Hoofdstuk 13. | Zweer het

1.1K 14 0
                                    


M I A

"Waar wil je eigenlijk naar toe?" vraagt Alex als we in de stad aankomen en hij zijn scooter in de stalling naast de Albert Heijn zet en het wielslot erom heen doet. Ik zet mijn fiets ernaast en haal de sleutel eruit.

"Geen idee, ik wilde eigenlijk naar huis gaan maar ja." Het laatste mompel ik zacht, omdat ik Alex niet wil kwetsen dat hij eigenlijk niet meer naar mijn huis kan komen. Want dat zou weer ruzie met mijn broer veroorzaken.

"Dat kan niet met mij door je klo.." Hij kapt zichzelf af en begint opnieuw. "Dat kan niet door je broer." Dat is in ieder geval iets, nu denkt hij de gemene dingen alleen en zegt ze niet meer. Ik denk dat we dat vooruitgang kunnen noemen.

"Hij valt wel mee hoor, hij wil me alleen maar beschermen," zeg ik. Het zit me niet echt lekker dat hij mijn broer niet mag, maar ik kan het ergens ook wel begrijpen. Toen Quinten Alex ontmoette, gedroeg hij zich ook wel een beetje als een zak. Maar ja, dat zijn oudere broers. Ik denk dat als Alex een jonger broertje of zusje had, hij zich ook wel zo had gedragen.

"Ik snap het," zegt hij. "Nou vertel, waar gaan we naar toe?"

"Uh, we kunnen wel naar het internetcafé , dan kunnen we het verslag afmaken, dat moet morgen ingeleverd worden en het is bijna af," zeg ik.

"Je skipt school en dan wil je nog steeds bezig zijn met school?" grinnikt Alex.

Ik glimlach en bedenk me hoe dom dat eigenlijk klinkt. Maar om eerlijk te zijn heb ik nog nooit gespijbeld en ik weet zeker dat ik er heel veel problemen mee krijg met mijn ouders. Maar ik moest gewoon dat gebouw uit, ik kon niet langer op dezelfde plek als Matthijs zijn.

"Maar is goed hoor, wat jij wil," zegt Alex dan. Ik knik en we besluiten door de stad te lopen, omdat het best wel druk is en het café niet heel ver lopen is. Ik zie ondertussen dat er veel mensen naar Alex kijken, waarschijnlijk omdat hij er erg opvallend uitziet door zijn brede uiterlijk en de kwade blikken die hij iedereen toewerpt als ze hem aankijken. Ik ben blij dat wij dat stadium voorbij zijn, tenminste, minder dan eerst. Hij geeft me geen hatelijke blikken meer wel boze soms, maar daar kan ik voor nu meeleven.

Even later lopen we het café binnen waar het aardig rustig is. We zoeken een plekje achterin en gaan achter een computer zitten. Ik zit voor de computer en Alex pakt een stoel om achter me te zitten. Ik open het werkstuk en zie dat we nog maar een paar regels hoeven te typen. Ik heb wel meer gedaan dan Alex, maar dat vind ik niet heel erg. Ik ben in ieder geval blij dat hij iets heeft gedaan. Het had ook heel anders kunnen gaan en dan had ik alles zelf moeten doen.

"Hoe haal je dit weg?" Ik probeer een random tabel die ik per ongeluk in het werkstuk heb gedaan weg te krijgen, maar dat lukt niet.

"Laat mij." Alex schuift iets dichter naar me toe en begint op het toetsenbord te klikken. Ik merk dat mijn wangen rood worden als zijn arm die van mij aanraakt. "Zo." De tabel is weg en hij schuift weer naar achter.

"Schiet eens op, ik moet roken," mompelt Alex achter me als we een halfuur bezig zijn.

"Ja ja, alleen dit nog en dan is het klaar." Ik tik het laatste ding in en sla hem daarna op. Ik mail het werkstuk naar Alex. "Moet ik het direct inleveren?"

"Ja, lever het in terwijl je aan het skippen bent," grinnikt Alex.

"Oh nee, dan doe ik het vanavond wel," zeg ik. Ik sluit de computer af en daarna lopen we samen het café uit.

"Ik heb echt facking veel honger," klaagt Alex dan opeens. "Hebben ze hier niets iets te vreten of zo?" Ik grinnik door zijn taalgebruik, als ik dat thuis had gedaan, had ik een week huisarrest gekregen. Maar bij hem maakt het niet uit, het is wel duidelijk dat hij een complete andere opvoeding heeft gekregen dan ik. "Wil je naar de Appie?"

Straatrat | ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu