27.2 'Einde'

508 25 5
                                    


Ayamé

Toen ik aankwam op de derde verdieping had het vuur zich al door de hele ruimte verspreid. 

De oranje vlammen verzwolgen aan alles wat in hun greep kwam: het gebouw, meubels en personen. 

Sommige weerwolven hadden geluk en sprinten ongedeerd uit de ruimte, terwijl andere er nog steeds in lagen. 

Waar was Justin? Tot welke groep behoorde hij?  

Justin? Probeerde ik nog een keer door de gedachtelink. 

Geen reactie. 

Mijn hart begon sneller te kloppen. Hij moest dus in die ruimte zijn. 

Levend of dood. 

Met die gedachte in mijn hoofd scheurde ik een stuk mijn t-shirt los en duwde die over mijn mond om beter te kunnen ademhalen. 

Daarna rende ik de ruimte in. 

Het moment dat ik er zelfs maar één stap in zetten, werd ik omringd door de hitte van de vlammen en de stikkende rook die om mij heen dansen als twee opgewonden kinderen. 

De rook prikten in mijn longen, terwijl ik om zich heen keek. Opzoek naar Justin. 

Plots zag ik een bekend figuur: iemand die zwakjes hoesten en op de vloer lag. 

Ondanks dat ik omringd werd door de hitte, waren mijn aderen zo koud als ijs. 

Zonder zelf ook maar te beseffen wat ik deed, rende ik op hem af en sleurde hem mee. 

Pas toen we bij de uitgang waren, waar geen rook, noch vuur was, besefte ik wat ik had gedaan: ik had mijn aartsvijand gered. 

Versteld van mijn eigen acties, liet ik mezelf naast alfa Victor op de grond zakken. 

Ik hoestte en hoestte, waardoor de rook langzaam uit mijn longen verdween. 

Ik heb Victor Raymond gered dacht ik verbijsterd, waardoor ik weer voor een verrassing kwam te staan. Ik voelde niks bij dat besef. 

Iets wat schokkend was, want ik had het sterke verlangen had om hem te vermoorden elke keer dat ik aan hem dacht. Zelfs als ik naar hem keek, stelde ik mezelf voor hoe ik hem het beste kon laten lijden. 

Dus waarom had ik hem gered? 

Dit was mijn beste kans om voor altijd van Victor af te komen, dus waarom greep ik die niet met beiden handen aan? 

Verward keek ik naar de oude man die kuchend naast mij op de vloer lag.

Ik besefte iets belangrijks: deze Victor was niet dezelfde man die mijn moeder en roedel afgeslacht had. Ik kon het zien in zijn ogen. Er was geen spoor van haat of moordlust in te vinden. 

Dus hoe kon ik deze man haten? 

Het antwoord was simpel: niet. 

Ik wist niet wanneer het gebeurt was, maar mijn haat was weggevaagd. Het bestond niet meer en liet een leegte achter dat werd opgevuld door liefde. 

Ik wilde samen met Justin en Rona in de Vuur Roedel wonen, een huis kopen en uren kletsen met mijn beste vriendinnen Lyra en  Kaylynn. 

Luna worden, was te veel van het goede, dus dat ging ik niet doen. 

In plaats daarvan ging al mijn aandacht naar Rona en Justin. 

Misschien kon ik ook wel een jager worden? 

De alfa en de halfbloed (✔)Where stories live. Discover now