10.2 'Waar was het eten?'

814 37 9
                                    


Justin

Ik staarde uit het raam van de auto.

Enkele uren geleden had de sneeuw plaats gemaakt voor betoverende groen. Alleen op de toppen van de gigantische bergen was nog sneeuw te vinden, maar dat was kilometers boven ons.

Wij reden namelijk aan de voet van de berg, waardoor we een prachtig uitzicht hadden op de bloeiende planten en bomen.

Niet dat ik daar naar keek.

Ik keek naar de lucht. Die was niet helderblauw, zoals je zou verwachten op zo'n mooie plek. De lucht was grijs en grauw. Het was zo donker dat het eruit zag alsof het ging onweren.

Ik deed haampje open van de autodeur. De geur van regen en bliksem dreef mijn neus binnen. Het zou niet lang meer duren voordat de storm zou losbarsten.

'Justin,' riep iemand. 'Justin!'

Ik schrok op. 'Wat?' Ayamé keek me strak aan. Ze zat naast me op de achterbank en leek nogal pist. Er hing een intense aura in de lucht.

'Waarom gaan we de grens over?' Siste Ayamé. Na drie tot vier uur in de auto te hebben gezeten, merkte ze pas dat we richting Frankrijk gingen.

Ik grijnsde en zei: 'Voor onze date.'

Ayamé zuchtte. 'Dat is dom.'

'Ik wil gewoon dat het perfect is,' zei ik glimlachend. Ayamé zuchtte weer. Ze wist nog niet waar we heen gingen, dus kon ze er niks over zeggen.

'Al tijden ben ik aan het plannen voor mijn allereerste date met jou,' bekende ik, zodat ze zich beter zou voelen. 'Je gaat het geweldig vinden.'

'En jij?' Vroeg Ayamé. 'Zal jij het geweldig vinden?'

Ze zweeg en liet haar blik  naar mijn gezicht dwalen. Daarna vervolgde ze: 'Je bent al de hele tijd in gedachte verzonken. Je ziet er niet dromerig uit, maar meer alsof je je in een nachtmerrie bevind. Als je niet wilt dan...'

Ik schudde mijn hoofd.

'Natuurlijk wil ik wel doorgaan met onze date.'

Ze trok haar wenkbrauw op, alsof ze me niet geloofde.

'Ik heb gewoon last van donkere gedachtes,' legde ik uit.

Er was zoveel gebeurd sinds ik Ayamé kende. Ik had tijd nodig om bij te komen. Toen ik haar voor het eerst ontmoette, had ik geen idee dat mijn mate zo in elkaar zat.

Ik was gewoon blij dat ik eindelijk mijn ware liefde had gevonden. Nu ook, maar minder.

Mijn mate was tenslotte een koudbloedige moordenaar en wreker. Het was één ding om te accepteren dat je mate iemand vermoord had. Het was een ander om te accepteren dat je mate een wreker was.

Vergeleken met Ayamé was ik een engel en zijn een demon. Uit haar ogen dan, want het was niet waar.

Ik was geen engel. Het verre daarvan.

Ik was gewoon een betere leugenaar.

Iemand die makkelijk zijn gezicht kon verbergen achter een masker. Iemand met vele geheimen. In een bepaald opzicht, had ik net als Ayamé bloed op mijn handen.

Als je een anders leven nam beroofde je hun van alles. Niet alleen van hun levens. Je beroofde hun van hun geliefde, familie, vrienden en hun toekomst. En de uitdrukking die ze op hun gezichten hadden. Het was hartverscheurend.

Nee, ik hield niet van moord.

Het was afgrijselijk. Bij mij had het een gat in mijn hart achtergelaten die vol zat gepropt met schuld en pijn, maar ook alles wat de slachtoffers hadden achtergelaten. Zelfs hun emoties. Ze kwamen elke nacht nog op bezoek in mijn dromen.

Ayamé daarin tegen...

ze was het type persoon dat geen gat had in haar hart.

Zij had iets veel ergers.

Ayamé leefde ervoor om wraak te krijgen op degene die haar onrecht aandeden.

Hoe kon ik dat uit haar hameren? Hoe kon ik mijn daden vergeten? Ik dacht dat ik het antwoord had gevonden: Liefde. Dat was tenslotte het enige middel om haat te bestrijden. En deze date, het was de eerste stap naar het begin.

De alfa en de halfbloed (✔)Where stories live. Discover now