20.1 'Rona?'

496 24 1
                                    


Ayamé

Met ze allen stapten we het roedelhuis in wat stampvol zat met weerwolven. Ze waren er in alle soorten en maten: spelenden kinderen, ongeduldigen tieners, opgewonden volwassenen en argwanenden ouderen.

Je kon dus begrijpen dat ik niet veel zag van het roedelhuis. Het enige wat me opviel was dat iedereen op de eerste verdieping zat en er overal stoelen stonden die op een klein podium gericht waren.

Ik slikte en liet mijn blik dwalen over de menigte.

Camille, die mijn nerveusheid opmerkte, stapte naar voren. Blijkbaar wilde ze iets doen om de conversatie door te laten gaan, want ze begon naar weerwolven te wijzen en vertelde wie wie was.

Vaak zaten er details bij die je in een normale conversatie met je mates moeder niet kon hebben.

Niet dat ik het erg vond.

Na de stunt van vanochtend had ik al het idee gekregen dat Camille een vrouw was die over alle onderwerpen kon praten zonder erover terug te houden. Met haar manier van spreken kon zelfs een potlood nog interessant maken. Als ze geen luna was geweest, had ze uitstekende verkoopster kunnen worden.

Camille boog zich naar voren en murmelde in mijn oor: 'dat is trouwens Erno Peltier: de beta.'

Ze wees een lange gespierde man aan die bijna het evenbeeld was van Anthony (de gast die ik had bewusteloos had geslagen) . Zijn grijze ogen schenen als de maan, terwijl hij lachend zijn hand over zijn grijze baard wreef.

Reno, Justin's lijfwacht, de spiermassa die ik in Zwitserland ontmoet had, stond naast hem.

Ze hadden allebei een glas Wolfskracht, een alchol die zeer effectief voor weerwolven was, in hun handen, terwijl ze praten met Anthony en Elise (de wolvin die naar bloemen rook).

Remi, maakte zich los van Justin's vrienden groep en liep naar hen toe. Hij mengde zich soepel in het gesprek.

Ik kantelde mijn hoofd. Die drie leken verdacht veel op elkaar: zelfde gespierde massa's, hoekige hoofden en grijze ogen. Maar er was iets anders...

Ik snoof in de lucht. De geur die Remi omringde, hing ook om hun heen. Het was vaag, maar vreemd genoeg vertrouwd.

'Dat is de Peltier familie,' vertelde Camille me glunderend. 'Reno Pertier en Erno Pertier zijn broers. Remi is Erno's adoptiezoon. Anthony en Elise zijn Erno's bio kinderen.' Ze vervolgde er giegelend aantoe: 'En je voor te stellen dat ik bijna hun moeder was...'

Ik trok honend een wenkbrauw op vanwege haar opmerking.

Justin's moeder gaf haar een speelse tik op de arm.

Ze grijnsde en zei onbeschaamd, alsof ze een tiener die roddelde was: 'het is waar! Erno en ik waren een stel, voordat we beiden onze mates ontmoeten. Wij komen officieel uit de Windgordel Roedel en zijn naar de Vuur Roedel gekomen toen we onze mates leerden kennen.'

'Dus,' murmelde ik. 'Je was eerst een buitenstaander.'

Camille zuchtte. 'Nou, ik was tot vier jaar geleden nog een buitenstaander. Een van de weinige weerwolven in de roedel die niet direct bloed aan haar handen had.'

Direct als in dat ze nog nooit iemand met haar eigen handen vermoord had.

Indirect als in dat ze het wel liet gebeuren en misschien zelfs anderen haar klusjes liet opknappen.

Ze keek me aan en vervolgde: 'de geruchten over de Vuur Roedel waren voor vier jaar geleden nog waar. Iedereen was een moordenaar. Behalve ik en een paar anderen, omdat we bescherm werden door Vicky.'

De alfa en de halfbloed (✔)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu