn een team. Verloofd ... In goede en kwade dagen, toch?"

A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

My Life as his Goddess [NL - Vervolg op My Life as a Goddess]Where stories live. Discover now