31.

329 24 4
                                    

31. Persephone

"Zijn nieuwe oogappel?" 

De twinkelingen in Hades zijn ogen zeiden genoeg. Nu was hij pas echt nieuwsgierig. Ik had me terug opgedraaid en zette mijn handen op mijn heupen. "Ik heb ze zelf nooit gezien." Leugentje om bestwil. "Maar ze zou blond haar hebben ... Ongeveer zo groot." Ik hield mijn hand in de lucht. "En blijkbaar zou ze een afstammeling zijn van Zeus." 

"En waarom zou zij hier zijn?" Hades liep om zijn bureau heen en kwam naar me toe. "Slechte relatie met Zeus." zei ik, terwijl ik mijn schouders ophaalde. "Geen idee eigenlijk. Niemand die het zeker weet. Alleen dat ze wel heel speciaal moet zijn aangezien Zeus haar terug in Olympus wil." 

Ik glimlachte breed. "Maar aangezien ze hier niet is, doet het er ook niet toe." Hades reageerde niet meer. Hij gaf me enkel een knikje. Toch verraadde zijn gezichtsuitdrukking nu wel wat hij dacht. Helena was nu een onderwerp van interesse. En om Zeus tegen te werken zou hij wel toenadering tot haar zoeken. 

Stap 1 van ons plan was gelukt. Het was te hopen dat de anderen ook succes geboekt hadden.

Helena

Ik zat op de rand van het bed. Apollo daarentegen stond bij het raam. De laatste paar minuten hadden we beide zwijgend doorgebracht. Hoewel ik eigenlijk liever een gespreksonderwerp had zodat ik niet kon piekeren over wat er net allemaal weer gebeurd was. 

Hoe lang zou ik nog in de onderwereld kunnen blijven? 

Ik schrok door iemand die op de deur klopte. Tot mijn verbazing kwam er iemand onbekend binnen. Het duurde niet lang voor ik wist dat het een geest was. Maar dat nam mijn verbazing natuurlijk niet weg. Waarom stond deze geest voor mijn kamerdeur?

"U wordt verzocht om mij te volgen." De man bleef in de deuropening staan. Iedere andere persoon had niet eens gemerkt dat het een geest was. "Ik?" vroeg ik wat onhandig. Ik kreeg een korte knik als antwoord, voor de geest een stap opzij zette en de deuropening vrij maakte. 

Apollo en ik wisselden nog een blik, voordat ik de kamer verliet. Zwijgend liep ik achter de geest. Waar we naartoe gingen was nog een raadsel. Maar ik had wel een vermoeden.

Uiteindelijk bleven we staan voor de deur van de troonzaal. De geest verdween zodra mijn hand de deurklink vastpakte. Ik zuchtte nog eens diep, waarna ik de deur opende en naar Hades toe stapte. Hij wachtte met reageren tot ik dicht genoeg stond.

"Ik heb me bedacht." zei hij, alsof hij dacht dat ik daarmee wist waarover hij het had. Toen ik niet meteen reageerde besloot hij zichzelf te verduidelijken. 

"Ik weet niet hoe Apollo je ongemerkt hier naartoe heeft gebracht ... en onze eerste ontmoeting was niet heel ..."  Hij maakte een handgebaar. "Positief."

"Maar dat neemt niet weg dat ik heel nieuwsgierig ben om de nieuwste godin van Olympus te leren kennen." Zijn woorden kwamen me zo bekend voor. Maanden geleden, tijdens onze eerste ontmoeting, had hij bijna hetzelfde gezegd. Ik balde mijn hand in een vuist om me ergens anders op te kunnen concentreren. Anders zou ik zeker beginnen huilen.

"Dus ... laat ons opnieuw beginnen." Hades knipte in zijn vingers en opeens verscheen er een tafel en twee stoelen. Hij maakte een gebaar naar één van de stoelen, als teken dat ik mocht zitten.

Zodra ik neerzat, leunde hij naar voor en zag ik de bekende nieuwsgierige twinkeling in zijn ogen.

"Vertel eens wat meer over jezelf. Dan kan ik tenminste meepraten als iemand me nog eens de laatste roddels komt bespreken." grinnikte hij. Door zijn woorden ging er een steek door me heen.

Wat moest ik hem zeggen?

Ik ben je verloofde?

Ik woon al enkele maanden in de onderwereld?

Zeus heeft je gehersenspoeld?

Alles dat ik wilde zeggen kon niet. Dus forceerde ik een glimlach. Iemand was duidelijk naar hier gekomen. Iemand had een plan bedacht. Nieuwsgierigheid en zijn reputatie waren altijd al zijn zwakke plekken geweest.

"Helena." zei ik. Het leverde me een goedkeurende knik op. "En je bent een afstammeling van mijn broer?" Deze keer was ik het die knikte. "Ja, van Zeus."

Mijn antwoord zorgde ervoor dat hij nog meer naar voor leunde. "En Apollo is ... je vriend?" vroeg hij twijfelend.

Ik forceerde opnieuw een glimlach. Al zou hij zo door mijn facade kunnen kijken. Dat had hij altijd al gekund.

"Apollo heeft al een vriendin. We zijn gewoon vrienden. Dankzij hem ben ik hier terecht gekomen." Hades onderbrak me meteen, terwijl hij naar achter leunde. Mijn antwoord was hem duidelijk bevallen.

"Wat heeft Zeus gedaan om ervoor te zorgen dat je naar dit eenzame oord komt?"

Daar hoefde ik niet lang over na te denken. En deze keer gaf ik wel een eerlijk antwoord.

"Zeus heeft me alles afgepakt ... En ik ga er alles aan doen om hem van de troon te stoten!"

 En ik ga er alles aan doen om hem van de troon te stoten!"

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.


A/N: Laat zeker weten wat je ervan vindt!

Vote/Comment/Follow

My Life as his Goddess [NL - Vervolg op My Life as a Goddess]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu